Farmaceutische microbiologie 1Ba
1. Germ theory of disease
A. Louis pasteur
= grote naam in de microbiologie.
Hij heeft voor eerste keer
aangetoond dat spontane generatie
niet bestaat door te werken met
zwanenhals fles. Methode: bouillon
opgewarmd ➔ bacteriën gaan dood
➔ verwarmen gestopt ➔ Fles met
heldere bouillon ➔ fles 18 maanden
laten wachten ➔ Conclusie;
bouillon nog helder maar ook
andere stof aanwezig waar
bacteriën/ schimmels aan
vasthangen en zitten daar dus ook
kiemen. Zuurstof kan door
zwanenhals naar binnen en naar
buiten maar als fles rechtop staat zit
stof vast in plooi van zwanenhals en
blijft vloeistof dan nog helder als in
begin. Als fles schuin wordt
gehouden zal bouillon in de
zwanenhals komen en kan stof
makkelijker in contact komen met
bouillon ➔ vloeistof wordt troebel.
Dus er bestaat geen spontane generatie maar er zijn micro- organismen die kunnen groeien en nieuw
leven kunnen opwekken.
Ander proef met wijn; waarom smaakt ene wijn lekker en andere zuur?
1) Fles met druivensap opgewarmd (dus alle kiemen dood) + stop dicht ➔ Onveranderd
druivensap DUS spontane generatie van wijn bestaat niet
2) Mss doet lucht de fermentatie? Zelfde proef als 1) maar dan met zwanenhals ➔ weer
onveranderd druivensap
3) Fles met druivensap opgewarmd + bacteriën toegevoegd ➔ zure smaak DUS bacteriën zetten
suikers van druiven om in zuren
4) Fles met druivensap opgewarmd + gist toegevoegd ➔ alcohol (wijn) zonder zuren DUS
produceren gistcellen alcohol
Pasteurisatie: kort verhitten voedingswaarden om kiemen weg
te krijgen om de smaak te behouden.
+ ook vaccin ontwikkeld tegen hondsdolheid (rabies) (gebeten
door hond met die ziekte ➔99,9% dood)
, B. Robert Koch
= eerste keer aangetoond dat micro- organismen ziektes veroorzaken + eerste keer medium
gemaakt uit aardappelschijfjes om bacteriën te laten groeien + eerste keer oorzaak Anthrax
aangetoond.
2 soorten Anthrax:
- Cutane Anthrax: bv boer die aan het melken is + heeft wonde ➔ kiemen komen in wonde
en groeien daar ➔ zwarte korst
- Inhalatie Anthrax: veroorzaakt door bacillus anthracis inhalatie ➔ heel dodelijk
Postulates van Koch: wetenschappelijke methode om te checken of bacterie een ziekte
veroorzaakt
4 postulaten:
1) Proefdier ziek + dood ➔ Bacterie (stel rood) isoleren uit proefdier
Dus in elk ziek dier dat dood is zou die rode bacterie aanwezig zijn en bij onzieke niet
2) Die bacterie moeten kunnen laten groeien in labo + zuiver cultuur (dus enkel die bacterie)
3) Geïsoleerde rode bacterie inbrengen in een gezonde proefdier en moet dezelfde ziekte
(symptomen) vertonen als het zieke.
4) Uit die ontstane zieke dieren terug die rode bacterie kunnen vinden
Allemaal klopt? Aangetoond dat “rode” bacterie verantwoordelijk is voor die ziekte
Start van medische microbiologie van infectieziekten
C. Edward Jenner
= ontdekte pokkenziekte ontstaan door pokkenvirus (variola virus) ➔ 10% overlijden + hij
merkte op dat mensen die koeien melkten ook soms kleine blaasjes (pokken) hebben afkomstig
van de koe (koepokken virus/ vaccinia virus) maar deze mensen konden nooit de humane vorm
(variola virus) krijgen en waren dus beschermd tegen deze humane dodelijk virus.
Kraste proefpersonen met vaccinia virus en stelde vast dat die beschermd waren tegen
variola ➔ allereerste vaccinatie
D. Ignaz Semmelweis
Ziekenhuis waar aan ene kant bevallingen plaatsvonden en aan andere kant dissecties gedaan
op lijken. Dokter ging steeds heen en weer ZONDER handen te ontsmetten want dat bestond
toen nog niet. De vrouwen kregen kraamvrouwkoorts door streptococcus bacterie met 25%
overlijden. Toen zag men verband niet. Semmelweis viel op dat dokter ook kraamvrouwkoorts
kreeg en zo link gelegd. ➔ javel geïntroduceerd ➔ 25% overlijden daalt naar 1% ➔ niemand
gelooft
E. Joseph Lister
Methode Semmelweis verwerkt met carbonzuur ➔anti- septica ontstaat
F. Paul Ehrlich
Veel synthese gedaan van stoffen en stof 606 was actief tegen Syfilis (SOA). De
gesynthetiseerde stof doodde “enkel de bacteriën maar de mens niet” maar het bevat arseen
die wel gevaarlijk is voor mens.
