Samenvatting van alle hoofdstukken. Belangrijke woorden zijn dikgedrukt. De samenvatting bestaat uit 36 pagina's. De schema's uit het boek en modellen zijn opgenomen in de samenvatting. Complete en uitgebreide samenvatting voor het vak Organisatiekunde 2.
Hoofdstuk 1 Organisatiewijs
1.1 Inleiding
Organisatiewijs behandelt de organisatiekunde van uit het perspectief van juridische professionals
die in de praktijk werkzaam zijn of dat in de toekomst gaan zijn. Door deze kennis ben je als jurist
beter in staat om een organisatie waar je in of voor werkt te begrijpen, en je handelen daarop af te
stemmen.
Organisatie: een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken.
De organisatiekunde of organisatieleer bestudeert organisaties, het gedrag dat zij vertonen en zoekt
naar antwoorden op de vraag hoe de prestaties van organisaties beïnvloed kunnen worden. Zo
komen de strategie, structuur en cultuur van organisaties aan de orde, en het management van
mensen, processen en middelen.
1.2 Wat doen juristen eigenlijk?
Juridische diensten
Dienst: een ontastbaar product of niet-fysiek goed, ze maken geen dingen (zoals een huis, stoel etc.),
maar stellen kennis, vaardigheden en tijd ter beschikking om hun afnemers te bedienen.
Juristen zijn in staat om wet- en regelgeving te interpreteren, toe te passen of op te stellen, zo zijn
ze in staat om onder andere;
Juridische adviezen te geven aan burgers, bedrijven of overheden
Te bemiddelen bij geschillen
Rechterlijke uitspraken om te zetten in procedures
Contracten op te stellen
Juridische aspecten van oprichting, fusies en overnames van bedrijven te verzorgen
(Voorstellen voor) wet- en regelgeving op te stellen
Partijen in een (gerechtelijke) procedure te vertegenwoordigen
Dienstverlening bestrijkt een breed terrein: kappers, schoonmakers, reparateur, vertalers, adviseurs
als accountants leveren diensten. Dienstverleners: kennen en kunnen dingen die tegemoetkomen
aan de behoeften van afnemers.
Kennisintensieve dienstverlening (professional services): juridische dienstverlening door
hoogopgeleide professionals. Ook behoort tot deze vorm accountants, medici, docenten, vertalers,
belastingadviseurs en organisatieadviseurs. Voor het algemeen is theoretische kennis en praktische
vaardigheden verreist die door een langdurige opleiding en ervaring kunnen worden verkregen.
Verder is er vaak veel bij- en nascholing nodig. Aan hun werk worden hoge kwaliteitseisen gesteld.
Voor sommige geldt dat ze lid zijn van een beroepsgroep waarvoor een tuchtrechtelijke instantie is
die tuchtrecht uitoefent.
Tuchtrecht: een deel van het publiekrecht, dat aan een bepaalde groep beroepsbeoefenaren de
bevoegdheid geeft om toezicht uit te oefenen op de behoorlijke uitoefening van hun taak door leden
van de beroepsgroep.
Advocaten Raden van discipline
Gerechtsdeurwaarders Kamer voor gerechtsdeurwaarders
Notarissen Kamer van toezicht
Medici Tuchtcolleges voor gezondheidszorg
Accountants Accountantskamer
Laag kennisintensieve diensten: hierbij is in de opleiding veel nadruk op vaardigeden. De training
wordt voor een groot deel verzorgt op de werkvloer, er wordt gebruik gemaakt van ambacht en
kunde. Bijv. kappers, loodgieters, masseur etc.
Juridische dienst: alleen diensten die hoogwaardige juridische expertise vereisen en die alleen
geleverd kunnen worden door juristen: personen met een juridische opleiding op hbo-niveau of
hoger.
Dienst juridische aspecten: denk bijv. aan een handhaver die een boete oplegt aan de bezitter van
een foutgeparkeerde auto, APK-keurmeester. Beide hebben een bijzondere bevoegdheid die
voortvloeit uit bepaalde wet- en regelgeving. Ook professionals zonder bijzondere bevoegdheid
leveren diensten met juridische aspecten denk aan een hypotheekadviseur. Veel zijn echter geen
,jurist maar hebben specifieke kennis of vaardigheden die voor het leveren van deze diensten
belangrijk zijn, maar ze beschikking niet over de hoogwaardige, specialistische, juridische expertise
waarover juristen beschikken. Zij leveren geen juridische diensten volgens de definitie die we
hanteren.
1.3 Juridische dienstverlening en organisaties
Organisaties met juridische dienstverlening als kernactiviteit: rechterlijke instanties,
rechtsbijstandsverzekeraars, gerechtsdeurwaarder, advocatenkantoren of notariskantoren
(voornamelijk juristen op de werkvloer).
Organisaties met andere kernactiviteiten: overheidsorganisaties of belangenorganisaties, hier zijn
welk vaak juristen werkzaam op een juridische stafafdeling, of binnen een andere afdeling van een
organisatie. Ook hier leveren juristen diensten zoals juridisch advies, bemiddeling bij geschillen of
zorgen ervoor dat bedrijven aan geldende regelgeving voldoen.
