Consumentenrecht
THEMA 1: WAT IS CONSUMENTENRECHT?
Syllabus p. 1 -14: uittreksel geconsolideerde versie van het verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie.
INLEIDING
Lokvogelreclame = marketingstrategie waarbij bedrijven bepaalde promoties hebben, maar er zijn van die stuks
heel weinig voorraad. Dit is verboden
Supermarkten doen dit omdat mensen dan naar de winkel gaan en automatisch dan andere
producten zullen kopen.
Je hebt als consument recht om een aankoop binnen de 14 kalenderdagen op een aankoop op afstand te
herroepen.
ONTSTAAN EN DEFINITIE
Het is vrij recent, vanaf 1960.
Er is altijd discussie geweest of het een aparte rechtstak is, dit is het niet, het leunt aan bij privaatrecht,
publiekrecht, economisch recht…
Het heeft geen eensluidende definitie:
Sensu stricto
= geheel van regels van toepassing tussen beroepsbeoefenaars en consumenten.
Sensu lato
= geheel van regels die tot doel hebben, de economische zelfbeschikking van de consument te
garanderen.
Basisvoorwaarden:
o Contractsvrijheid
o Vrije mededinging
Compenserende maatregelen indien constitutieve elementen niet volstaan om economische
zelfbeschikking te garanderen. Er zijn 3 soorten:
1. Informatieverplichtingen:
o Positief = bepaalde informatie moet gegeven worden vb. online-aankoop,
hierbij moet totaal prijsgegeven worden.
o Negatief = bepaalde informatie mag niet gegeven worden vb. misleidende
informatie, de onderneming moet zich hiervan onthouden.
2. Bedenktermijn: de wetgever zegt dat de consument dit verplicht krijgt bij een
onlinebestelling
3. Reguleren contractinhoud: vb. consumentenkrediet
RECHTSBRONNEN
1. EU-RECHT
Het consumentenrecht is sterk beïnvloed door het Europees recht, want zij hebben een gedeeltelijke
bevoegdheid gekregen op het vlak van consumentenbescherming. Maar het Europees recht heeft wel voorrang
t.o.v. nationale regelgeving over de consumentenbescherming.
EU heeft 2 categorieën van bronnen:
, 1. Primair recht
2. Secundair recht: voortkomend uit primair recht.
Verordening: algemene strekking, rechtstreeks toepasselijk en verbindend in al hun
onderdelen
Richtlijnen: doel is bindend, lidstaat(LS) moet het omzetten in nationaal recht en kan
de vorm en het middel zelf kiezen om het doel te bereiken.
Je hebt verschillende manieren om richtlijnen om te zetten:
Minimale harmonisatie:
Er zijn minimumgrenzen, dus de LS kan aanvullen.
Gevolg: er gaan verschillende wetten in de EU zijn over dit onderwerp.
EU wil dit eigenlijk niet!
Het is goed voor de bescherming van de consument, maar niet voor
eengemaakte regels
Maximale harmonisatie:
Maximumgrenzen, dus er mogen geen aanvullende wetgeving meer bij
worden toegevoegd.
Voordeel: je gaat naar een eengemaakte markt
Sinds 2002 is de EU overgeschakeld naar maximale harmonisatie voor de
meeste richtlijnen.
2. NATIONAAL RECHT
Het burgerlijk wetboek – Het wetboek Economisch Recht – Het Gerechtelijk recht
Consumenten = interdisciplinaire discipline, dus het heeft veel raakvlakken met verschillende andere
rechtstakken.
THEMA 2: BESCHERMING VAN DE CONSUMENT TEGEN GEBREKKIGE EN
ONVEILIGE PRODUCTEN
CONSUMENTENKOOP
1. ALGEMEEN
Rechtsbronnen:
Algemeen verbintenissenrecht
Bijzondere regels inzake consumentenkoop (belangrijker!)
Dit staat nog in het oud BW
Omzetting Europese richtlijn consumentenkoop 1999/44/EG zodat er overal in Europa een
eenvormige regelgeving is.
2 nieuwe richtlijnen:
1. Richtlijn 2019/771
2. Richtlijn 2019/770
Omzetting in oud BW (BE was wel laattijdig)
Rechtspraak:
De nationale rechter is verplicht om iedere bepaling van consumentenkooprecht die haar oorsprong vindt in het
Europees recht, ambtshalve toe te passen.
2. TOEPASSINGSGEBIED
De regels zijn niet in alle situaties van toepassing.
De wettelijke garantie bestaat enkel op de overeenkomst voor de verkoop van consumptiegoederen gesloten
tussen een consument en een verkoper. Art. 1649bis, §2 oud BW
, Consumptiegoederen – digitale inhoud/digitale diensten:
Zijn de goederen die worden beschermd.
goederen:
Lichamelijke roerende zaken:
= Je kan het vastnemen/verplaatsen, zowel nieuw als tweedehands. Vb. waterfles, laptop…
Ook dieren vallen onder wettelijke garantie, maar zij zullen een aparte regelgeving krijgen.
