Samenvatting bestaat uit de volgende leerstof:
Boeken:
- Omgaan met de patiënt: hoofdstuk 1 en hoofdstuk 3.2
- Voorlichting: hoofdstuk 4 en hoofdstuk 7
- Pathologie deel 1: hoofdstuk 6.4.1, hoofdstuk 7.3.1, hoofdstuk 7.6.4, hoofdstuk 8.5, hoofdstuk 8.7, hoofdstuk 11, hoofdstuk 13.4, hoofdstuk 15....
Artikel: Het elektronisch medisch dossier
◌ Noem 5 verschillende huisartsinformatiesystemen:
Medicon classic, Medicom grafisch, Microhis, Cito en Omnihis
◌ Welke informatie is opgenomen in het EMD systeem?
- De NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats)
- Geboortedatum
- Geslacht
- Verzekeringsmaatschappij
◌ Via het medisch dossier kan men in het medisch journaal komen en vanuit daar weer in:
- De voorgeschiedenis
- De receptuur
- De in- en uitgaande post
- De risico profielen
◌ Waarvoor staat de SOEP-registratie?
Subjectief: de symptomen en klachten van de patiënt
Objectief: onderzoek en resultaten van het onderzoek
Evaluatie: (voorlopige diagnose)
Plan
◌ In het EMD kunnen ruiters aangemaakt worden. Wat houdt dit in?
Ruiters worden aangemaakt om kort in het EMD te vermelden dat de patiënt bijvoorbeeld een
diabetespatiënt is (of ruiter griepvaccinatie). Ook een contra-indicatie zoals zwangerschap of allergie.
◌ Wat is het voordeel wanneer meerdere disciplines inzage krijgen in alle patiëntendossiers?
Dit is kostenbesparend, onderzoeken hoeven niet opnieuw gedaan te worden.
◌ De assistente die de post verzorgt maakt onderscheid in verschillende soorten. Benoem deze
soorten en leg uit:
- Privé: ongeopend aan arts geven.
- Reclame en tijdschriften: apart houden, veel artsen nemen dergelijke post niet dagelijks door.
- Specialistenbrieven: met deze stapel gaat de assistente snel aan het werk.
- Overige praktijkpost: post aan arts geven die dit op korte termijn doorneemt (bijv. post van
verzekeraars of rekeningen).
Artikel: Transitie in de zorg
◌ Wat betekent transities?
Dit betekent overgangen, namelijk de overgangen die je maakt als je ouder wordt. Bijvoorbeeld je
gaat op jezelf wonen of krijgt en relatie.
◌ Wat betekent het begrip transities in de zorg?
De overstap zelf is een moment, maar de transitie houdt meer in. Het is het proces van de
voorbereiding op de overstap, het overstapmoment en de periode van gewenning. (Bijv. van
,kinderziekenhuis naar volwassenenziekenhuis).
◌ Noem 3 aspecten die veranderen tijdens de adolescentie:
- Seksuele rijping
- Ontwikkelen eigen persoonlijkheid en identiteit
- Toenemende zelfstandigheid
- Omgaan met de nieuwe vrijheid en verantwoordelijkheden
◌ Noem 3 problemen die voorkomen bij transitie in de zorg:
- Drop-out: van jongeren uit behandelingsprogramma’s.
- Opstand tegen strakke behandelregimes, gebrekkige therapietrouw met als gevolg meer
complicaties en verslechtering algemene conditie.
- Gebrekkige overdracht en discontinuïteit van zorg, met als gevolg ondermaatse zorgverlening.
Artikel: Specifieke doelgroepen van de wmo
◌ Leg uit wat er wordt bedoeld met specifieke doelgroepen van de wmo.
Hieronder wordt verstaan mensen die vanwege een beperking of psychisch probleem minder goed
kunnen communiceren en/of voor andere niet goed invoelbaar gedrag vertonen.
◌ Noem 7 groepen die onder de wmo vallen.
- Mensen met een verstandelijke beperking
- Ouderen met psychogeriatrische problemen
- Mensen met ernstige en langdurige psychiatrische klachten
- Doelgroepen van de openbare geestelijke gezondheidszorg (verslaving / daklozen)
- Slachtoffers van huishoudelijk geweld
- Mensen met een zintuigelijke beperking
- Groepen allochtone burgers
◌ Wat doen intermediairs? Noem 3 voorbeelden van intermediairs.
Intermediairs kunnen kennis over de doelgroepen aandragen, aangeven wat voor input van de
doelgroepen te verwachten is en meedenken over manieren van contact leggen en over de te kiezen
vorm raadplegen. Ook kunnen zij vaak een actieve rol spelen bij de uitvoering van het plan.
- Beroepskrachten of vrijwilligers (maatschappelijk werk / GGD)
- Zelfzorgorganisaties (vereniging van mensen met een zintuiglijke beperking)
- Ervaringsdeskundigen
◌ Omdat de specifieke doelgroepen allemaal een probleem hebben op het vlak van communicatie, is
extra aandacht nodig voor de manier van communiceren. Waar kunt u rekening mee houden?
- Het bepalen van de vorm van raadpleging (wilt u de doelgroep echt bevragen of is er meer sprake
van een kennismaking).
- Wanneer u de groep wilt informeren kunt u werken met een presentatie of film.
- Denk na over de plaats waar het contact plaatsvindt. Vaak voelen mensen zich meer op hun gemak
op een voor hen vertrouwde plaats.
◌ De groepen die onder de wmo vallen hebben een aantal kenmerken gemeen die maken dat ze niet
of onvoldoende deel kunnen nemen aan cliëntenparticipatie (meepraten). Noem 3 kenmerken:
- Lezen geen krant en beschikken niet over internet
- Kennis van de maatschappij is beperkt
, - Men denkt niet op lange termijn, maar op zeer korte termijn
- Sociaal minder vaardig of vertonen afwijkend gedrag
◌ Welke 3 doelgroepen vallen onder doelgroepen van de openbare geestelijke gezondheidszorg?
- Zorgwekkende zorgmijders
- Mensen met verslavingsproblemen
- Daklozen
◌ Noem 2 voorbeelden van iedere doelgroep:
Mensen met een verstandelijke beperking
- MEE Nederland
- Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
Ouderen met psychogeriatrische problemen
- Samen Verder
- Alzheimer Nederland
Mensen met ernstige en langdurige psychiatrische klachten
- GGZ instellingen
- Zorgbelang
Doelgroepen van de openbare geestelijke gezondheidszorg
- GGZ Nederland
- Federatie opvang
‘Stille’ slachtoffers van huiselijk geweld
- Advies- en steunpunten huiselijk geweld
- Advies- en meldpunten kindermishandeling
Mensen met een zintuiglijke beperking
- Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden
- Dovenschap
◌ Welke 5 termen horen in de participatieladder (tevens participatiedoelen)?
- Informeren
- Raadplegen
- Adviseren
- Coproduceren
- Meebeslissen
◌ De prestatievelden die in de Wmo worden onderscheiden zijn: (9)
1. Sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten
2. Jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden
3. Informatie, advies en cliëntondersteuning
4. Mantelzorg en vrijwilligerswerk
5. Bevorderen van participatie van mensen met beperkingen, chronisch psychische problemen of
psychosociale problemen
6. Verlenen van voorzieningen aan mensen met beperkingen, chronisch psychische problemen of
psychosociale problemen
7. Maatschappelijke opvang, advies- en steunpunten huiselijk geweld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisevanhamond. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.