Homerus schreef Odyssee. Odyssee is de 1e held van de Europese literatuur, hij reisde veel
rond en verwoestte de stad van Troje. Hij is van na de oorlog en is eigenlijk een soort anti-
held, deze gebruikte Homerus wel vaker.
Literatuur kan millenia mee en is grensoverschrijdend. Literatuur kan rechtstreeks verbanden
leggen tussen periodes die ver uit elkaar liggen. Het is het Europese culturele erfgoed.
Literatuur is canoniek en heeft een hoog prestige gehalte en heeft een niet-materiële
omgangswaarde. Teksten hebben een hoog symbolisch kapitaal en zijn elitair. De sociale
penetratie van deze teksten is niet groot maar de houdbaarheidsdatum is heel groot. Dit in
tegenstelling tot krantenstukken en onderwijsboeken. Belang van literatuur is voornamelijk
historisch maar we moeten de artistieke waarde niet vergeten. Voor het huidige Europese
klimaat is literatuur heel belangrijk.
Empathisch vermogen is bij het lezen heel belangrijk. Men moet zich verplaatsen in de
leefwereld van de literatuur.
Thema van deze week is avontuur/. Een verhaal is een tekstueel genre. Het verhaal draait
altijd om de held, deze wil iets bereiken maar kent ook veel tegenslagen. Door deze
tegenslagen te boven te komen behaalt de held zijn doel. Held heeft 2 betekenissen: held
staat centraal als genre en als iemand die grote gevaren het hoofd durft te bieden. In de
Middeleeuwen was de adel een voorzetting van de oude krijgers, zij mochten wapens dragen
etc. Deze vechtersbazen zijn elite maar deze vechtlust zorgt ook voor een twist in het eigen
kamp, er wordt onderling heel veel gevochten. Dit wordt beschreven in de Illias van
Homerus. In de samenleving van de krijgers krijg je macht door respect af te dwingen. Status
en respect was het allerbelangrijkste. Geweld blijft een interessant genre.
Dit verandert met de komst van het Christendom, zorg voor de zwakkeren wordt heel
belangrijk en de christelijke deugd komt hoog in het vaandel te staan.
6e eeuw: Leefregel van H. Benedictus
9e: Karolingische renaissance
12e eeuw: kruistochten
Kloosterordes zijn eigenlijk ook ridderordes. Hier ontstaat de hoofse ethos: hof/hoffelijk,
court/courtois, court/courtesy)
We zien ook ridderlijke idealen terugkomen:
- Zelfbeheersing
- Deugd ipv eer
- Kracht van de wet en regels boven kracht van geweld
- Vrouwendienst en verdediging van de zwakkeren
We zien sterke tegenstellingen tussen harmonieus geordende binnenwereld en de woeste
buitenwereld. De 19e eeuwsrevival: cultus van de gentleman.
Hoorcollege 30 oktober 2013-11-13V
Vóór 1000: Maria als voornaamste heilige (Griekse Panagia) en koningin van de hemel
, Maar rond 1500/1600 is er een omslag in Mariolatrie, dit gaat van deductief denken naar
inductief denken.
Deductief: als algemene wetten specifiek kunnen afleiden
Inductief: men maakt eerst observaties van specifieke dingen en probeert hier verbanden uit
te halen.
Dit inductief denken kwam door een revolutie op intellectueel gebied die samen ging met de
wetenschappelijke revolutie.
Deductief is nu voor ons vreemd, het inleven in een andere tijd is voor ons lastig. De bijbel
gebruikt men vaak als leidraad voor het deductief denken.
De figuur van Maria is voornaamste heilige en is veel gebruikt in de literatuur.
Voor 1000:
- Maria als voornaamste heilige en koningin van de hemel ( is dit niet een vorm van
idolatrie? De bijbel zegt dat we alleen God mogen aanbidden. De heiligen mogen wel
vereerd worden)
- Mariacultus tussen verering (Doulia, toegestaan voor heiligen en aanbidding) en
(Latria, voorbehouden aan God alleen). Maria hyperdoulia
Maria was al gezegd voor de geboorte van Jezus zegt Gabriël, was heel speciaal.
Iconografie: moeder van kind Jezus en koningin van de hemel
1054: groot schisma tussen orthodox en katholiek. We zien de in de westerse iconografie
toenemend belang van de annunciatie. Maria was niet-sterfelijk, ze was uitgezonderd onder
de vrouwen. Ze heeft ook geen pijn geleden bij de bevalling (deductief denken). Ze is naar
de hemel gegaan zonder echt te sterven. Je mag Maria niet gelijk stellen met Jezus hun
dood wordt dan ook anders beschreven in de bijbel. In Griekenland wordt ze afgebeeld als
de moeder van God. Grieks was de taal van theologie tot in de 8e eeuw.
Tijdens het schisma zien we gescheiden ontwikkelingen van de theologie. Universiteiten
ontstaan vanuit kloosters dus komen alleen op in het Westen, in het Oosten blijven het
kloosters.
We zien een opkomst van een nieuw mannenideaal: de grote brute krijger wordt getemd. We
zien een vermindering van de mannelijke agressie. Na 900/1000 begint dit langzaam te
veranderen. Het is te wijten aan een nieuw soort etiquetteboekjes (door H.Benedictus). Hij
schreef leefregels voor kloosterlingen. Het vermogen tot zelfbeheersing wordt nieuwe
mannelijkheidsideaal en de vrouwendienst komt op, net als de zorg voor de zwakkeren. Er
ontstaat een nieuw liefdesideaal, het wordt vrouwvriendelijk. Dit komt ook door de
verandering van het ultieme vrouwelijkheidsideaal (Maria), zij wordt niet meer afgebeeld als
iemand die respect afdwingt maar wordt nu meer in verband gebracht met de annunciatie.
Het lichaam wordt intieme aangelegenheid, de elite voelt zich superieur want zij volgen de
etiquette, boeren worden afgebeeld als halve dieren. Veel hoog/laag schakeningen en de
middeleeuwse maatschappij is een enorme standenmaatschappij. Als Maria zegt dat ze een
dienstmeid is verandert dit voorbeeld (ppt 7). Maria wordt menselijk gemaakt. En er ontstaat
een nieuw ideaal over aantrekkelijkheid van vrouwen dit beschrijft Raphael. We zien het
begin van de liefdesrelatie, dit komt op rond 1100. Dit komt vermoedelijk uit de wereld van de
Islam, wellicht door de vele kruistochten maar men denkt vooral aan Spanje als katalysator
wanneer zij onderdrukt worden door Ottomanen. Zij hebben contact met gotische stammen.
Er ontstaan liederen waarvan de stem een vrouw is.
Alfonso X van Castilië, El Sabio schrijven over tedere gevoelens, schrijft gedichten over
vrouwen en is de begin van de liefdeslyriek.
In Zuid-Frankrijk zijn er troubadours, de liefde tussen man en vrouw weerspiegelt iets hogers
en men wil af van het dierlijke. Troubadours zijn hooggeplaatste mensen, deze gedichten
worden in Romaanse talen geschreven, dit is nieuw. De taal was voorheen altijd Latijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninanieuwkoop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.