Geschiedenis samenvatting Memo Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
45 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Institution
EuroCollege Hogeschool Rotterdam (EuroColleg)
Alles wat je moet weten voor je eindexamen! Duidelijke samenvatting, inclusief voorbeelden. Perfect voor je examen, toets of tentamen. Geschiedenis samenvatting Memo Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
1. De Industriële Revolutie
In de tweede helft van de 18e eeuw begon de Engelse economie fors te groeien.
Kleinschalige en handmatige productie gemechaniseerde massaproductie.
Industriële samenleving: grote verandering in de samenleving waarbij industrie en
verkeer steeds meer worden gemechaniseerd.
Wat veroorzaakte deze verandering?
Rond 1700 woonde 80% van de bevolking op het platteland. Om wat bij te verdienen
werkten veel plattelanders als spinners of wevers voor koopman-kapitalisten. Die
koopmannen lieten op het platteland goedkoop wollen stoffen produceren om daarna
met winst door te verkopen.
In de tweede helft van de 18e eeuw kwam er groei in de Engelse economie
veroorzaakt door een aantal samenhangende factoren:
- De opbrengsten van de landbouw stegen enorm, o.a. door nieuwe gewassen en
betere werktuigen.
- De bevolking groeide doordat er meer voedsel beschikbaar was en verbeterde
ziektebestrijding. Hierdoor steeg de behoefde naar voedsel en kleding.
- De koloniën in Azië en Amerika produceerden steeds meer goedkope grondstoffen,
zoals ruwe katoen.
De winst uit landbouw en handel werd gebruikt om de textiel productie te verbeteren.
De apparaten die daarvoor werden ontwikkeld waren te duur en te groot voor de
huisnijverheid. Dus brachten ondernemers de textielproductie in speciale fabrieken.
Hier werden grote aantallen producten gemaakt, huisspinners konden hiermee
onmogelijk concurreren. Dus de huisnijverheid verdween.
Machines op waterkracht stoommachines. De fabrieken die van waterkracht
gebruikmaakten hadden veel succes, dat de beste plaatsen langs rivieren al snel
bezet waren. Stoomkracht bleek een goed alternatief.
Andere bedrijven gingen ook stoommachines gebruiken. Daardoor groeiden ook de
mijnbouw en ijzerindustrie.
In gebieden met steenkool en ijzererts ontwikkelden kleine stadjes tot enorme
fabriekssteden. En om producten te vervoeren werd door het hele land kanalen en
spoorwegen aangelegd.
Ook sociaal had industrialisatie gevolgen:
- De maatschappelijke indeling veranderde. Door de groei van fabrieken nam het
aantal industriëlen (grote ondernemers) toe. Niet alleen werden ze rijk maar trokken
ook politieke macht naar hun toe.
- Door het wegvallen van de huisnijverheid trokken veel plattelandsbewonders naar
de steden op zoek naar werk. Er kwam een nieuwe sociale groep: de
arbeidersklasse (mensen die geen productiemiddelen bezitten en geld verdienen
door hun arbeid te verkopen)
, - Versterking van de middenklasse (winkeliers en geschoolde werknemers, zoals
ambtenaren of leraren) doordat fabrieken ook werk aanboden zoals boekhouders en
ingenieurs.
De opkomst van de industriële samenleving zorgde er voor dat de staat zich
intensiever met de samenleving ging bemoeien:
- Het onderwijs was al een lange tijd in de handen van kerkelijke of particuliere
organisaties. Maar verlichtingsdenkers en de industrialisatie onderstreepte het
belang van goed onderwijs. Daarom begonnen overheden zelf scholen te stichten en
richtten ze zich vooral op de middenklasse.
- De verwerking van de enorme hoeveelheid afval en het gebrek aan goed drinkwater
waren de grootste problemen. Dus, de overheid hield zich bezig met de aanleg van
rioleren, de afvalverwerking en de watervoorziening.
Industriële Revolutie: grote veranderingen in de samenleving waarbij industrie en
verkeer steeds meer worden gemechaniseerd
In de tijd van de Industriële Revolutie ontstond het moderne kapitalisme:
economisch systeem waarin particuliere ondernemers (met behulp van vrije arbeid)
goederen en diensten produceren met het doel zo veel mogelijk winst te maken door
ze op de vrije markt te verkopen
Deze vorm van kapitalisme richt zich dus op de productie van goederen en diensten
en onderscheidt zich van het oude handelskapitalisme, waarin ondernemers winst
proberen te maken door goederen te verhandelen.
Ook gingen mensen anders denken over de beste manier om een land welvarend te
maken. Halverwege 18e eeuw waren velen voorstander van een mercantilistische
economische politiek. De staat probeerde dan de economie met allerlei wetten te
sturen. Op dit mercantilisme kwam in de 18e eeuw steeds meer kritiek. Adam Smith
schreef The Wealth of Nations (1776) hierin pleitte hij voor een zo groot mogelijke
economische vrijheid. Met deze denkbeelden werd Smith de grondlegger van het
economisch liberalisme (het steven naar een economisch systeem waarbij de staat
zich zo min mogelijk bemoeit met de economie en de ondernemer maximale vrijheid
heeft).
De handelaren en fabrikanten konden zich goed vinden in zijn ideeën en wilden niets
meer weten van het mercantilisme. Zo was er natuurlijk ook geen plaats meer voor
gilden en deze werden dan ook in 1835 afgeschaft.
Door het economisch liberalisme was er veel vrijheid voor ondernemers, maar weinig
bescherming voor arbeiders. De arbeids- en leefomstandigheden waren soms zo
slecht, dat het Engelse Parlement in 1850 besloot in te grijpen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CeliaO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.