MK 1.3B Samenvatting
Delier
1. Een delirium omschrijven aan de hand van de DSM-5 criteria
Wat is een delier?
Acute hallucinatoire verwardheid
Psycho(de verschijnselen zijn psychisch)-organische(de oorzaak is lichamelijk) stoornis
Een ernstige ontregeling van de hersenstofwisseling door een lichamelijke ziekte of vergiftiging
Status mentalis (is de systematische weergave van de informatie over klachten en verschijnselen die
worden verkregen uit het bevragen/exploratie, observatie en teksten
hoofdgroepen psychische functies symptomen
cognitieve functies bewustzijn, aandacht gedaald bewustzijn
en oriëntatie gestoorde aandacht en verminderde alertheid
desoriëntatie in TPP
geheugen KTG gestoord
LTG mindergestoord dan KTG
intellectuele functies Oordeels- en kritiekstoornissen
Gestoord realiteitsbesef
Geen ziekte besef
Stoornissen in executieve functies
waarneming Visuele dispercepties, illusoire vervalsingen en/of
hallucinaties
Misidentificatie van vertrouwde personen
denken Onvermogen om logisch te denken
Incoherent, vertraagd of versneld denken
Achterdocht, paranoïde wanen
affectieve functies stemming en affect Stemming meestal angstig en radeloos (ook somber,
geprikkeld, vijandig of inadequaat opgewekt)
labiel affect
somatische klachten Incontinentie
en Sympathische
Verschijnselen Overactiviteit: tremoren, tachycardie, hypertensie en
verhoogde transpiratie.
Slapeloosheid ’s nachts
Sufheid overdag
Levendige dromen, nachtmerries
Psychomotoriek Onrust
Plukkerigheid
Conatieve functies
Apathie, lethargie
Motivatie en gedrag Stil gedrag
Teruggetrokken
Ongericht agressief gedrag
1
,DSM-5 criteria
A. Een stoornis in het bewustzijn (verminderd besef van de omgeving) en de aandacht (een
verminderd vermogen om de aandacht te sturen, te richten, vast te houden en te
verplaatsen)
B. De stoornis ontwikkelt zich in korte tijd (meestal binnen een aantal uren of dagen), betreft
een verandering in het premorbide niveau van bewustzijn en aandacht en heeft de neiging in
de loop van de dag in ernst te fluctueren
C. Een bijkomende stoornis in de cognitieve functies (bijv. in geheugen, oriëntatie, taal,
visuospatiële functies of waarneming)
D. De symptomen in criteria A en C kunnen niet beter worden verklaard door een ander eerder
bestaande, ontwikkelde of zich ontwikkelende neurocognitieve stoornis en doen zich niet
voor in de context van een ernstig gedaald bewustzijn, zoals een coma.
E. Er zijn aanwijzingen vanuit anamnese, lichamelijk onderzoek of laboratoriumuitslagen dat de
stoornis het directe pathofysiologische gevolg is van een somatische aandoening, intoxicatie
door of onttrekking van een middel (zoals drugs of medicatie) of door blootstelling aan een
giftige stof, of het gevolg is van multipele oorzaken.
2. Symptomen van een delirium noemen en er suggesties voor vragen en
observaties bij delier noemen
Symptomen van een delier
Desoriëntatie
Onvermogen om helder, logisch te denken; verlies van oordeelsvermogen, soms wanen
Hallucinaties
Angstige of dysfore stemming
Angstige en dysfore stemming
Onrust of apathie
Verstoord slaap-waakpatroon
Symptomen:
A. Hyperactieve-hyperalerte delirium
Is een vorm waarbij de patiënt onrustig is, de neiging heeft om op impulsen van de
buitenwereld in te gaan, trekt aan hulpmiddelen, aan lakens plukt of uit zijn bed stapt en
dwaalt. Een alcohol- of benzodiazepineonttrekkingsdelirium is in de zuivere vorm een
hyperactief-hyperalert delirium, met veel sympathische overactiviteit, onwillekeurige
bewegingen en verhoogde afleidbaarheid. Door de onrust zijn patiënten lastig te verplegen
en is er een verhoogd risico op gevaarlijk of zelfbeschadigend gedrag
B. Hypoactieve-hypoalerte delirium
Ook wel ‘stille delirium’ genoemd, een vorm waarbij de patiënt inactief is en apathisch
overkomt. Er is een verminderde respons op de omgeving en de aandacht zakt snel weg. De
patiënten zijn zich vaak onvoldoende bewust van hun lichamelijke behoeften, ze eten en
drinken onvoldoende, en zijn soms incontinent. Voor de herkenning kan het lastig zijn dat
sommige patiënten in staat zijn wel een reactie te geven op een nieuwe prikkel, maar na een
korte tijd wegzakken bij verlies van de aandacht en het bewustzijn.