Nut en noodzaak van organisatiekunde voor juristen: hoe meer inzicht je als jurist in de wijze
waarop organisaties werken, des te beter zul je in staat zijn om je werk te verrichten. Je denkt dan na
over de wijze waarop je eigen werkzaamheden georganiseerd zijn en op welke manier je kan
bijdragen aan de organisatie waarvoor je werkzaam bent. Een helicopterview is belangrijk; je kijkt
verder dan alleen juridische aspecten van een zaak: je weegt alle relevante aspecten van de
organisatie mee.
Legal but stupid: een jurist kan tot de conclusie komen dat iets juridische is toegestaan, maar
onverstandig is om uit te voeren. Ze hebben verantwoordelijkheid maar ook de rol van een
weldenkende medewerker. Vanuit die rol kunnen ze zich uitspreken over zaken die ze toegestaan,
maar niet slim vinden.
Ok, It’s Legal, but is it right? Past de voorgenomen activiteit bij de waarde die de organisatie
voorstaat. Een proactieve houding is belangrijk, je kunt iets beter voorkomen dan genezen.
Adviserende rol van juristen: zo moeten organisaties voldoen doen aan wet- en regelgeving. Als dit
in kaart is gebracht is het de kunst ervoor te zorgen dat alle afdelingen en medewerkers van de
organisatie hier ook naar handelen. Hiervoor is overleg, uitgebreide communicatie en aanpassing van
werkprocessen benodigd. Een organisatiewijze jurist denkt in dit soort gevallen actief mee over de
manier waarop regelgeving zo effectief en handig mogelijk kan worden nageleefd.
1.4 Organisatie, bedrijf, onderneming en rechtsvormen
Organisatie: zodra er sprake is van mensen en middelen die samenwerken om een bepaald doel te
bereiken.
Eenmansbedrijven zijn geen organisatie, omdat er geen sprake is van meerdere mensen die
samenwerken. Ook een sociaal netwerkpagina is geen organisatie, omdat er geen sprake is van
samenwerking met vrienden en er geen specifiek vooraf bepaald doel is.
Wel organisatie voetbalvereniging, toneelclub, restaurant of rechtbank.
Bedrijven en ondernemingen
Binnen organisaties worden bedrijven onderscheiden.
Bedrijf: als een organisatie producten en/of diensten voortbrengt om te voorzien in een
maatschappelijke behoefte. Het leveren van deze producten of diensten kan gebeuren op
commerciële of niet-commerciële basis.
Ondernemingen: bedrijven die producten of diensten aanbieden op commerciële basis, en dus een
winstoogmerk hebben.
Voorbeeld bedrijf, geen onderneming; rechtbank levert een dienst die voorziet in maatschappelijke
behoefte, maar geen onderneming (geen winstoogmerk).
Voorbeeld bedrijf en onderneming: Philips (levert producten die voorzien in maatschappelijke
behoefte, een onderneming (met winstoogmerk).
Rechtsvormen van organisaties
De rechtsvorm bepaalde de wijze waarop de organisatie aansprakelijk is voor schulden en hoe
besluitvorming binnen de organisatie plaatsvindt.
Privaatrechtelijke rechtsvormen: vb. VOF, stichting, vereniging, BV of NV.
,Publiekrechtelijk Overheidsorganisaties: Art. 2:1 BW de staat, provincies, gemeenten,
waterschappen, ze bezitten rechtspersoonlijkheid.
Een rechtspersoon kan net als een natuurlijk persoon contracten sluiten en zaken in eigendom
hebben, een rechtspersoon neemt als zelfstandig rechtssubject deel aan het rechtsverkeer. Voordeel
is dat een rechtspersoon niet (fysiek) kan overlijden, waardoor de continuïteit van de organisatie
beter geborgd is.
Niet-rechtspersoon: eenmanszaak, maatschap of cv.
Keuze voor een rechtsvorm
De verschillende rechtsvormen worden geregeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Een jurist zal
de rechtsvorm moet kiezen die het doel van de organisatie het beste dient.
Rijksmuseum; bedrijf geen wintoogmerk, wel maatschappelijke behoefte. Stichting geschikt
voor organisaties zonder winstoogmerk.
Royal Dutch Shell; onderneming winstoogmerk en maatschappelijke behoefte. NV
concernstructuur van 300 rechtspersonen geschikt voor grote organisaties met een beursnotering.
Arrondissementsparket A’dam; bedrijf geen wintoogmerk, wel maatschappelijke behoefte. Geen
afzonderlijke rechtspersoonlijkheid het OM is een onderdeel van de rechtspersoon Staat.
1.5 Organisaties: sectoren en soorten
Publiek en privaat
Private organisaties: zijn, kort gezegd, organisaties die eigendom zijn van private (rechts)personen
en dus niet in handen van de overheid. Dit zijn niet alleen de organisaties die gericht zijn op het
maken van winst, ook stichtingen en verenigingen kunnen dit zijn.