Onroerend door bestemming of incorporatie: vb. een verplaatsbare kast, die je dan gaat inbouwen in
je kamer, dus het wordt onroerend. Het kan onder de wettelijke garantie vallen, maar dan moet je
kijken of het roerend was op het moment van de levering.
Digitale inhoud en digitale diensten vallen sinds kort ook onder de regels van wettelijke garantie.
Digitale inhoud = gegevens die in digitale vorm worden geproduceerd en geleverd. Vb. netflix
Digitale diensten =
Diensten die consument in staat stellen gegevens in digitale vorm te creëren, te verwerken en
op te slaan en toegang tot die gegevens te krijgen. Vb. sociale media
Dienst die voorziet in de mogelijkheid van het delen van gegevens of andere interactie met
gegevens in digitale vorm die door de consument of door andere gebruikers van die dienst
worden geüpload of gecreëerd.
Verkoper:
Oefent duurzame economische activiteit (een activiteit waar je winst uit wil halen) uit
Enkel eindverkoper:
De verkoper is aansprakelijk t.o.v. de koper. Het is dan de verkoper die verhaal heeft op de producent.
Bij consumptiegoederen geldt de aansprakelijkheid van de verkoper maar voor 2jaar.
Vertegenwoordiging: Je moet uiteraard de vertegenwoordigde aansprakelijk stellen en niet de
vertegenwoordiger. Vb. werknemer van een fietsenwinkel kan je niet persoonlijk aansprakelijk stellen
Consument:
Het is altijd een natuurlijke persoon, die handelt voor niet-beroepsmatige handelingen
Bestemmingscriterium = je kijkt naar het doel van de aankoop (>< specialisatiecriterium (speelt hier
geen rol) = hoeveel je erover weet)
Gemengd gebruik: kijken naar het deel dat de doorslag geeft. De hoofdzaak volgt de bijzaak.
De rechtbank moet op eigen initiatief gaan onderzoeken of de regels van consument op de koper
gelden.
3. WETTELIJKE GARANTIE
A. Goederen:
3 voorwaarden voor aansprakelijkheid van de verkoper (zeer belangrijk voor examen!):
1. Gebrek aan conformiteit:
overeenstemming met de overeenkomst = conformiteitsvereiste
Specifieke wet heeft voorrang op de algemene wet.
Er zijn nieuwe conformiteitscriteria, die het oude hebben aangevuld.
Conformiteitsvereiste art. 1649ter oud BW:
Subjectieve conformiteitsvereiste:
o Overeenstemming met de beschrijving, het type, de hoeveelheid
en kwaliteit, functionaliteit, interoperabiliteit en andere kenmerken
THEMA 1: WAT IS CONSUMENTENRECHT?
Syllabus p. 1 -14: uittreksel geconsolideerde versie van het verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie.
INLEIDING
Lokvogelreclame = marketingstrategie waarbij bedrijven bepaalde promoties hebben, maar er zijn van die stuks
heel weinig voorraad. Dit is verboden
Supermarkten doen dit omdat mensen dan naar de winkel gaan en automatisch dan andere
producten zullen kopen.
Je hebt als consument recht om een aankoop binnen de 14 kalenderdagen op een aankoop op afstand te
herroepen.
ONTSTAAN EN DEFINITIE
Het is vrij recent, vanaf 1960.
Er is altijd discussie geweest of het een aparte rechtstak is, dit is het niet, het leunt aan bij privaatrecht,
publiekrecht, economisch recht…
Het heeft geen eensluidende definitie:
Sensu stricto
= geheel van regels van toepassing tussen beroepsbeoefenaars en consumenten.
Sensu lato
= geheel van regels die tot doel hebben, de economische zelfbeschikking van de consument te
garanderen.
Basisvoorwaarden:
o Contractsvrijheid
o Vrije mededinging
Compenserende maatregelen indien constitutieve elementen niet volstaan om economische
zelfbeschikking te garanderen. Er zijn 3 soorten:
1. Informatieverplichtingen:
o Positief = bepaalde informatie moet gegeven worden vb. online-aankoop,
hierbij moet totaal prijsgegeven worden.
o Negatief = bepaalde informatie mag niet gegeven worden vb. misleidende
informatie, de onderneming moet zich hiervan onthouden.
2. Bedenktermijn: de wetgever zegt dat de consument dit verplicht krijgt bij een
onlinebestelling
3. Reguleren contractinhoud: vb. consumentenkrediet
RECHTSBRONNEN
1. EU-RECHT
Het consumentenrecht is sterk beïnvloed door het Europees recht, want zij hebben een gedeeltelijke
bevoegdheid gekregen op het vlak van consumentenbescherming. Maar het Europees recht heeft wel voorrang
t.o.v. nationale regelgeving over de consumentenbescherming.
EU heeft 2 categorieën van bronnen:
, 1. Primair recht
2. Secundair recht: voortkomend uit primair recht.
Verordening: algemene strekking, rechtstreeks toepasselijk en verbindend in al hun
onderdelen
Richtlijnen: doel is bindend, lidstaat(LS) moet het omzetten in nationaal recht en kan
de vorm en het middel zelf kiezen om het doel te bereiken.
