100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Investeren en Beleggen samenvatting hoorcolleges $7.57   Add to cart

Summary

Investeren en Beleggen samenvatting hoorcolleges

 43 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting hoorcolleges met aantekeningen voor examen. Met extra aantekeningen voor examen. Hoorcolleges gevolgd op Tilburg University

Preview 4 out of 93  pages

  • Unknown
  • May 22, 2020
  • 93
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
INVESTEREN EN BELEGGEN HOORCOLLEGE 1

In welke lange termijn projecten moet een onderneming investeren?

Investeren:

 Kasstroom analyse
 Tijdswaarde van geld
 Capital budgetting
 Risico/rendement trade-off

Beleggen:

 Risico/rendement trade-off
 Portefeuilletheorie
 Efficiënte markten

Hoofdstuk 3

Wat is investeren en beleggen?

Beleggingsproducten:

- Financiële producten, zoals aandelen en obligaties
- Niet tastbaar

Investeringsproducten:

- Reële producten bedoeld voor een productieproces, zoals machines en fabrieken
- Tastbaar

Investeren en beleggen:

- Beide leveren doorgaans cash flow in de toekomst op
- Menselijk gedrag bij schaarse beleggings- en investeringsproducten
- Het financieel waarderen van deze producten
 Afruil tussen rendement en risico
 Het effect van tijd: Geld van vandaag heb je niet per definitie morgen ook.

Rendement bitcoin: Wat een ander jou ervoor gaat betalen op een bepaald moment in de toekomst.
Geen cashflows, wel winst door doorverkopen. Waarde wordt bepaald door vraag en aanbod.

Andere reële producten, bedoeld om te consumeren:

 Leveren niet per se cash flow in de toekomst op

Investeren en Beleggen < Financiering < Economie

,Waar staat Financiering in de economische wetenschap?

 Macro-economie: vraag en aanbod bepaalt evenwicht voor prijs en hoeveelheid. Globale
behandeling van kapitaalinkomen, samenhang met reëel-economische grootheden (arbeid,
groei, productie) en inflatie. (Productie, consumptie, reële producten)
 Micro-economie: vraag en aanbod van deelmarkten. Ook hier denken over evenwicht.
 Financiering/ Investeren en Beleggen:
- Hou bij het beprijzen van toekomstige cash flows rekening met risico en de tijdswaarde van
geld
- Onderscheid naar product (aandelen, obligaties, enz) vanwege verschil in risico. Meer risico
bij aandeel dan bij een obligatie.
- Niet vraag en aanbod

Welke vragen beoogt Financiering te beantwoorden?

 Wat doet tijdsverloop met waarde?
- Rente
- Inflatie
 Welke compensatie wordt gevraagd voor risico?
- De prijs van risico: hoe hoger het risico, hoe hoger de prijs je vraagt
- Rendement
 Wat is een beleggings- of investeringsproduct waard?
- Andere factoren die de waarde beïnvloeden (liquiditeit)

Geld van vandaag is niet gelijk aan het geld van morgen. (thema hoorcollege 1)

Geld dat je morgen wordt beloofd kun je nog niet uitgeven.

 “De kost gaat voor de baat uit”
- Kosten en baten vallen niet op hetzelfde moment
- Waardes kunnen pas worden vergeleken als ze beide worden teruggebracht naar hetzelfde
moment

Met gebruik van rente en discontering is de waarde die een cash flow (=geld) heeft op verschillende
momenten met elkaar te vergelijken.

Prijs en geld vandaag

 Prijs van financiële producten en reële producten is uitgedrukt in geld vandaag
 Geld vandaag (“Cash today”)
- Nu om te zetten in consumptie/producten
- Objectief want het is waarneembaar
 Contante waarde (“Present value”):
- De berekende waarde vandaag van cash flows later
- Subjectief vanwege aannames in het terugrekenen naar vandaag

,Waardebeginsel (“Valuation Principle”)

 Wanneer bij een investering de opbrengsten hoger zijn dan de kosten, dan:
- Is het “economisch juist” te investeren en zou er tot moeten worden besloten,
- Indien investeringen en opbrengsten zijn uitgedrukt in marktprijzen
 “zou … moeten”
- Want een bedrijf dient in het belang van zijn eigenaren te handelen binnen de geldende
wetgeving
- En moet rekening houden met anderen belanghebbenden, zoals medewerkers, klanten,
leveranciers, het milieu, enz.

