Uitgebreide samenvatting college Exhibition machines en bespreking teksten MKDA Media, Kunst, Design en Architectuur, leerjaar 2
Blauw = De te leren plaatjes
Exhibition machines
College 1 Van curiositeitenkabinet tot museum
1. Het displayen van artefacten voor het tijdperk van musea
Het begon bij privécollecties, curiositeitenkabinetten, kerken, vroege universitaire collecties en in de
publieke ruimte. Er zijn grote verschillen zichtbaar tussen een museum nu en een
curiositeitenkabinet. (Meer ruimte tussen schilderijen, andere omgang met artefacten, meer om
ervan te leren, meer focus op kwantiteit, kunstmatig licht, intensieve discussie vs stille normaal
publiek)
• 1628, Willem van Haecht, gallery of Cornelis van der Geest,
• 1990, Thomas Struth, The art Institute of chicago II
De ideale manier van display van een soort van vroeg museum: Een representatie geven van de
heerser en zijn territorium. Artefacten, naturalia etc. Zo compleet mogelijk, gaat om het delen van
en snelle observatie. Encyclopedisch doel, meestal niet publiek (samenvatting laatste slide)
• Representatio, kaarten, territorium, leider
• Artificialia, antieke en moderne sculpturen
• Naturalia, opgezette dieren, skeletten, planten
• Acting on nature, Muziekinstrumenten, wapens, tools van chirurgen
• Fine arts en historie
• + library, workshops, laboratorium
2. De eerste publieke musea: Dit begon rond 1750 de 18e eeuw.
• 1769: Galleria degli Uffize, Florence, 1581 (giogrio Vasari et. Al.), open vanaf 1769: Het (bijna
eerste) publiek museum was. Hier werd altijd de privaat collectie van de medici
tentoongesteld. Open voor het publiek vanaf 1769. Door dit gebouw gebruiken we de naam
galerie. (Lange ruimte met ramen is een architectonische term)
Het eerste echte museum:
• 1759, Sir Robert Smirke, Britse museum, London, (gebouw 1825-1850) Britse museum,
geopend in 1759. (Onthoud de datum van opening) De architectuur is later toegevoegd
(1825-1850), Ze hadden hier destijds niet alleen kunst, maar ook een hoop research
materiaal zoals boeken en wetenschappelijke attributen. Het was bedoeld voor het publiek
maar het duurde erg lang voordat je naar binnen kon. Het begon encyclopedisch maar
eindigde in verschillende disciplines.
Definitie van Museum: non profit, permanent, open voor het publiek, conserveert, doet onderzoek.
Belangrijk dat het vast is en geen vervliegende tentoonstelling. Intangeble; geluid en geur.
Drie paradigma's van de formatie van publieke musea
1. Het museum als plek van secularisatie en verlichting: De musea worden de nieuwe kerken, ze
worden hier altijd aan gekoppeld. Temples of knowledge, ze vervangen de oude kerkelijke rituelen
met nieuwe rituelen. (Duncan) Zoals te zien op de landkaart: alle collecties werden in de loop der tijd
gescheiden in het Britse museum (blijft over kunst en cultuur). Architectuur werd in de loop der tijd
aangepast op het belang van de collectie. Natural history museum, London, 1881; Victoria & Albert
, Museum (earlier named South Kensington Museum), founded 1852, current building 1909 (sience,
na de wereldtentoonstelling 1851)
2. Het museum als symptoom en geboorteplek van de moderne natie van kunst en historie: Het
Louvre in Parijs was al een bestaand gebouw, het koninklijk paleis vanaf 1546, hier werden voor het
eerst pedagogische keuzes gemaakt om voorwerpen op een bepaalde manier in te delen. Het begon
als opleiding plek voor de academie (Royal Academy of painting and sculpture), was dus niet direct
een musea. Door dit te doen konden de artiesten een koninklijke status aannemen, zo van wij
werken in het paleis en werken alleen voor de staat. De eerste minister vond dat ze moesten gaan
tentoonstellen. Le salon carré werd de belangrijkste ruimte hiervoor, vandaar dat we die nu salons
noemen.
• 1793, Paris, Louvre, built as royal palace from 1546 on, housed temporary exhibition of
academy members (the ‚Salon‘) in the 18th century), since 1793 ‚Musée du Louvre‘
Na de Franse revolutie wordt het echt een ruimte voor kunst, het was publiekelijk en gratis,
kunstenaars kregen voorrang, was echt bedoeld voor educatie. Vroeg idee van democratie, het was
heel duidelijk georganiseerd in vergeleken met andere musea, hier werd er ingedeeld in bepaalde
tijdsperiodes. Dit museum heeft een grote rol gespeeld in het leren van kunstgeschiedenis en is
daarom belangrijk in de geschiedenis van musea.
3. Het museum als plek van nationalisme en of imperialistische politiek: Het stelen van
kunstwerken kan hier onder gevat worden. Bijvoorbeeld napoleon: stal overal allemaal werk,
paarden gestolen, en de Apollo of belvedère. Zo ook het Britse museum: Lord Elgin nam in
1800/1803 pleisterwerk van de Parthenon en nam ze mee naar Engeland. Ook de bronzen uit
Nigeria. De discussie loopt nog steeds over deze gestolen voorwerpen.
• 447-432 BC, Parthenon, main temple of Athen's Akropolis
• 2009, acropolis museum, athene, Bernard Tschumi
Nederland en museums: Teylers museum was de eerste, daarna rijksmuseum (begon in den haag
verhuisde naar Amsterdam).
• 1895, Stedelijk museum, Amsterdam, extensie door Benthem Crowel architects (2012)
• 1885, Pierre Cuypers, Rijksmuseum, Amsterdam
College 2 Van wereld Fair naar expo
1. Prehistorie van wereld fairs, World fair hoe het is begonnen: industrialisatie, imperialisme,
kolonialisme, vroege globalisatie, consummatie maatschappij. Moderniteit. Interesse in nieuwe
mogelijkheden en technologieën. Wat was er nieuw? Het was internationaal, (the great exhibition),
Het idee kwam uit Parijs maar werd uiteindelijke in Engeland voor het eerst geopend door Henry
Cole. De focus lag op vernieuwing. Fine arts werden ook wel gepresenteerd maar waren niet het
centrale punt.
2. Londen 1851/ Parijs 1867/ Amsterdam 1882/ Chicago 1893: Belangrijk is dat het juist gaat om
verzoening tussen landen en het uitwisselen van nieuwe kennis. De belangrijkste fairs op een rijtje:
• 1851 Londen (the great exhibition): Glazen met stalen gebouw, presenteerden, makers,
machines, materialen en kunst. Gebouw is mogelijk geïnspireerd op Nederlands gebouw
voor volkskunst, Volksvlijt. Mede als doel om wereldvrede te krijgen. (Queen victoria)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elaine_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.38. You're not tied to anything after your purchase.