S T A T I S T I EK 1
W A T I S B ES C H R I J V EN DE S T A T I S T I EK ?
Beschrijvende vs, inductieve statistiek
Beschrijvende statistiek :
Verzamelen
Samenvatten
kengetallen?
grafisch?
Analyseren
samenhang?
STAP 1 : Beschrijven wat we zien en gegevens verzamelen
STAP 2 : samenvatten
STAP 3 : analyseren
Specifiek voor bepaalde groepen, geen hele populatie
Mensen die je bevraagd moet een goede weerspiegeling zijn voor de hele populatie
Inductieve statistiek
Betekenis van deze resultaten in relatie tot de populatie
Schattingsprobleem
zegt de conclusie voor de hele populatie. Veralgemeende conclusie
W A T I S O ND ER ZO EK
Wat is het doel van onderzoek?
Algemene uitspraken over de werkelijkheid op basis van waarnemingen
Voorbeelden van uitspraken :
Vb : kabauters zijn kleiner als mensen niet relevant
Vb: vrouwen zijn intelligenter dan mannen ja wel onderzoekbaar
Wanneer is een onderzoek wetenschappelijk ?
Objectiviteit
Controleerbaarheid
Herhaalbaarheid
Systematiek
Natuurwetenschappers wet van zwaartekracht
Gedragswetenschapper geen algemene wet iemand die gefrustreerd is gaat niet altijd agressief reageren. zoeken naar
kans, hoe vaak iets voorkomt. Kan nooit bij iedereen voorkomen
Probabilisme waarschijnlijkheden
Determinisme wetten, gaat elke keer hetzelfde zijn
E T H I EK EN ST A T I ST I E K
De hoofdvraagstelling afstemmen op de resultaten van je onderzoek
Proefpersonen geen voorlichting geven
Causale relaties(oorzaak-gevolg) benoemen, terwijl er geen zijn
Oorzaak en gevolg moeilijk aantonen maar moet je kunnen bewijzen
1
,Samenhang zien is het wel oorzaak gevolg?
1) Als je proefpersoon al weet dat ze shocken gaan krijgen ga je enkel mensen hebben die niet bang zijn van shocken
die meedoen aan het experiment
2) Samenhang zeggen, oorzaak gevolg, die er eigenlijk niet is
Exact 2 dezelfde grafieken qua data
Als je dip wilt aantonen linker grafiek laten zien dat iets werkt door een daling of stijging
Als je gelijkheid wilt aantonen rechtse grafiek
Afhankelijk hoe je dingen visueel voorstelt
In perspectief zetten of context zetten is die daling/stijging wel belangrijk ?
Bv bij dokter, is het dan wel nodig om patiënt ongerust te maken terwijl de stijging niet hel ernstig is ?
S A M EN H A NG V A N V A R I A B EL EN
Onafhankelijke vs afhankelijke variabele
Variabelen verschillende waarden = Bv leeftijd
Welke variabelen willen we onderzoeken
Afhankelijke variabelen = wat willen we onderzoeken
Onafhankelijke variabele = ‘oorzaak’
Verschillen in deze variabele wordt gezien als oorzaak van verschillen in de afhankelijke variabele
‘heeft les van uur invloed gehad’
Afhankelijke variabele = ‘gevolg’
Verschillen in deze variabelen wordt gezien als gevolg van verschillen in de onafhankelijke variabele
Variabele ter studie
‘willen onderzoeken, wordt dit door iets beïnvloedt
Wat is de (on)afhankelijke variabele
1) Groeien tomaten sneller onder natuurlijk licht, fluorescerend licht of een gloeilamp ?
Is het groeitempo van de tomaten afhankelijk van het soort licht?
Groeitempo afhankelijke
Soort licht onafhankelijke
2) Wat is het effect van het type frisdrank op de bloedsuikerspiegel?
Bloedsuikerspiegel = afhankelijk want die is afhankelijk van het soort frisdrank (onafhankelijk)
3) Hoe beïnvloedt telefoongebruik in de avond de nachtrust?
Afhankelijk telefoon onafhankelijk rust
Is …. Afhankelijk van….
Agressief is afhankelijk van het geslacht
2
,G ED R A GS WE T E N SC H A PP E N K E NT 2 T Y PE S V A N O ND ER ZO EK
Het experiment
Het survey-onderzoek
Ene krijgt echt pilletje, andere krijgt pilletje met niks in
Vraag ; werkt de medicatie voor depressie?
