100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
SAMENVATTING Political Pscyhology $4.23
Add to cart

Summary

SAMENVATTING Political Pscyhology

 37 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle colleges aantekeningen

Preview 4 out of 64  pages

  • May 27, 2020
  • 64
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Aantekeningen Poticial Psychology
Lecture 1

Psychologische theorieën die je in de huidige Corona crisis ziet:
o Group Think: dezelfde argumenten blijven herhalen, waardoor kritieke (belangrijke)
argumenten minder belangrijk lijken.
o Coöperatie: mensen moeten allemaal handen wassen etc.
o Vertrouwen: (trust) veel onderzoek naar gedaan, want het is heel belangrijk voor
politici.
o Mensen die zich meer als ‘wereldburger’ identificeren zullen ook eerder bijdragen
aan maatregelen die positief zijn voor de hele wereld.

Politieke Psychologen: Verklaren wat mensen doen, door psychologische concepten te
adapteren, op een manier waarop ze handig en relevant zijn voor politiek. Vervolgens
gebruiken ze deze om politieke problemen te analyseren.

Geschiedenis politieke psychologie:
1. Study van persoonlijkheid en politiek (1920 - …)
 Psychoanalyse van politieke leiders
 Study van persoonlijkheid en gebruiken (BIG 5, Dark triad)
 Rol van motivatie
 Eerst psychobiografieën, toen vragenlijsten, interviews, experimenten en
stimulaties
2. Publieke mening en stemgedrag (1940-1950)
 The American Voter (Campbell et al., 1960)
 Nature of political attitudes
 Politieke attitudes linken aan politiek gedrag
3. Analyse van internationale affaires en theorieen toepassen hierop (1960-1970)
 Sovject-Amerikaanse percepties van elkaar
 Vietnam conflict
 Application van politieke psychologische frameworks bij nucleaire
afschrikking, keuzes maken in crisis, nationalisme, ethische conflicten en
terrorisme.
4. Extreme levels van intergroeps geweld (1990 - …)
 Terrorisme
 Genocide (Rwanda, Congo)
 Geografisch gerelateerde genocide

Narrative = (een verhaal) een gesproken of geschreven verhaal van gerelateerde events.
o Een organisatie van gedachten door taal. Met als doel voor persoonlijke coherentie,
collectieve solidariteit zorgen, en het legitiem maken van collectivistische
overtuigingen, emoties en acties.
o Medieert de relatie tussen het individu en de politieke context (maatschappij).
 Het is het onderliggende proces dat individuen met politieke context linken.
 Verhalen die mensen binden als uitleg voor onverklaarbare events.

,Op welke levels kunnen narratives voorkomen:
o Micro (individueel) level: persoonlijk verhaal, (VB: arts die verhaal doet).
o Meso (group) level: Hoe iemands groep wordt behandeld, (VB: racisme naar groepen
door COVID).
o Macro (societal) level: Hoe de maatschappij met een probleem omgaat.

Hoe kan een individu de politieke context kan beinvloeden door narratives?
o Nelson Mandela: hij gaf een continue narrative die aangaf geen geweld te gebruiken
in protest.
o Brexit: We moeten uit de EU om controle terug te krijgen, want de vluchtelingen
crisis is gaande. De pro Brexit campange was veel sterker/intuïtief aantrekkelijk.

Vier principes onderliggend van manieren van Narrative approach (Hammack & Pilecki):
1.Taal, politiek en gedachten.
Via taal wordt de cognitie van mensen
beïnvloed en daarmee de sociale
structuur (geschiedenis, cultuur).




2. Persoonlijke coherentie
o Mensen hebben een fundamentele NEED om een coherente sense van
identity te ontwikkelen.
o Mensen willen ook sense en meaning uit een complexe maatschappij halen.
o De sociale of nationale identiteit creëert een soort collectief doel en geeft
sturing aan toekomstig gedrag.
3. Belang in solidariteit
o Een collective memory zorgt voor een continuïteit en betekenis.
o Narratives die worden gegeven zijn erg afhankelijk van de huidige politieke
‘mood’ in een land.
o Narratives kunnen eerder gebeurde events uitleggen of er betekenis aan
geven.
4. Mind in action
o Hoe linken narratives het individu tot de politiek?
o Bijv. waarom stemmen mensen wel/niet? Waarom vertonen mensen bepaald
gedrag?
o Via taal, need for personal coherentie & solidariteit voor mobiliseren van anderen
om bij te dragen aan collectieve actie (protesten, stemmen of terroristische
acties).

, Dit model laat dus de psychologie achter een narrative zien.