Je hebt verschillende manieren om richtlijnen om te zetten:
Minimale harmonisatie:
Er zijn minimumgrenzen, dus de LS kan aanvullen.
Gevolg: er gaan verschillende wetten in de EU zijn over dit onderwerp.
EU wil dit eigenlijk niet!
Het is goed voor de bescherming van de consument, maar niet voor
eengemaakte regels
Maximale harmonisatie:
Maximumgrenzen, dus er mogen geen aanvullende wetgeving meer bij
worden toegevoegd.
Voordeel: je gaat naar een eengemaakte markt
Sinds 2002 is de EU overgeschakeld naar maximale harmonisatie voor de
meeste richtlijnen.
2. NATIONAAL RECHT
Het burgerlijk wetboek – Het wetboek Economisch Recht – Het Gerechtelijk recht
Consumenten = interdisciplinaire discipline, dus het heeft veel raakvlakken met verschillende andere
rechtstakken.
THEMA 2: BESCHERMING VAN DE CONSUMENT TEGEN GEBREKKIGE EN
ONVEILIGE PRODUCTEN
CONSUMENTENKOOP
1. ALGEMEEN
Rechtsbronnen:
Algemeen verbintenissenrecht
Bijzondere regels inzake consumentenkoop (belangrijker!)
Dit staat nog in het oud BW
Omzetting Europese richtlijn consumentenkoop 1999/44/EG zodat er overal in Europa een
eenvormige regelgeving is.
2 nieuwe richtlijnen:
1. Richtlijn 2019/771
2. Richtlijn 2019/770
Omzetting in oud BW (BE was wel laattijdig)
Rechtspraak:
De nationale rechter is verplicht om iedere bepaling van consumentenkooprecht die haar oorsprong vindt in het
Europees recht, ambtshalve toe te passen.
2. TOEPASSINGSGEBIED
De regels zijn niet in alle situaties van toepassing.
De wettelijke garantie bestaat enkel op de overeenkomst voor de verkoop van consumptiegoederen gesloten
tussen een consument en een verkoper. Art. 1649bis, §2 oud BW
, Consumptiegoederen – digitale inhoud/digitale diensten:
Zijn de goederen die worden beschermd.
goederen:
Lichamelijke roerende zaken:
= Je kan het vastnemen/verplaatsen, zowel nieuw als tweedehands. Vb. waterfles, laptop…
Ook dieren vallen onder wettelijke garantie, maar zij zullen een aparte regelgeving krijgen.
Onroerend door bestemming of incorporatie: vb. een verplaatsbare kast, die je dan gaat inbouwen in
je kamer, dus het wordt onroerend. Het kan onder de wettelijke garantie vallen, maar dan moet je
kijken of het roerend was op het moment van de levering.
Digitale inhoud en digitale diensten vallen sinds kort ook onder de regels van wettelijke garantie.
Digitale inhoud = gegevens die in digitale vorm worden geproduceerd en geleverd. Vb. netflix
Digitale diensten =
Diensten die consument in staat stellen gegevens in digitale vorm te creëren, te verwerken en
op te slaan en toegang tot die gegevens te krijgen. Vb. sociale media
Dienst die voorziet in de mogelijkheid van het delen van gegevens of andere interactie met
gegevens in digitale vorm die door de consument of door andere gebruikers van die dienst
worden geüpload of gecreëerd.
Verkoper:
Oefent duurzame economische activiteit (een activiteit waar je winst uit wil halen) uit
Enkel eindverkoper:
De verkoper is aansprakelijk t.o.v. de koper. Het is dan de verkoper die verhaal heeft op de producent.
Bij consumptiegoederen geldt de aansprakelijkheid van de verkoper maar voor 2jaar.
Vertegenwoordiging: Je moet uiteraard de vertegenwoordigde aansprakelijk stellen en niet de
vertegenwoordiger. Vb. werknemer van een fietsenwinkel kan je niet persoonlijk aansprakelijk stellen
Consument:
Het is altijd een natuurlijke persoon, die handelt voor niet-beroepsmatige handelingen
Bestemmingscriterium = je kijkt naar het doel van de aankoop (>< specialisatiecriterium (speelt hier
geen rol) = hoeveel je erover weet)
Gemengd gebruik: kijken naar het deel dat de doorslag geeft. De hoofdzaak volgt de bijzaak.
De rechtbank moet op eigen initiatief gaan onderzoeken of de regels van consument op de koper
gelden.
3. WETTELIJKE GARANTIE
A. Goederen:
3 voorwaarden voor aansprakelijkheid van de verkoper (zeer belangrijk voor examen!):
1. Gebrek aan conformiteit:
overeenstemming met de overeenkomst = conformiteitsvereiste
Specifieke wet heeft voorrang op de algemene wet.
Er zijn nieuwe conformiteitscriteria, die het oude hebben aangevuld.
Conformiteitsvereiste art. 1649ter oud BW:
Subjectieve conformiteitsvereiste:
o Overeenstemming met de beschrijving, het type, de hoeveelheid
en kwaliteit, functionaliteit, interoperabiliteit en andere kenmerken