Rente en de tijdswaarde van geld

 Wat is rente (“Interest (rate)”)?
- Beschikkingsmacht over jouw geld tijdelijk opgeven door het op een spaarrekening te zetten:
je kan er niet bij, je kunt het niet consumeren. Je krijgt er wel een vergoeding voor. Rente =
een vergoeding voor het uitstellen van consumptie.
- Rente is een kost voor vervroeging van consumptie.
 Tijdwaarde van geld (“Time Value of Money”)
- Verschil tussen geld later en geld vandaag is ongeveer gelijk aan de rente
 Wat bepaalt de rente?
- Inflatie, economische groei: volgend college

Rentebegrip

 Risicovrije rente (“Risk-free interest rate”): R f (vooruit rekenen, eindwaarde)
- Tijdswaarde van geld is risicovrij
- Bankrente of rente op een staatsobligatie is niet strikt risicovrij
- Maar deze wordt door gemakshalve wel vaak aan gelijk gesteld
 Discontovoet (“discount factor”) 1 / (1 + R f) (achteruit rekenen, contante waarde)

Leningen:

 Spaarrekening: bij een bank
 Obligatie: lening die verhandelbaar is
 Hypotheek: geld lenen voor een huis, huis is het onderpand: zekerheid wanneer niet wordt
terugbetaald
 Leasecontract: auto’s, landbouwmachines, zonnepanelen. Geen eigenaar, huren.
 Telefoonabonnement: toestel en abonnement gelijktijdig afnemen. Aan het einde is het
toestel van jou. Afbetalen met geld voor toestel en abonnement
 Studielening
 Credit card: betalen met credit card, wordt niet rechtstreeks afgeschreven, maar op den
duur.

, (Netto) Contante waarde

 Contante waarde (CW) (“Present Value”)
- De waarde vandaag van cash flows later
- Berekenbaar (bij een bkende discontovoet)
 Netto Contante Waarde (“Net Present Value”)
- De CW van opbrengsten min de CW van kosten
- De som van de CW van positieve en negatieve cash flows.

Waarde is geen geld! Huuropbrengsten in de toekomst is nog geen geld, maar waarde.
Omzetten naar geld vandaag via de netto contante waarde = geld.

De NCW beslisregel

 Welke keuze te maken bij investeringsmogelijkheden?
- Neem degenen met de hoogste NCW
- Doe niets wanneer NCW negatief is

Arbitrage

 Het gelijktijdig kopen en verkopen van hetzelfde product
- Met als doel daaraan te verdienen
 Voorbeeld: koop een termijncotract op een zilver in Chicago voor $15 en verkoop voor $16 in
New York
- Deze handelaar loopt geen risico en “doet” niets
 Tegenvoorbeeld: een edelsmid koopt gebruikt zilver bestek in tegen $250/kg, smelt het om
en verkoopt het aan de groothande voor $300/kg
- Geen arbitrage, want er is een “dienst”verricht, het omsmelten

Wet van één prijs

 Waarom gebruiken we het begrip: “Arbitrage”?
 Het is het mechanisme achter de “Wet van één prijs”:
- In een normale markt hebben identieke producten dezelfde prijs
- Identieke financiële producten hebben identieke cash flows
- De aanname is dat prijsverschillen dan worden “weggearbitreerd”
 Ook voor financiële producten geldt daarmee:
- Een aandeel, obligatie, enz. heeft maar één prijs
- Althans, op hetzelfde moment (“simultaneously”)
- Werkt goed vanwege grote transparantie in financiële markten

Wet van één prijs werkt, omdat hij meestal werkt. Erachter zit de arbitrage. De prijsverschillen zijn
wel aanwezig, maar zijn heel klein.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vand1407200. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.57  1x  sold
  • (0)
  Add to cart