Political Being: een framework dat verschillende concepten bevat om politiek gedrag te
begrijpen ( Dit is de persoon die interacteerd met de sociale context).
1. Persoonlijkheid
2. Cognitie
3. Emotie
4. Values
5. Identiteit
6. Attitudes
7. Sociale context: ons vs. Hen

Us (wij, politieke ingroup) vs. Them (zij, politieke outgroups)

1. Persoonlijkheid
o De oudste traditie in de politieke psychologie
o Psycho-analytische benadering:
a. Verklaren wat dictators drijft.
b. Psycho biografie als methode: levensgeschiedenis
c. Authoritarian Personality: kindertijd, agressief, cynisch, stoer.
o Lasswell (1930): gedrag van politieke leiders kan worden verklaard door
psychopathalogie.
o Persoonlijkheids traits (gebruiken):
 Narcisme: in leiderschap komt het vaak over als powerfull. Vaak gezien als
charismatisch & sterke leiders in moeilijke tijden.

Is er zoiets als een populistische persoonlijkheid?
o Populist: ‘als dronken diner gasten’
 Afhankelijk van provoceren
 Agressieve retoriek
 Plezier halen uit ‘slecht gedragen’
 Neigen tot irriteren, overdrijven en taboo’s doorbreken
o Barr (2009):
 Populisten zijn geassocieerd met charisma en leiderschap.
 Zorgen ervoor dat mensen meer vertrouwen in hun
performance hebben.
o Dark Triad: Narcisme, psychopathologie (gebrek aan empathie) en
machivellianism (je weet hoe je andere moet manipuleren).

2. Cognitie en emotie
o Cognitieve processen: kanalen waarmee de gedachten en omgeving interacteren.
 Informatieverwerking (drive voor consistente informatie, group think).
 Categorization (Us/them categorisatie).
o Cognition & emotion, hoe interacteren deze twee?
 Positief affect: meer gebruik van heuristieken.
 Negative affect: diepere verwerking van informatie.

, o Image theory (Cottam, 1977; Hermann et al.,1997): Poltiek psychologische
benadering van connecties tussen beleidsmakers (narratives) van verschillende
landen en het resulterende gedrag.  De manier waarop je een vijand ‘framed’
bepaald ons beeld hiervan en ons gedrag er tot. Door landen op een bepaalde
manier te framen kan je politieke steun creëren of emoties opwekken bij
stemmers waardoor ze op je gaan stemmen.

3. Values & identity
o Values: diep geloof over wat goed en slecht is.
 sterk gerelateerd aan emoties (empathy, boosheid, trots etc.)
 Socialisatie (values zijn aangeleerd door de maatschappij en we willen dat
deze consistent zijn (‘taal, coherentie, solidariteit & actie (Hammack &
Pilecki))).
 Ingroup superiority: outgroups kunnen onze values bedreigen.
o Identity: diep geloof over ons zelf en de ingroup.
 Zelfvertrouwen: Social Identity Theory.
 Identiteit komt vaak voor tuit conflict situaties (meaning in solidarity &
mind in action)
o Gerelateerd aan politieke issues
 Stemmen (rol van values en identiteit bij partij voorkeur)
 Etnische conflicten (vluchtelingen, symbolische en realistische dreiging)
 Intractable conflict (narrative om conflict te behouden, directie geven)
 Nationalisme, populisme en terrorisme (dehumanisatie van outgroup)

4. Attitudes
o Positieve of negatieve evaluaties van een persoon, groep, object of probleem.
 Traditionele benadering: Tripartite model of attitudes bestaat uit:
Cognition (stereotyping) & Affect (prejudice) dit samen bepaalt het gedrag
(in het verleden en toekomstige intenties). Kritiek: er is vaak inconsisentie
tussen attitude en gedrag die niet kan worden verklaard.

Alternatief model: attitudes als social network:
 Causal Attitude Network (CAN) model (Dalege et al., 2016, 2017): attitude
is een systeem van evaluaties die elkaar beïnvloeden. Bij verkiezingen
2008 onderzoek gedaan. Sterke lijnen zijn sterke connecties en rood is
negatief/groen positief. Mensen die op Obama stemde, hadden positieve
attitudes over obama (via sociaal netwerk kon
worden voorspelt waarvoor iemand stemde).
Resulaten: mensen met een sterke (pos/neg)
attitude naar obama hadden ook een sterk
connected attitude network (connectivity
hypothesis).

 CAN model: een simpele verklaring voor waarom sterke attitudes gedrag
sturen. Sterke connecties in sterke attitudes netwerken zorgen voor meer
druk op het gedrag, geloof of gevoel tegenover het attitude object.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinmertens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.23  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added