Wel belangrijk dat iedereen ongeveer zelfde symptomen heeft voor goed te kunnen vergelijken
Herhaalde metingen : je blijft met die medicatie werken. Iedereen die deelneemt krijgt medicatie maar voor je medicatie
geeft meet je hoe ernstig de symptomen en na medicatie opnieuw test
Zo haal je geen medicatie weg
Survey -> niet zelf manipuleren maar constant iets met vragenlijsten, metingen,… dus geen fake pilletje geven. Maar je moet
vertrouwen hebben in proefpersoon en hebt geen idee hoe zwaar het echt was
Experimenteel opzet fake pilletje geven manipuleren
4 V OOR WA A R D EN C A U SA LE R EL A T I E S
1. De oorzaak en gevolg moeten in een tijdruimtelijke structuur samen voorkomen
je kunt niet pas na 5 jaar met gevolg afkomen
2. De oorzaak dient vooraf te gaan aan het gevolg
eerst oorzaak, dan gevolg
3. Het gevolg zal nooit optreden zonder het voorkomen van de oorzaak
moeilijk te bewijzen. ‘nooit zo zijn dat depressie vermindert als er geen medicatie is’
4. Indien de oorzaak aanwezig is, moet het gevolg er ook zijn
als medicatie wordt genomen, moeten symptomen ook verminderen
Heel moeilijk dus voor causale relatie te bekomen
Kunnen toepassen in casussen ‘ waarom niet ethisch’
Leek? iemand die niets van psychologie kent, daaraan iets uitleggen
7 Fasen van onderzoeksproces (Casusvraag examen welke fase zitten ze, welke fase volgt er )
1) Fase 1 De vraagstelling
gebruik van vraagvorm
specificeer begrippen
geen oordelende vragen
hoofd-en deelvragen
= bv hoeveel procent van de jongeren in de psychiatrie neemt medicatie specifiek
eten jongeren wel gezond ? oordelend
3 typen van vragen
- Voorkomen van iets
- Verschillen tussen groepen
- Samenhang
2) Fase 2 :Literatuuronderzoek
na vraagstelling kijken wat er al gepubliceerd is over dit onderzoek
3
, Waarom belangrijk ?
- Begripsomschrijving en meting van begrippen : bv onderzoek naar compulsief koopgedrag en persoonlijkheid
nagaan op welke wijze compulsief koopgedrag en persoonlijkheid omschreven worden in de literatuur. Ook goed om
te weten welke meetinstrumenten al gebruikt werden.
- Methodologische aanpak in de literatuur kunnen we zien op welke manier eerdere onderzoeken werden
aangepakt = vragenlijsten, experimenteel opzet,…
- Beschikbare data soms hebben andere onderzoekers al eerder de data onderzocht waar jij ook naar opzoek was
3) Fase 3 : Operationalisering
= meetbaar maken van een begrip bv leeftijd geboortedatums gaan
verzamelen
Gebruik maken van :
• Bestaande vragenlijst bv IQ test
• Nieuwe vragenlijst bv : zelf opstellen
• Best gesloten vragen ja/nee voor in SPSS
• Likertschaal bij meningen
resultaten gemakkelijker verwerken achteraf!
• Voorkom sociaal wenselijke antwoorden
• Voorkom antwoordtendensen
In statistiek best gesloten vragen makkelijk conclusies trekken, anders veel te breed
Likertschaal Meestal 5 opties = akkoord, beetje akkoord, neutraal, niet echt akkoord, niet akkoord
Wissel af in soort vragen anders bestaat kans dat ze vraag niet meer lezen
4) De steekproefopzet (survey-onderzoek )
Steekproef Kleine groep van populatie. Weerspiegelt het de realiteit ? Is de groep niet te klein tegenover de
populatie ? Moet representatief zijn
Populatie volledige groep = iedereen die je wilt onderzoeken (alle studenten) is niet realistisch vaak
• Aselecte steekproef(niet geselecteerd iedereen kan in steekproef zitten
• Elk individu van de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef terecht te komen
(steekproefkader)
• Niet-aselecte steekproef( geselecteerd wie makkelijk te bereiken? Wat is snel en goedkoop?
• Niet elk individu van de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef terecht te komen
Wat is het beste aselect
Aselecte steeproef :
Casus waar onderzoek beschreven wordt, je moet zeggen welke soort steekproef en wat voordeel en nadeel is
Aselect :
• Volledig aselecte steekproef (simple random sampling) computer kiest aantal nummers van personen
• Systematisch aselecte steekproef (systematic sampling) kies een willekeurig eerste persoon en de
volgende proefpersoon heeft telkens een nummer dat x aantal hoger ligt bv elke 7 nummers
4
W A T I S B ES C H R I J V EN DE S T A T I S T I EK ?