Publieke organisaties: maken onderdeel uit van de publieke sector, daartoe behoren de centrale en
decentrale overheid en semioverheidsorganisaties. Onder semioverheid valt niet direct het
overheidsgezag, maar de overheid heeft er geen grote invloed op. De organisaties zijn met publiek
geld gefinancierd.
Overheidsorganisaties: centrale overheid
Overheid: het hoogste bevoegd gezag op een bepaald grondgebied. De overheidsmacht is verdeel
over een groot aantal organisaties.
Centrale overheid: wordt gevormd door alle organisaties die op landelijk niveau opereren namelijk
de Eerste en Tweede Kamer, Kabinet van de Koning, Raad van Stat, ministeries, ministeriële diensten
zoals de Belastingdienst en IND. Zo ook de rechterlijke macht, Orde van Advocaten, zelfstandige
bestuursorganen zoals de Sociale verzekeringsback en het UWV.
Overheidsorganisaties: decentrale overheid
Decentrale overheid: decentraal drukt uit dat deze organisaties niet landelijk opereren, maar
bevoegdheden en taken hebben m.b.t. een bepaald grondgebied vb. provincies, waterschappen en
gemeenten. Maar ook gemeenschappelijke regelingen tussen gemeenten op het gebied van milieu of
veiligheid kunnen ertoe worden gerekend.
Context van overheidsorganisaties
Overheidsorganisaties werken in een juridische context, hun handelen is gebonden aan de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur. Taken kunnen variëren van het opstellen van wet- en regelgeving
tot het uitvoeren van wettelijke regelingen. Hierdoor hebben overheidsorganisaties eerder dan
private organisaties juristen in dienst.
Overheidsorganisaties: semioverheid
Semioverheidsorganisaties: organisaties met een private rechtsvorm (zoals stichting, BV of NV),
maar publieke belangen dienen. Vb. Het Juridisch Loket, onderzoeks- en onderwijsinstellingen,
rijksmusea en bibliotheken.
Seminutsbedrijven: organisaties die belangrijke nutsvoorzieningen (OV, energie en drinkwater)
verzorgen kunnen ook tot semioverheid worden gerekend. Denk aan de NS, energieleveranciers zoals
Eneco en Delta, Tennet (elektriciteitsnet) en verschillende waterleidingbedrijven zoals Waternet.
Profitorganisaties gericht op het maken van winst.
Non-profitorganisaties niet gericht op het maken van winst. Vb. Consumentenbond en ANWB.
, Juridische organisaties: organisatie met juridische dienstverlening als kernactiviteit. Klassiek
juridisch= klassieke beroepen met een lange geschiedenis; advocatenkantoren, notariskantoren,
deurwaarders, rechtbanken en OM. Niet klassiek-juridisch= moderne juridische wereld;
rechtsbijstandsverzekeraars, rechtswinkels, Juridisch Loket, juridisch adviesbureaus etc.
Juridische niet juridisch is niet overal toe te passen. De Belastingdienst is een overheidsinstelling met
als taak het toepassen van (fiscale) rechtsregels op belastingaangiften van burgers en bedrijven, ze
leveren dus diensten met juridische aspecten. Soms is het zo complex dat het juridische expertise
vereist, die alleen kan worden geleverd door iemand met specialistische kennis. Het is dus
verdedigbaar dat het een gedeeltelijke juridische organisatie is.
Rechtsbijstand verlenen of geschillen beslechten
Rechtsbijstand verlenen: rechtsbijstandsverzekeraars, gerechtsdeurwaarders, advocatenkantoren,
notariskantoren en kantoren gericht op fiscaal juridisch advies. Kenmerk: partijdig.
Organisaties met geschil beslechtende functie: rechtbanken, gerechtshoven, arbitrage-instituten en
geschillencommissies. Kenmerk: onpartijdig.
1.6 Organisatiekunde en modellen
Legal management (wetenschap): organisatiekunde, toegepast op het functioneren van juridische
professionals en juridische organisaties.
Wetenschap is een abstracte bezigheid
In de wetenschap wordt geprobeerd om wetmatigheden te ontdekken achter individuele
verschijnselen. Abstraheren van concrete gevallen: het wegalten van minder belangrijke
eigenschappen om de essentiële eigenschappen van een fenomeen te ontdekken. Een model is een
voorbeeld van abstractie. In organisatiekunde wordt veel gebruik gemaakt van modellen om het
functioneren van organisaties te beschrijven. Een model leidt tot meer inzicht en begrip, maar het
houdt ook altijd een versimpeling van de werkelijkheid in.
INK-model
Ontwikkeld door het Instituut Nederlandse Kwaliteit, opgericht op initiatief van het Ministerie van
Economische Zaken. Het laat de samenhang zien tussen inspanningen en eigenschappen van een
organisatie en de resultaten van deze organisatie. Links toont de belangrijke aspecten die nodig zijn
om resultaten te bereiken. Rechts laat zien dat het goed is om alle groepen in acht te nemen die bij
de organisatie een duidelijk belang hebben (stakeholders).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannekevanlangen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.