G. Alexander Fleming
Werkte met staphylococcus aureus kiem die zette hij op plaat ➔ plaat werd beschimmeld
(penicillium notatum) + merkte dat die bacterie niet kon groeien rond die schimmel =
inhibitiezone. Schimmel produceert antibioticum (penicilline) waar bacterie niet kan groeien
Introductie antibioticum
, 2. Characteristics of prokaryotic cells
Prokaryote cellen hebben geen celkern terwijl eukaryote wel
Grootte:
Poliovirus: veroorzaakt kinderverlamming
Bacteriofagen zijn fagen die bacterie zal
gebruiken als gastheer. Virussen hebben
cellen nodig om te groeien maar
bacteriofagen gebruiken geen menselijke
cellen maar bacteriën om in te groeien.
Bacterie kan je zien met LM maar virus
enkel met EM.
Vorm en grootte:
Belangrijk voor diagnose
- Coccus= rond
- Diplococcus (2 coccusen); bv neisserua meningitidis ➔ veroorzaakt hersenvliesontsteking/
meningitis
- Streptococci: coccusen die tweedimensionaal groeien; bv streptococcus pneumoniae ➔
veroorzaakt pneumonie/ longontsteking
- Staphylococci: coccusen die driedimensionaal groeien; bv staphylococcus aureus ➔
wondinfectie
- Vibrio: gebogen staafje; bv vibrio cholerae ➔ Cholerae/ diarree
- Bacillus: staafje; bv bacillus anthracis ➔ anthrax of escherichia coli (E.coli) ➔ urineweg
infectie
- Streptobacilli: bacillusen achter elkaar geschakeld; bv lactobacilicus bulgaricus die behoort
tot pro- biotica en is daarom nodig om yoghurt te maken
- Spirochete: bv treponema pallidum ➔ syfilis
,Celstructuur:
A. Celwand:
Celwand heel belangrijk voor bacterie want zonder is de bacterie dood. De humane cel heeft een
fosfolipidendubbellaag waarin cholesterol inzit voor sterkte van membraan. Meeste bacteriën
(prokaryoten) hebben geen cholesterol in fosfolipidendubbellaag ➔ celmembraan kan snel
openspringen daarom hebben bacteriën ook celwand als bescherminglaag. Basistructuur van celwand:
peptidoglycaanlaag bestaande uit eiwitten en suikers, buitenste membraan, periplasmatische ruimte
Gramkleuring= kleur vd bacterie die in 2 richtingen kan gaan; gram + en gram – ➔ verschillen in
opbouw celwand!
AA. Peptidoglycaan
Bevat N- acetylglucosamine (NAG) & N- acetylmuramine zuur (NAM) gebonden met tetrapeptiden
waarbij Lysine voor gram + EN diaminopimeline zuur (DAP) voor gram –
Een peptidoglycaan komt niet voor bij mens en dier een bacterie wel. Wat kan je daarmee doen als een
apotheker? Die peptidoglycaanlaag laten kapot maken zo zal bacterie afsterven en omdat dierlijke
cellen geen peptidoglycaanlaag hebben zullen die geneesmiddelen weinig nevenwerkingen geven ➔
penicilline werkt tegen peptidoglycaan synthese
, Disaccharide backbone is
identiek voor alle bacteriën.
Enkel NAM heeft een zuur
functie dus enkel daarop
kunnen AZ aan binden via
amidebrug.
Soorten tetrapeptide:
- L- alanine
- D- glutamine zuur
- L- lysine (gram +)
Of Diaminopimeline zuur (gram -)
- D- alanine
Gram – heeft een rechtstreekse 3-4 binding die DAP op
plaatsnummer 3 bindt met D- ala op plaatsnummer 4. Bij gram + is er
op plaatsnummer Lysine ipv DAP en de 3-4 binding gebeurt
onrechtstreeks met D- ala via 5 glycine moleculen brug =
oligopeptidebrug
B. Opbouw
Algemeen
Cytoplasma
Fosfolipidendubbellaag (celmembraan)
Peptidoglycaanlaag
Teichoine zuren of als ze vertrekken vanuit peptidoglycaan= lipoteichoine zuren
1. Germ theory of disease
A. Louis pasteur
= grote naam in de microbiologie.
