Samenvatting Accocursus Endocrinologie Prof. Dr. C. Mathieu, DeCallonne, Vanderschueren
144 views 1 purchase
Course
Chronische ziekten (E0C22A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit is een samenvatting van 80 pagina's. Het vat de volledige accocursus van het vak endocrinologie samen. Endocrinologie is een onderdeel van het overkoepelende vak chronische ziekten. Dit vak wordt gedoceerd in de 1e master geneeskunde in het 2e semester.
BMI => body mass index: gebruikt voor het inschatten van de hoeveelheid lichaamsvet id
dagelijkse praktijk.
Beperkingen:
- Niet iederen individu met zelfde vetpercentage zal ook zelfde BMI hebben
vb. bij hogere spiermassa overschatting
- Geen rekening met geslacht/origine of leeftijd
BMI(kg/m^2) = lichaamsgewicht/lengte^2
Deze indeling relateert BMI aan gezondheidsrisico’s, dit is echter niet absoluut wnt er is
verschil tussen verschillende populaties.
=> bijkomende risico’s:
- buikomtrek
- conditie
- rassen en ethnische groepen
Lichaamsvetverdeling => verdeling is ook een belangrijke factor voor de risico’s vd.
patiënt. nl:
Abdominaal (androïd, visceraal, appel) > Perifeer (gynoïde/peervormig) vetverdeling
Beste methode is het meten van de middelomtrek: via lintmeter op middelpunt tss onderste
rib en crista iliaca op het einde vn een normale uitademing.
=> stijgend risico op diabetes type 2 en verschillende CV risicofactoren vb. hypertensie
De cut-offs worden gestandardiseerd per werelddeel; in Europa:
- Man > 94 cm
- Vrouw > 80 cm
In Aziatische landen krijgen de mannen eerder 90 cm als cut-off, nieuwe studies zijn nodig
voor Afrika etc.
, B. Prevalentie
Frequentie van obesitas neemt toe; wereldwijd 3 belangrijke tendenzen:
- progressieve toename zwaarlijvigheid
- ook meer kinderen en adolescenten worden dikker id. VS daarom ook sterke stijging
DM type 2
- globalisering; met toename obesitas in ‘groeilanden’ vb. China
C. Etiologie
1. Secundaire vormen
=> slechts bij een minderheid kadert het teveel aan vet in een welomschreven ziektebeeld,
dat tot obesitas leidt. vb’n hiervan genetische afw., endocriene stoornissen, etc.
2. Erfelijke versus omgevingsfactoren
=> Etiologie van ‘exogene’ obesitas is multifactorieel; ‘obesity runs in families’
80% kans op obesitas als beide ouders vet zijn vs. 10% als ze mager zijn.
- Erfelijke factoren: de doorsnee vorm is polygenetisch
- Omgevingsfactoren: via verschillende studies aangetoond dat deze een cruciale rol spelen.
=> vette en gesuikerde voeding
=> verband sociaal-economische klasse en dik zijn
=> Emigranten worden hier ook dikker.
3. Adipositas is steeds het gevolg van een positieve energiebalans
Teveel vet wil zeggen dat je meer energie hebt opgenomen dan dat je verbruikt hebt:
Energieopname = energieverbruik + energie-opslag
Dus ofwel te grote opname ofwel te laag verbruik. 24u verbruik kan je opdelen in 3
componenten:
- ruststofwisseling; hoeveelheid energie dat je gebruik in een thermoneutrale
omgeving, 8 - 12 u na maaltijd of inspanning = 60 - 65 % totale energieconsumptie.
Bel. determinanten zijn vet-vrije massa, eiwit-turnover en je schildklier.
- Thermogenese; verbruik in rust dat niet tot vorige behoord, nodig voor vertering,
absorptie, metabolisme, opslag en ook blootstelling aan koude en stress = 15%
totaal. Bij mens is thermogeen effect voedsel de belangrijkste component.