Beschrijvende vs, inductieve statistiek
Beschrijvende statistiek :
Verzamelen
Samenvatten
kengetallen?
grafisch?
Analyseren
samenhang?
STAP 1 : Beschrijven wat we zien en gegevens verzamelen
STAP 2 : samenvatten
STAP 3 : analyseren
Specifiek voor bepaalde groepen, geen hele populatie
Mensen die je bevraagd moet een goede weerspiegeling zijn voor de hele populatie
Inductieve statistiek
Betekenis van deze resultaten in relatie tot de populatie
Schattingsprobleem
zegt de conclusie voor de hele populatie. Veralgemeende conclusie
W A T I S O ND ER ZO EK
Wat is het doel van onderzoek?
Algemene uitspraken over de werkelijkheid op basis van waarnemingen
Voorbeelden van uitspraken :
Vb : kabauters zijn kleiner als mensen niet relevant
Vb: vrouwen zijn intelligenter dan mannen ja wel onderzoekbaar
Wanneer is een onderzoek wetenschappelijk ?
Objectiviteit
Controleerbaarheid
Herhaalbaarheid
Systematiek
Natuurwetenschappers wet van zwaartekracht
Gedragswetenschapper geen algemene wet iemand die gefrustreerd is gaat niet altijd agressief reageren. zoeken naar
kans, hoe vaak iets voorkomt. Kan nooit bij iedereen voorkomen
Probabilisme waarschijnlijkheden
Determinisme wetten, gaat elke keer hetzelfde zijn
E T H I EK EN ST A T I ST I E K
De hoofdvraagstelling afstemmen op de resultaten van je onderzoek
Proefpersonen geen voorlichting geven
Causale relaties(oorzaak-gevolg) benoemen, terwijl er geen zijn
Oorzaak en gevolg moeilijk aantonen maar moet je kunnen bewijzen
1
,Samenhang zien is het wel oorzaak gevolg?
1) Als je proefpersoon al weet dat ze shocken gaan krijgen ga je enkel mensen hebben die niet bang zijn van shocken
die meedoen aan het experiment
2) Samenhang zeggen, oorzaak gevolg, die er eigenlijk niet is
Exact 2 dezelfde grafieken qua data
Als je dip wilt aantonen linker grafiek laten zien dat iets werkt door een daling of stijging
Als je gelijkheid wilt aantonen rechtse grafiek
Afhankelijk hoe je dingen visueel voorstelt
In perspectief zetten of context zetten is die daling/stijging wel belangrijk ?
Bv bij dokter, is het dan wel nodig om patiënt ongerust te maken terwijl de stijging niet hel ernstig is ?
S A M EN H A NG V A N V A R I A B EL EN
Onafhankelijke vs afhankelijke variabele
Variabelen verschillende waarden = Bv leeftijd
Welke variabelen willen we onderzoeken
Afhankelijke variabelen = wat willen we onderzoeken
Onafhankelijke variabele = ‘oorzaak’
Verschillen in deze variabele wordt gezien als oorzaak van verschillen in de afhankelijke variabele
‘heeft les van uur invloed gehad’
Afhankelijke variabele = ‘gevolg’
Verschillen in deze variabelen wordt gezien als gevolg van verschillen in de onafhankelijke variabele
Variabele ter studie
‘willen onderzoeken, wordt dit door iets beïnvloedt
Wat is de (on)afhankelijke variabele
1) Groeien tomaten sneller onder natuurlijk licht, fluorescerend licht of een gloeilamp ?
Is het groeitempo van de tomaten afhankelijk van het soort licht?
Groeitempo afhankelijke
Soort licht onafhankelijke
2) Wat is het effect van het type frisdrank op de bloedsuikerspiegel?
Bloedsuikerspiegel = afhankelijk want die is afhankelijk van het soort frisdrank (onafhankelijk)
3) Hoe beïnvloedt telefoongebruik in de avond de nachtrust?
Afhankelijk telefoon onafhankelijk rust
Is …. Afhankelijk van….
Agressief is afhankelijk van het geslacht
2
,G ED R A GS WE T E N SC H A PP E N K E NT 2 T Y PE S V A N O ND ER ZO EK
Het experiment
Het survey-onderzoek
Ene krijgt echt pilletje, andere krijgt pilletje met niks in
Vraag ; werkt de medicatie voor depressie?