Hij heeft voor eerste keer
aangetoond dat spontane generatie
niet bestaat door te werken met
zwanenhals fles. Methode: bouillon
opgewarmd ➔ bacteriën gaan dood
➔ verwarmen gestopt ➔ Fles met
heldere bouillon ➔ fles 18 maanden
laten wachten ➔ Conclusie;
bouillon nog helder maar ook
andere stof aanwezig waar
bacteriën/ schimmels aan
vasthangen en zitten daar dus ook
kiemen. Zuurstof kan door
zwanenhals naar binnen en naar
buiten maar als fles rechtop staat zit
stof vast in plooi van zwanenhals en
blijft vloeistof dan nog helder als in
begin. Als fles schuin wordt
gehouden zal bouillon in de
zwanenhals komen en kan stof
makkelijker in contact komen met
bouillon ➔ vloeistof wordt troebel.
Dus er bestaat geen spontane generatie maar er zijn micro- organismen die kunnen groeien en nieuw
leven kunnen opwekken.
Ander proef met wijn; waarom smaakt ene wijn lekker en andere zuur?
1) Fles met druivensap opgewarmd (dus alle kiemen dood) + stop dicht ➔ Onveranderd
druivensap DUS spontane generatie van wijn bestaat niet
2) Mss doet lucht de fermentatie? Zelfde proef als 1) maar dan met zwanenhals ➔ weer
onveranderd druivensap
3) Fles met druivensap opgewarmd + bacteriën toegevoegd ➔ zure smaak DUS bacteriën zetten
suikers van druiven om in zuren
4) Fles met druivensap opgewarmd + gist toegevoegd ➔ alcohol (wijn) zonder zuren DUS
produceren gistcellen alcohol
Pasteurisatie: kort verhitten voedingswaarden om kiemen weg
te krijgen om de smaak te behouden.
+ ook vaccin ontwikkeld tegen hondsdolheid (rabies) (gebeten
door hond met die ziekte ➔99,9% dood)
, B. Robert Koch
= eerste keer aangetoond dat micro- organismen ziektes veroorzaken + eerste keer medium
gemaakt uit aardappelschijfjes om bacteriën te laten groeien + eerste keer oorzaak Anthrax
aangetoond.
2 soorten Anthrax:
- Cutane Anthrax: bv boer die aan het melken is + heeft wonde ➔ kiemen komen in wonde
en groeien daar ➔ zwarte korst
- Inhalatie Anthrax: veroorzaakt door bacillus anthracis inhalatie ➔ heel dodelijk
Postulates van Koch: wetenschappelijke methode om te checken of bacterie een ziekte
veroorzaakt
4 postulaten:
1) Proefdier ziek + dood ➔ Bacterie (stel rood) isoleren uit proefdier
Dus in elk ziek dier dat dood is zou die rode bacterie aanwezig zijn en bij onzieke niet
2) Die bacterie moeten kunnen laten groeien in labo + zuiver cultuur (dus enkel die bacterie)
3) Geïsoleerde rode bacterie inbrengen in een gezonde proefdier en moet dezelfde ziekte
(symptomen) vertonen als het zieke.
4) Uit die ontstane zieke dieren terug die rode bacterie kunnen vinden
Allemaal klopt? Aangetoond dat “rode” bacterie verantwoordelijk is voor die ziekte
Start van medische microbiologie van infectieziekten
C. Edward Jenner
= ontdekte pokkenziekte ontstaan door pokkenvirus (variola virus) ➔ 10% overlijden + hij
merkte op dat mensen die koeien melkten ook soms kleine blaasjes (pokken) hebben afkomstig
van de koe (koepokken virus/ vaccinia virus) maar deze mensen konden nooit de humane vorm
(variola virus) krijgen en waren dus beschermd tegen deze humane dodelijk virus.
Kraste proefpersonen met vaccinia virus en stelde vast dat die beschermd waren tegen
variola ➔ allereerste vaccinatie
D. Ignaz Semmelweis
Ziekenhuis waar aan ene kant bevallingen plaatsvonden en aan andere kant dissecties gedaan
op lijken. Dokter ging steeds heen en weer ZONDER handen te ontsmetten want dat bestond
toen nog niet. De vrouwen kregen kraamvrouwkoorts door streptococcus bacterie met 25%
overlijden. Toen zag men verband niet. Semmelweis viel op dat dokter ook kraamvrouwkoorts
kreeg en zo link gelegd. ➔ javel geïntroduceerd ➔ 25% overlijden daalt naar 1% ➔ niemand
gelooft
E. Joseph Lister
Methode Semmelweis verwerkt met carbonzuur ➔anti- septica ontstaat
F. Paul Ehrlich
Veel synthese gedaan van stoffen en stof 606 was actief tegen Syfilis (SOA). De
gesynthetiseerde stof doodde “enkel de bacteriën maar de mens niet” maar het bevat arseen
die wel gevaarlijk is voor mens.