C. Gemengd subtype delirium
Meest voorkomende subtype van het delirium. Er zijn onvoorspelbare wisselingen tussen
symptomen van het hypoactieve-hypoalerte en hyperactieve-hyperalerte delirium.
Hyperactieve-hyperalerte vorm Hyoactieve-hypoalerte vorm
Patiënt is onrustig, heeft de neiging om op om Wordt ook wel het ‘stille delirium’ genoemd.
2
, impulsen van de buitenwereld in te gaan
Trekt aan hulpmiddelen, zoals Patiënt komt inactief en apathisch over
verbandmiddelen, katheters en sondes
Plukt aan de lakens Verminderde respons op de omgeving
Stapt veel z’n bed uit, dwaalt ’s nachts rond in Aandacht zakt snel weg
de kliniek
Een alcoholontrekkingsdelirium is in de zuivere Onvoldoende bewust van lichamelijke
vorm hyperactief-hyperalert behoeftes
Door de onrust zijn de patiënten met deze Wordt het minst goed herkent (en dit is extra
variant lastig te verplegen en is er een verhoogd nadelig omdat er aanwijzingen zijn dat dit
risico op (meestal onbedoeld) gevaarlijk of subtype delirium een slechter prognose heeft)
zelfbeschadigend gedrag
3. Methoden van diagnostisch onderzoek benoemen
Er zijn verschillende diagnostische instrumenten om te screenen op de aanwezigheid van een
delirium, of om de ernst van het delirium te bepalen. In Nederland zijn de meest gebruikte tests: de
Confusion Assessment Method en de Delier Observatie Screening schaal. Een huisarts kan in de
thuissituatie een delirium vaststellen door een lichamelijk onderzoek uit te voeren om de oorzaak
van het delirium op te sporen. Het is relevant om naast de meestal verminderd betrouwbare
anamnese van de delirante patiënt, heteroanamnestische informatie te krijgen van een persoon die
de patiënt goed kent.
Diagnostiek
Differentiaal diagnose: symptomen kunnen lijken op die van depressie en/of dementie.
Belangrijk om verschillen te weten om ‘hoofddiagnose’ te herkennen en juiste zorg te bieden
Onderdiagnostiek is bij delier een aandachtspunt
Hoe wordt diagnostiek verricht? Meetinstrument DOS als voorbeeld
Waarom onderdiagnostiek?
Het delier wordt vaak niet herkend!
Verwarring met depressie en dementie
Cognitieve achteruitgang zien als behorend bij ouderdom
Onvoldoende kennis van normale veroudering en van delier (alleen desoriëntatie herkennen)
Neiging om logische verklaringen voor gedrag te zoeken
Gedrag toeschrijven aan karakter patiënt
Lastig om patiënt te confronteren met gedrag
Meetinstrumenten
Screening
DOS (Delirium Observation Screening)
CAM (Confusion Assessment Method)
o Aan de hand van 4 open vragen wordt bepaald in hoeverre iemand een delier heeft
NCS (Neechman Confusiun Scale)
4. De belangrijkste mogelijke oorzaken en risicofactoren van een delier noemen
Oorzaken
Psycho-organische stoornis:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dionne1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.