100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Politicologie samenvatting $7.55   Add to cart

Summary

Politicologie samenvatting

4 reviews
 164 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting politicologie. Combinatie van de hoorcolleges en de boeken!

Last document update: 4 year ago

Preview 4 out of 38  pages

  • Yes
  • May 23, 2020
  • May 25, 2020
  • 38
  • 2019/2020
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: jorismoerman • 3 year ago

review-writer-avatar

By: sannewiggers • 4 year ago

review-writer-avatar

By: riiziane • 4 year ago

review-writer-avatar

By: meesvandenberg • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting politicologie hoorcolleges + boek

*OD staat voor het boek van Orvis & Drogus: Introducing Comparative Politics (5 e editie).
*Andeweg staat voor het boek van Andeweg & Irwin: Governance and politics of the Netherlands (4 e editie)


Week 1

OD H1

Politiek = het proces waarbij menselijke gemeenschappen collectieve beslissingen nemen.
Deze gemeenschappen kunnen van elke grote zijn (van kleine dorpen tot naties en
internationale organisaties).
Politicologie = de systematische studie van politiek en macht.
Comparatieve politiek = een van de belangrijkste deelgebieden van de politieke
wetenschappen, waarin de primaire focus ligt op het vergelijken van macht en besluitvorming
tussen landen. Het bestuderen van comparatieve politiek heeft verschillende voordelen,
namelijk:
1. Verdieping in het begrijpen van politieke gebeurtenissen en ontwikkelingen in
verschillende landen.
2. Systematische vergelijking van verschillende politieke systemen en gebeurtenissen
kan over de hele wereld belangrijke lessen opleveren van de ene plaats die op een
andere kan worden toegepast.
3. Politiek onderzoek helpt ons om brede theorieën te ontwikkelen over hoe politiek
werkt

Theorie = samenhangend stelsel van uitspraken over sociale werkelijkheid
 Empirische theorie = een argument dat uitlegt wat er werkelijk gebeurt; empirische
theoretici merken en beschrijven eerst een patroon en proberen vervolgens uit te
leggen wat de oorzaak is.
 Normatieve theorie = een argument dat uitlegt wat er moet gebeuren in plaats van
wat er daadwerkelijk gebeurt.

Hypothese = logische consequentie op basis van een theorie

Macht
Individuen of groepen kunnen macht hebben over anderen op heel veel verschillende
manieren. Steven Lukes heeft macht gecategoriseerd in drie dimensies:
 The first dimension of power: het vermogen van een persoon of een groep om een
ander persoon of een andere groep iets te laten doen die zij normaal gesproken nooit
zouden doen. De focus ligt hier dus op gedrag en actieve beslissingen.
 A second dimension of power: ziet macht als het vermogen om niet alleen mensen
iets te laten doen (zoals bij de eerste dimensie), maar ook juist om mensen te
weerhouden om iets te doen.



Pagina 1 van 38

,  A third dimension of power: het vermogen om individuele of groepsvereisten te
vormen of te bepalen door mensen te laten nadenken over politieke kwesties op een
manier die in strijd is met hun eigen belangen. Het vermogen om te beïnvloeden hoe
mensen denken, levert de macht om te voorkomen dat bepaalde politieke eisen ooit
worden geformuleerd: als werknemers die het minimumloon betalen, geloven dat
verhoging van het loon tot minder banen zal leiden, zullen ze in de eerste plaats geen
hoger loon eisen.

Drie kernvragen in comparatieve politiek
1. Wat verklaart politiek gedrag?
2. Wie regeert/heeft de macht?
3. Waar en waarom vinden bepaalde soorten politieke fenomenen plaats?

Kernvraag 1: Wat verklaart gedrag?

Politieke actor: elke persoon of groep die zich bezighoudt met politiek gedrag
Psychologische theorieën: verklaringen voor politiek gedrag op basis van psychologische
analyse van de motieven van politieke actoren.

Een politieke cultuur is een verzameling van wijd gedeelde opvattingen, waarden,
overtuigingen en symbolen over politiek. Het biedt mensen manieren om de politieke arena te
begrijpen, rechtvaardigen. Politieke culturen komen voort uit verschillende historische
processen en kunnen in de loop van de tijd veranderen, hoewel ze meestal vrij langzaam
veranderen, omdat ze vaak diep verankerd zijn in de samenleving.
Politieke socialisatie: het proces waardoor mensen, vooral jongeren, leren over politiek en de
gemeenschappelijke politieke waarden en overtuigingen van een samenleving.

Er bestaan twee brede stromingen binnen de politieke cultuurtheorie, namelijk de modernisten
en de postmodernisten:
 Modernisten = geloven dat in elk land duidelijke sets van attitudes, waarden en
overtuigingen kunnen worden geïdentificeerd die zeer zelden veranderen en veel
uitleg geven over de politiek daar.
o Postmaterialist = Ronald Inglehart (1971) bedacht de term in de jaren
zeventig om te omschrijven wat hij zag als een nieuw overheersend element in
de politieke cultuur in rijke democratieën. Hij betoogde dat als gevolg van de
economische expansie na de Tweede Wereldoorlog in de jaren zestig en
zeventig de meeste burgers in welvarende samenlevingen zich minder zorgen
maakten over economische (materialistische) kwesties en meer bezorgd waren
over ‘levenskwaliteit’ kwesties, zoals mensenrechten, burgerrechten,
vrouwenrechten, milieu en morele waarden  dit beïnvloedde ook de politiek,
omdat mensen ineens op andere partijen gingen stemmen. Het
postmaterialisme laat dus zien hoe de politieke cultuur door de tijd heen kan
veranderen als een resultaat van andere veranderingen in de samenleving.