Wel belangrijk dat iedereen ongeveer zelfde symptomen heeft voor goed te kunnen vergelijken
Herhaalde metingen : je blijft met die medicatie werken. Iedereen die deelneemt krijgt medicatie maar voor je medicatie
geeft meet je hoe ernstig de symptomen en na medicatie opnieuw test
Zo haal je geen medicatie weg
Survey -> niet zelf manipuleren maar constant iets met vragenlijsten, metingen,… dus geen fake pilletje geven. Maar je moet
vertrouwen hebben in proefpersoon en hebt geen idee hoe zwaar het echt was
Experimenteel opzet fake pilletje geven manipuleren
4 V OOR WA A R D EN C A U SA LE R EL A T I E S
1. De oorzaak en gevolg moeten in een tijdruimtelijke structuur samen voorkomen
je kunt niet pas na 5 jaar met gevolg afkomen
2. De oorzaak dient vooraf te gaan aan het gevolg
eerst oorzaak, dan gevolg
3. Het gevolg zal nooit optreden zonder het voorkomen van de oorzaak
moeilijk te bewijzen. ‘nooit zo zijn dat depressie vermindert als er geen medicatie is’
4. Indien de oorzaak aanwezig is, moet het gevolg er ook zijn
als medicatie wordt genomen, moeten symptomen ook verminderen
Heel moeilijk dus voor causale relatie te bekomen
Kunnen toepassen in casussen ‘ waarom niet ethisch’
Leek? iemand die niets van psychologie kent, daaraan iets uitleggen
7 Fasen van onderzoeksproces (Casusvraag examen welke fase zitten ze, welke fase volgt er )
1) Fase 1 De vraagstelling
gebruik van vraagvorm
specificeer begrippen
geen oordelende vragen
hoofd-en deelvragen
= bv hoeveel procent van de jongeren in de psychiatrie neemt medicatie specifiek
eten jongeren wel gezond ? oordelend
3 typen van vragen
- Voorkomen van iets
- Verschillen tussen groepen
- Samenhang
2) Fase 2 :Literatuuronderzoek
na vraagstelling kijken wat er al gepubliceerd is over dit onderzoek
3
, Waarom belangrijk ?
- Begripsomschrijving en meting van begrippen : bv onderzoek naar compulsief koopgedrag en persoonlijkheid
nagaan op welke wijze compulsief koopgedrag en persoonlijkheid omschreven worden in de literatuur. Ook goed om
te weten welke meetinstrumenten al gebruikt werden.
- Methodologische aanpak in de literatuur kunnen we zien op welke manier eerdere onderzoeken werden
aangepakt = vragenlijsten, experimenteel opzet,…
- Beschikbare data soms hebben andere onderzoekers al eerder de data onderzocht waar jij ook naar opzoek was
3) Fase 3 : Operationalisering
= meetbaar maken van een begrip bv leeftijd geboortedatums gaan
verzamelen
Gebruik maken van :
• Bestaande vragenlijst bv IQ test
• Nieuwe vragenlijst bv : zelf opstellen
• Best gesloten vragen ja/nee voor in SPSS
• Likertschaal bij meningen
resultaten gemakkelijker verwerken achteraf!
• Voorkom sociaal wenselijke antwoorden
• Voorkom antwoordtendensen
In statistiek best gesloten vragen makkelijk conclusies trekken, anders veel te breed
Likertschaal Meestal 5 opties = akkoord, beetje akkoord, neutraal, niet echt akkoord, niet akkoord
Wissel af in soort vragen anders bestaat kans dat ze vraag niet meer lezen
4) De steekproefopzet (survey-onderzoek )
Steekproef Kleine groep van populatie. Weerspiegelt het de realiteit ? Is de groep niet te klein tegenover de
populatie ? Moet representatief zijn
Populatie volledige groep = iedereen die je wilt onderzoeken (alle studenten) is niet realistisch vaak
• Aselecte steekproef(niet geselecteerd iedereen kan in steekproef zitten
• Elk individu van de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef terecht te komen
(steekproefkader)
• Niet-aselecte steekproef( geselecteerd wie makkelijk te bereiken? Wat is snel en goedkoop?
• Niet elk individu van de populatie heeft evenveel kans om in de steekproef terecht te komen
Wat is het beste aselect
Aselecte steeproef :
Casus waar onderzoek beschreven wordt, je moet zeggen welke soort steekproef en wat voordeel en nadeel is
Aselect :
• Volledig aselecte steekproef (simple random sampling) computer kiest aantal nummers van personen
• Systematisch aselecte steekproef (systematic sampling) kies een willekeurig eerste persoon en de
volgende proefpersoon heeft telkens een nummer dat x aantal hoger ligt bv elke 7 nummers
4