- Activiteitenstofwisseling; extra verbruik bij fysieke activiteit, groei, verwonding en
zwangerschap = 15-20% totaal (variabel)
Bij obesen is ruststofwisseling hoger, thermogeen effect voedsel is wel lager, maar
compenseert hoger verbruik niet. Conclusie totaal verbruik is hoger.
, D. Gevolgen
Op 3 vlakken:
- Mentaal: meer depressies, angst- en persoonlijkheidsstoornissen.
- Mechanisch: orthopedisch, pulmonair, urinair, cutaan
- Metabool: hoger CV risico, ook andere metabole stoornissen
Metabole gevolgen zijn vooral te wijten aan een verhoogde opstapeling van abdominaal vet.
Dit vet is metabool actief en zorgt voor inflammatie, die de lever zal vervetten en
weerstandig maken aan insuline. Wat dan voor de gevolgen zorgt.
E. Behandeling
1. Doelstellingen
Loopt bij meeste volwassenen 0,25 kg/jaar op, we willen dit dus primair stabiliseren.
Wnr overgewicht => 10% reductie na 6/12 maanden; deze beperkte vermagering heeft al
substantiële risicoreductie; 40% reductie DM 2 bij 5% gewichtsreductie. Erna verder
vermageren.
2. Strategieën voor gewichtscontrole
Principes:
- actief vermageren en behoud lager gewicht; combo dieet en bewegen
- farmacotherapie of chirurgie
- dieet en activiteit ook effect op CV risico
- aanpassen aan noden en mogelijkheden individu.
- lange termijn perspectief
- preventie gewichtstoename aangewezen bij iedereen met bmi boven de 25.
- vermagering niet per se wnr 25-29,9 tenzij risicofactoren.
- farmaceutisch vnf 27 wnr ook risicofactoren
- heelkunde vnf 35
3. Dieet
Gebaseerd op caloriereductie, als vaste regel dus de energie-inname lager dn verbruik. Het
moet wel voorzien in essentiële nutriënten. Graad vn restrictie kan variëren en moet
individueel bepaald worden.
1 kg = 7000 kcal
Strenge energiebeperking: very low calorie diet (VLCD), gebaseerd op vervangmaaltijden.
Je krijgt de essentiële dingen maar slecht 450 tot 800 kcal per dag. We doen dit bij ernstige
, obesitas of wnr snelle vermagering noodzakelijk is. Niet voor kinderen of adolescenten. of bij
bepaalde comorbiditeiten. Vereist medisch toezicht, wel zeer gunstige effecten.
4. Gedragstherapie
alle gedachten rond eten en drinken, w door een veelheid vn factoren en omstandigheden
bepaald. Moet stap vr stap veranderd worden.
Elementen:
- Bewust worden vn het te veranderen gedrag vb. via eetverslag
- Beïnvloeden vn gedrag vb’n stimulus controle en technieken
- Bevestiging vn nieuw gedrag
5. Fysieke activiteit
Essentieel onderdeel vd behandeling, vergt vn patiënt met obesitas ng een grotere
inspanning om het niveau vn fysieke activiteit te verhogen.
=> bestaat uit spontane + bijkomende regelmatige fysieke activiteit
Gunstige effecten op:
- lichaamsgewicht, 24u wandelen per kilo
- lichaamsamenstelling, verlies vet
- capaciteit vn mobilisatie en vetverbranding
- voedselinname
- cardiovasculaire risicofactoren
- gemoedstoestand
Obesitas zelf geeft aanleiding tot fysieke deconditionering
=> primair onstaan dr stoornissen in natuurlijke lichaamsfties tgv overgewicht;
- grondige evaluatie vooraf vd verschillende systemen en psychosociale toestand.
- doelstellingen moeten uitgelegd worden, met de gunstige invloed ervan
- realistisch programma d r aan te passen aan individu
Optimaal 3x per week sporten met richtpolsslag tss 50-60% vh maximum.
6. Farmacotherapie
Enkel wnr het in combo is met al de vorige. Indicatie enkel wnr de BMI > 30 of > 27 wnr min.
1 comorbiditeit.
=> reducties meestal eerder beperkt en vn korte duur.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lucifer123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.13. You're not tied to anything after your purchase.