Pagina 2 van 38

,  Postmodernisten = een benadering die culturen niet ziet als sets van vaste en
duidelijk gedefinieerde waarden, maar eerder als sets van symbolen die onderworpen
zijn aan de interpretatie van politieke discourse = de manier waarop mensen over
politiek spreken en schrijven; postmodernisten stellen dat politieke discourses invloed
hebben op de politieke attitudes, identiteit en acties.

De derde grote benadering om politiek gedrag te verklaren is structuralisme = stelt dat
politiek gedrag op zijn minst wordt beïnvloed en beperkt en misschien zelfs wordt bepaald
door bredere structuren in een samenleving, zoals klassendivisies (Marxisme) of duurzame
instellingen.
Institutionalisme = stelt dat politieke instituties cruciaal zijn om politiek gedrag te kunnen
begrijpen.

Kernvraag 2: Wie regeert/heeft de macht?
Je zou denken dat in een democratie de macht in handen is van het volk. Maar veel
politicologen betwijfelen dit. Zij beargumenteren dat zelfs in democratieën, de stemmers niet
echt de macht in handen hebben maar dat een kleine groep uit de top de macht heeft en
controle heeft over alles. Politicologen hebben veel theorieën ontwikkeld die in twee brede
categorieën kunnen worden onderverdeeld:
 Pluralistische theorieën: verklaringen over wie macht heeft die beweren dat de
samenleving is verdeeld in verschillende politieke groepen en dat de macht over deze
groepen is verdeeld, zodat geen enkele groep volledig of permanent de macht heeft;
contrast met elite theorie.
 Elitetheorieën: stellen dat samenlevingen worden geregeerd door een economische,
gender -, raciale of andere kleine groep die effectieve controle heeft over vrijwel alle
macht; contrast met pluralistische theorie




Pagina 3 van 38

, OD H2

Staat = een doorlopend administratief apparaat dat de wetten ontwikkelt en beheert en
openbaar beleid in een bepaald gebied genereert en implementeert.

Kenmerken moderne staat
 Een claim op grondgebied: een gebied met duidelijke grenzen
 Externe en interne soevereiniteit:
o Soevereiniteit = kwaliteit van een staat waarin het wettelijk wordt erkend door
de familie van staten als de enige legitieme bestuurs autoriteit op zijn
grondgebied en als de juridische gelijkenis van andere staten
o Externe soevereiniteit = soevereiniteit met betrekking tot externe
bevoegdheden die wettelijk erkend zijn in het internationaal recht  om echte,
effectieve externe soevereiniteit te hebben moet een staat zijn grondgebied
kunnen verdedigen en niet overdreven afhankelijk zijn van een andere macht.
Regeringen zonder soevereiniteit zijn niet echt moderne staten
o Interne soevereiniteit = de enige autoriteit binnen een gebied dat wetten en
beleid kan maken en handhaven
 Een claim op legitimiteit: het erkende recht om te regeren. Weber beschreef 3 vormen
van legitieme autoriteit:
o Traditionele legitimiteit = het recht om te regeren gebaseerd op tradities
(bijvoorbeeld de Koning)
o Charismatische legitimiteit = het recht om re regeren vanwege iemands
persoonlijke charisma (bijvoorbeeld voor een deel Obama)
o Rationeel-legale legitimiteit = het recht om te regeren op basis van hun
selectie volgens een geaccepteerde reeks wetten, normen en procedures.
 Moderne bureaucratie: een groot aantal aangestelde ambtenaren die tot taak hebben de
wetten van de staat uit te voeren, zoals opgedragen door de uitvoerende macht.
 geen enkele staat heeft al deze kenmerken perfect; de mate waarin bepaalde staten deze
kenmerken hebben, bepaalt hoe sterk of zwak ze zijn.

Quasi-staten = staten die juridische soevereiniteit en internationale erkenning hebben, maar
die bijna alle binnenlandse kenmerken van een functionerende staat missen (bijvoorbeeld
staten in Afrika)

Fysieke feiten: waarneembare feiten (wijzen naar een gebouw, je kan het niet ontkennen
want het staat er) en niet-waarneembare feiten (bijvoorbeeld huwelijk. Als je twee mensen
ziet lopen kan je niet per se zeggen dat ze getrouwd zijn)

Als je het hebt over politiek dan heb je het over dit rijtje:
Belang  om het belang te realiseren zoek je macht  als je belang wil krijgen is macht niet
alleen genoeg, maar ben je ook op zoek naar de vertaling van macht: invloed  als je die
invloed hebt kan je landen op een effect.

Pagina 4 van 38

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijanagrujic2k. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.55  15x  sold
  • (4)
  Add to cart