Complete samenvatting voor het vak Immunologie 2 (Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, research) gebaseerd op alle gegeven theorielessen en het boek Kuby Immunology. Let op: niet alle hoofdstukken worden helemaal behandeld, alleen de onderdelen die relevant zijn voor het tentamen (8e editie):...
Test Bank for Kuby Immunology 7th Edition by Owen.
TEST BANK FOR KUBY IMMUNOLOGY 7TH EDITION BY OWEN
TEST BANK FOR KUBY IMMUNOLOGY 7TH EDITION BY OWEN
All for this textbook (3)
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Immunologie
All documents for this subject (3)
6
reviews
By: michaeldijkhuis31 • 6 months ago
By: elangpoort • 2 year ago
Translated by Google
great summary!
By: jurfenswes • 3 year ago
By: HA22 • 3 year ago
By: esther_deboer • 4 year ago
By: lobkementink • 4 year ago
Translated by Google
Good summary!!
Seller
Follow
sannewitziers
Reviews received
Content preview
Immunologie 2
Het verworven immuunsysteem kan in twee onderdelen worden verdeeld
1. De humorale respons
a. B cellen → wordt geactiveerd door extracellulaire pathogenen met als doel dat
er plasmacellen worden gevormd met antilichamen
2. De cel gemedieerde respons
a. TC cellen → kan een intracellulaire infectie herkennen
b. TH cellen → kan detecteren wat voor infectie er gaande is door binding aan
een MHC 2 receptor en kan vervolgens cytokines uitscheiden
Chapter 3 pagina 69-90
Receptor-ligand interacties
- Binding via vele niet-covalente bindingen
- H2O bruggen
- Ionische bindingen
- Van der Waals krachten
- Hydrofobe interacties
→ alleenstaand zwakke bindingen maar hoe meer bindingen er plaatsvinden
hoe sterker de binding tussen ligand en receptor
- Voorbeeld: antigen (ligand) - antilichaam (receptor)
- Zijn een antigen en antilichaam goed complementair → veel niet-covalente
bindingen
- Sterkte van een binding wordt aangegeven door Ka (association constant) =
affiniteit van het receptor-ligand paar
- Ag + Ab ⇔ AgAb
- k1 = association rate → snelheid van de vorming van het
complex
- Hoe groter k1 hoe sneller de reactie naar rechts
verloopt
- k-1 = dissociation rate → snelheid van het uit elkaar vallen van
het complex
- Ka = k1 / k-1
- Ka = [AgAb] / [Ab] * [Ag]
- Interacties zijn multivalent = er vinden meerdere bindingen plaats
- Verhoogt de aviditeit (= som van de affiniteit)
- Als een binding van een antigen - antilichaam niet zo sterk is, zijn er
meerdere bindingen waardoor toch een sterke binding kan ontstaan
- IgM is een pentameer → hoge aviditeit
1
,De twee belangrijkste immuun receptoren zijn BCR en TCR → deze kunnen binden aan een
ligand
Immuun Receptoren
- Bevatten immunoglobuline domein → bolletje van antiparallelle beta sheets
- Daarom vallen immuun receptoren onder de immunoglobuline familie
- Kunnen een transmembraan en cytosolic deel hebben of zijn secreted
- BCR heeft een transmembraan en cytosolisch deel
- Kunnen worden uitgescheiden (secreted) en heten dan antilichamen
- BCR die worden uitgescheiden missen een carboxyl terminus
- TCR zijn altijd transmembraan met een cytosolisch deel voor intracellulaire
signalering
→ dus BCR’s en TCR’s vallen onder de immunoglobuline familie
B-cell receptor (BCR)
- Membraan gebonden vorm
- Transmembraan segment → zorgt ervoor dat de
receptor in het membraan vast zit
- Cytosolisch segment → zo klein dat er geen
signalering afgegeven kan worden
- Igα en Igβ zijn verantwoordelijk voor de
signalering
- Secreted vorm (antilichaam)
- Transmembraan segment is vervangen door een hydrofiel segment
Opbouw van zo’n BCR of antilichaam
- Bestaat uit twee identieke zware en twee identieke lichte ketens (in totaal 4
peptideketens) → homodimeer
- Verbonden door zwavelbruggen
- Symmetrisch vanuit het midden
- Beschikt over een variabel gedeelte (v) en constant gedeelte (c)
- Aan het constante gedeelte zit een carbohydrate (CHO) → suikergroep
waardoor complement beter kan binden
- Het variabele deel is bepalend of een antigeen kan binden
- Er zijn verschillende typen lichte ketens: κ of λ
2
, - Er zijn verschillende typen zware ketens: μ, γ, α, δ of ε
- Wordt bepaald door de aminozuurvolgorde
- μ (mu) → IgM
→ bepaalt de effector functie van het
antilichaam wanneer het antilichaam gebonden is aan een
antigen
Details variabele delen van een antilichaam (vL en vH)
- Bevatten drie hypervariabele regio's → regio’s waar op bepaalde plekken heel veel
verschillende aminozuren voorkomen
- Regio’s komen samen en dit is het antibody combining site (hier wordt het
antigen gebonden)
- Dus de hypervariabele regio is bepalend voor waar en/of het antigen
gebonden wordt
- Drie verschillende hypervariabele regio’s: CDR1, CDR2, CDR3
- Hier is de variabiliteit vele malen hoger dan op andere plekken
- Complementarity determining region (CDR) = regio die bepaald of iets
complementair is of niet (bijvoorbeeld het antilichaam aan het antigen)
- Polypeptideketens van de variabele delen zijn <120 aminozuren
Rekenen aan variabiliteit
Variabiliteit = (aantal verschillende aminozuren die op een gegeven plek voorkomen) / (de
frequentie van het meeste voorkomende aminozuur op een bepaalde plek)
- Hier rekenen je met de frequentie in fractie
- Hoogste variabiliteit in de regio’s waar de β-sheet worden verbonden door loops
- Hier bevinden zich de hypervariabele regio’s
- Hoe minder vaak een bepaald aminozuur op een bepaalde plek voorkomt hoe hoger
de variabiliteit
- Hoe meer verschillende aminozuren op een bepaalde plek voorkomen hoe hoger de
variabiliteit
Voorbeeld: Je hebt een sample met 100 zware ketens en op aminozuur nummer 7 komt van
de 100 zwarte ketens bij 51 van de zware ketens komt serine voor. Op de 49 andere ketens
komen verschillende aminozuren voor: proline, histidine, tryptofaan en glutamine. Berekende
variabiliteit op plek nummer 7.
- Frequentie = 51/100 = 0,51.
- Variabiliteit = ,51 = 9,6
Details constante delen van een antilichaam (cL en cH)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannewitziers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.