Een complete samenvatting van de hoorcollege- en werkgroepstof voor het vak Ondernemingsrecht (aangevuld met verplichte stof uit het boek en relevante informatie uit de kennisclips).
,Week 1
Inleiding
Kernbegrippen
De begrippen onderneming, rechtspersoon en vennootschap moeten goed van elkaar worden
onderscheiden. Een vennootschap is geen onderneming (strikt genomen is vennootschapsrecht geen
ondernemingsrecht).
• Rechtspersoon (boek 2 BW): de belangrijkste rechtspersonen zijn de vereniging, stichting,
coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij (owm), de NV en de BV. De vennootschap is
een species van de rechtspersoon, maar niet iedere vennootschap is een rechtspersoon.
• Naast rechtspersonen heb je ook nog personenvennootschappen (boek 7A BW en Wetboek
van Koophandel). De personenvennootschap is een bijzondere overeenkomst tot
samenwerking (en zijn dus geen rechtspersonen). Er zijn verschillende
personenvennootschappen: de maatschap, vennootschap onder firma (VOF) en de
commanditaire vennootschap (CV).
• Een onderneming is niet hetzelfde als een rechtspersoon of een vennootschap. Een
rechtspersoon (zoals de BV) is een vorm waarin de onderneming kan worden gegoten. De
rechtspersoon kan een onderneming hebben, krijgen of in stand houden. Als natuurlijk
persoon kan je ook een onderneming hebben (zzp’er of eenmanszaak). Ondernemingsrecht
ziet dus op de onderneming en ook door wie die gedreven wordt (dus ook de rechtspersonen
of de vennootschap). In die zin is ondernemingsrecht eigenlijk een groot verzamelbegrip.
• Een onderneming is een zaak die men drijft om winst te maken. Tegenwoordig zijn er ook
sociale ondernemingen, die niet per definitie gericht zijn op het maken van winst (niet
primair), maar om iets goeds te doen (zoals bijdragen aan een beter milieu of klimaat).
Welke wetten spelen allemaal een rol?
• Boek 2 BW: de rechtspersoon
• Wet op de ondernemingsraden (WOR): deze wet regelt de ondernemingsraad. De
ondernemingsraad zit in de onderneming. Voor een ondernemer is het verplicht om een
ondernemingsraad in te stellen als je meer dan 50 werknemers hebt. Dit is een
medezeggenschapsorgaan: de werknemers hebben invloed op het reilen en zeilen van het
bedrijf (zoals de bevoegdheid om besluiten goed te keuren).
• Handelsregisterwet 2007 (Hrgw) en Handelsregisterbesluit 2008 (Hrgb): hierin wordt het
handelsregister geregeld (soort burgerlijke stand voor bedrijven). Als je zelf een bedrijf hebt
ben je verplicht dit bedrijf en eventuele wijzigingen in te schrijven in het handelsregister.
• Boek 7A BW (art. 1655-1688 BW): hierin wordt de maatschap geregeld.
• Wetboek van Koophandel (art. 15-34 WvK): hierin worden de VOF en de CV geregeld.
De meeste Nederlandse regels (vooral in boek 2 BW en de regels betreffende de NV) zijn gebaseerd
Europese richtlijnen. Hierdoor lijken veel NV-vormen in Europa op elkaar.
Het begrip ‘onderneming’
Er zijn verschillende definities voor het begrip onderneming in de wet en de literatuur:
• Van Schilfgaarde/Winter: een onderneming is een organisatorisch verband, gericht op
duurzame deelneming aan het economisch verkeer.
→ Hierin komt het winst-aspect niet terug
1
, • Art. 1 lid 1 sub c WOR: drie elementen:
1) Organisatorisch verband (= samenwerking)
2) Zelfstandige eenheid: de onderneming presenteert zichzelf naar de buitenwereld
zelfstandig en is geen subonderdeel van een groter geheel
3) Werknemers (arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling)
• Art. 1 lid 1 sub a SER-Fusiegedragsregels 2015: dezelfde definitie als in de WOR (deze regels
gaan ook over de bescherming van de werknemer).
- Deze regels zijn opgesteld door de Sociaal Economische Raad (SER) in Den Haag. De SER
is één van de belangrijkste adviesorganen van de regering (bedacht door Van der
Grinten). De SER is het vleesgeworden poldermodel. In de SER zitten 20
vertegenwoordigers van de werkgevers, 20 vertegenwoordigers van de
werknemers/vakbonden en 20 wetenschappers (‘Kroonleden’; benoemd door de
Kroon).
- Deze gedragsregels waarborgen dat de belangen van werknemers op het juiste
moment worden meegenomen indien bedrijven willen fuseren (fusie zorgt vaak voor
ontslagen; daarom moeten de belangen van werknemers bij fusies worden beschermd).
Voorbeeld fusie: ABN AMRO
ABN AMRO wilde tot de top-5 banken in de wereld behoren. De bestuursvoorzitter van
ABN AMRO wilde fuseren met een andere grote bank, zodat ze samen de grootste
zouden worden. De bestuursvoorzitter wilde fuseren met Barclays. Ze hadden
afgesproken dat hij daar bestuurder zou blijven na een fusie. TCI (The Childrens
Investment Fund) hadden aandelen genomen en wilden niet dat de ABN AMRO ging
fuseren; de koers van de aandelen zou hierdoor omlaag gaan. Ze wilden eerst dat ABN
AMRO andere opties zou overwegen.
Het consortium (bestond uit drie banken: Fortis, Santander en Royal Bank of Schotland)
wilde ABN AMRO overnemen en opsplitsen. Ze deden een bod op de aandelen. Een
biedingsstrijd tussen het consortium en Barclays was gunstig voor TCI omdat de prijzen
van de aandelen hierdoor hoger werden. ABN AMRO verkocht ondertussen een
dochteronderneming (LaSalle) aan de Bank of America. Dit onderdeel had Barclays
immers niet nodig. De Royal Bank of Schotland wilde dat deel juist wél hebben. De koop
was nog niet helemaal rond en er was een boetebeding opgenomen voor als de koop
niet door zou gaan. De Bank of America was de grote winnaar: óf ze kregen de
Amerikaanse tak voor een prikkie óf ze kregen gratis geld. De koop ging uiteindelijk niet
door en de bestuursvoorzitter van de ABN AMRO moest weg. Het consortium heeft
uiteindelijk ABN AMRO overgenomen (Fortis en ABN AMRO zijn uiteindelijk gered door
de staat in de crisis).
In dit hele proces moesten de vakbonden worden betrokken. Eén van de vakbonden
had de SER-fusiegedragsregels geschonden (schending geheimhoudingsplicht). De
vakbond had op haar website een verslag geplaatst van een gesprek dat de bond had
met ABN AMRO. Dit overleg moest echter in strikte geheimhouding geschieden.
• Art. 5-7 Handelsregisterwet 2007: hier wordt geen definitie voor ‘onderneming’ gegeven.
- De wetgever wilde het definiëren van het begrip onderneming aan de praktijk overlaten
(met hulp van de rechter). Het begrip moet volgens de wetgever ruim worden ingevuld:
‘iets’ is snel een onderneming en als er sprake is van een onderneming, moet het
worden ingeschreven in het handelsregister.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sennatrap. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.27. You're not tied to anything after your purchase.