G. Alexander Fleming
Werkte met staphylococcus aureus kiem die zette hij op plaat ➔ plaat werd beschimmeld
(penicillium notatum) + merkte dat die bacterie niet kon groeien rond die schimmel =
inhibitiezone. Schimmel produceert antibioticum (penicilline) waar bacterie niet kan groeien
Introductie antibioticum
, 2. Characteristics of prokaryotic cells
Prokaryote cellen hebben geen celkern terwijl eukaryote wel
Grootte:
Poliovirus: veroorzaakt kinderverlamming
Bacteriofagen zijn fagen die bacterie zal
gebruiken als gastheer. Virussen hebben
cellen nodig om te groeien maar
bacteriofagen gebruiken geen menselijke
cellen maar bacteriën om in te groeien.
Bacterie kan je zien met LM maar virus
enkel met EM.
Vorm en grootte:
Belangrijk voor diagnose
- Coccus= rond
- Diplococcus (2 coccusen); bv neisserua meningitidis ➔ veroorzaakt hersenvliesontsteking/
meningitis
- Streptococci: coccusen die tweedimensionaal groeien; bv streptococcus pneumoniae ➔
veroorzaakt pneumonie/ longontsteking
- Staphylococci: coccusen die driedimensionaal groeien; bv staphylococcus aureus ➔
wondinfectie
- Vibrio: gebogen staafje; bv vibrio cholerae ➔ Cholerae/ diarree
- Bacillus: staafje; bv bacillus anthracis ➔ anthrax of escherichia coli (E.coli) ➔ urineweg
infectie
- Streptobacilli: bacillusen achter elkaar geschakeld; bv lactobacilicus bulgaricus die behoort
tot pro- biotica en is daarom nodig om yoghurt te maken
- Spirochete: bv treponema pallidum ➔ syfilis
,Celstructuur:
A. Celwand:
Celwand heel belangrijk voor bacterie want zonder is de bacterie dood. De humane cel heeft een
fosfolipidendubbellaag waarin cholesterol inzit voor sterkte van membraan. Meeste bacteriën
(prokaryoten) hebben geen cholesterol in fosfolipidendubbellaag ➔ celmembraan kan snel
openspringen daarom hebben bacteriën ook celwand als bescherminglaag. Basistructuur van celwand:
peptidoglycaanlaag bestaande uit eiwitten en suikers, buitenste membraan, periplasmatische ruimte
Gramkleuring= kleur vd bacterie die in 2 richtingen kan gaan; gram + en gram – ➔ verschillen in
opbouw celwand!
AA. Peptidoglycaan
Bevat N- acetylglucosamine (NAG) & N- acetylmuramine zuur (NAM) gebonden met tetrapeptiden
waarbij Lysine voor gram + EN diaminopimeline zuur (DAP) voor gram –
Een peptidoglycaan komt niet voor bij mens en dier een bacterie wel. Wat kan je daarmee doen als een
apotheker? Die peptidoglycaanlaag laten kapot maken zo zal bacterie afsterven en omdat dierlijke
cellen geen peptidoglycaanlaag hebben zullen die geneesmiddelen weinig nevenwerkingen geven ➔
penicilline werkt tegen peptidoglycaan synthese
, Disaccharide backbone is
identiek voor alle bacteriën.
Enkel NAM heeft een zuur
functie dus enkel daarop
kunnen AZ aan binden via
amidebrug.
Soorten tetrapeptide:
- L- alanine
- D- glutamine zuur
- L- lysine (gram +)
Of Diaminopimeline zuur (gram -)
- D- alanine
Gram – heeft een rechtstreekse 3-4 binding die DAP op
plaatsnummer 3 bindt met D- ala op plaatsnummer 4. Bij gram + is er
op plaatsnummer Lysine ipv DAP en de 3-4 binding gebeurt
onrechtstreeks met D- ala via 5 glycine moleculen brug =
oligopeptidebrug
B. Opbouw
Algemeen
Cytoplasma
Fosfolipidendubbellaag (celmembraan)
Peptidoglycaanlaag
Teichoine zuren of als ze vertrekken vanuit peptidoglycaan= lipoteichoine zuren