LEESWERK: Wereldreligies 3.3 MINOR
HS 1: Hindoeïsme
1.1 Naam en oorsprong.
- Naam buitenstaanders:
‘hindoeïsme’ komt van rivier de Indus, die uitmondt in de zee in het huidige
Pakistan. Het gebied ten oosten van de Indus werd India genoemd en
buitenstaanders noemden de inheemse religies in het oude India het hindoeïsme
- Naam Indiërs
zelf noemen de Indiërs hun religie ‘sanatana dharma’.; de eeuwige leer /
bestemming In de loop der eeuwen kan de bestemming van de mens telkens weer
anders beleefd worden, afhankelijk van tijd en plaats.
Hindoeïsme kent geen vaste organisatie. Is meer het resultaat van een
ontwikkelingsproces, waarin steeds weer nieuwe sociale / religieuze elementen zijn
opgenomen. De grote verscheidenheid en soms tegenstrijdigheden worden niet als
problematisch ervaren want ‘alle rivieren stromen naar dezelfde zee’
AKA alle religieuze wegen brengen je naar hetzelfde doel; uiteindelijke verlossing
2 lagen onderscheiden:
1. Oeroude natuurreligie van de oorspronkelijke bewoners van India.
- allerlei natuurkrachten werden als deva’s (goden) of geesten gezien.
2. De religie van de Ariërs
- volksstammen die na 2000 jaar voor gjt India zijn gaan beheersen en hun
stempel hebben gezet op de sociale orde. Dit groeide later uit tot het
kastenstelsel.
- o.i.v. de brahamen (priesterkaste) heeft er een zekere doordenking en
systematiseirng van het hindoeïsme plaatsgevonden
1.2 Dharme – bestemming – kosmische orde – kaste
De Dharme, uiteindelijke bestemming, van de mens ligt niet in deze materiële
wereld, maar in het goddelijke. Dit kan je bereiken door het vervolmaken va jezelf of
waarmee je je in overgave kunt verenigen.
In de wereld heerst er een kosmische orde, die alles in evenwicht houdt. Hier behoort
ook het kastenstelsel toe. Door geboorte kom je in ene kaste of varna (kleur). Dit is
een sociale groep met dezelfde naam, beroep, tradities en religieuze praktijken. De
kaste geeft dus een varna aan je leven.
Hoofdkasten:
Brahamen Priesters, zieners, filosofen, hogere beroepen
Ksatriya’s Strijders: ridders, prinsen, queens, landbestuurders, militairen
Vaisya’s Boeren, kooplieden, handelaren, geschoolde arbeiders
Sjoedra’s - Ongeschoolde arbeiders, slaven, bedienden
Dalits leerlooien, kadavers opruimen, straat vegen, koeienmest drogen
- De 4 hoofdkasten kennen ook nog 1000e subkasten of jati’s (geboorte)
- Officieel is kastensysteem afgeschaft maar in de praktijk werkt het nog sterk door.
Voor uiteindelijke verlossing moet je je aan de regels houden van de kasten. In de
dharma (bestemming, orde) gaat het om de orde van…
- de natuur: water stroomt naar zee, zon komt op en gaat onder
,- morele orde van de SL: leefregels en reinheidsvoorschriften die behoren bij je
kaste en levensstadium.
Naast kasteregels zijn er meer belangrijke, algemene principes van de dharma voor
de morele orde:
- geduld en tevredenheid
- gelijkmoedigheid
- vergevingsgezindheid
- matigheid
- respecteren van andermans bezit
- een rein leven naar lichaam en geest
- beheersing van de zinnen
- ontwikkelen van wijsheid
- verwerven van kennis
- liefde voor de waarheid
1.3 De bronnen: de veda’s en de grote verhalen
1.3.1 Veda’s
Tussen 1500 en 800 voor gjt zijn alle verzamelingen van gebeden, lofliederen en
offerspreuken die mondeling zijn overgeleverd opgeschreven. Deze vormen de
oudste literatuur in de Indische godsdienst; de veda’s. (veda = weten)
- voorschriften van offers, spreuken, liederen, teksten over rituelen en magische
handelingen.
- geschreven in het Sankriet
- wordt gezien als goddelijke openbaring door de risji’s (de wijzen) hebben groot
gezag
- brahamen kunnen de veda’s alleen lezen en uitleggen. Dit is meer formeel gezag
want de hindoe heeft in praktijk meer binding met zijn goeroe (leraar) dan met het
heilige woord zelf.
- moderne uitleg ‘vedisch’ dan gaat het meer om het gezag en charisma van de veda
- de oude vedische godsdienst is sterk geritualiseerd. Persoonlijk geloof en overgave
aan een godheid / diepzinnige inzichten in het ware bestaan bespelen hier
NAUWELIJKS een rol in. Terwijl dit juist de hoofdkenmerken zijn van het latere
hindoeïsme
1.3.2 Oepanisjaden
Oepanisjaden= zij dit zitten aan de voeten van de leermeester
- ontstaan aan het einde van de vedische periode.
- zoeken naar de laatste waarheid achter het bestaan van de wereld + goden
- optimisme van de veda’s verdwijnt en er komt een meer pessimistisch wereldbeeld.
- de wispelturigheid van het materiële bestaan wordt beklemtoond.
Er ontstaan ideeën over de relatie tussen Brahman en atman
- Brahman: oergrond van al het bestaan. Het Al of het goddelijke, dat alles
doorademt.
- atman: diepste essentie van mijn eigen bestaan, diepste levenskern, je ziel
dit inzicht leidt tot verlossing
de identiteit van beide wordt aangeduid met ‘tat twam asi’ (dat zij gij)
deze identiteit wordt monsime genoemd
hieruit ontstaan ook de opvattingen over karma en reïncarnatie
1.3.3 De grote verhalen
na de vedische periode ontstaan grote religieuze rollen. Deze spelen tegenwoordig
,een grote rol in het religieuze bewustzijn van de hindoe. Deze verhalen vormen meer
dan de veda’s de bron van inspiratie voor het alledaagse leven.
1.3.3.1 Mahabharata
Mahabharata (het grote verhaal) is een mix van spannende verhalen en diepzinnige
gedachten. (200 vóór gjt – 200 gjt)
- gaat over strijd tussen de pandava’s en de kaurava’s over de erfopvolging.
- de leider van de pandava’s verdobelt zijn rijk, vrouw en broers en wordt 12 jaar in
ballingschap gehouden. na die 12 jaar ontbrandt de strijd tussen de P’s & de K’s
weer. de P’s winnen en de leider Yudisthira regeert nog 15 jaar in vrede. Hij trekt zich
daarna als religieus asceet terug in de bossen.
1.3.3.2 Bhagavadgita
Bhagavadgita (de zang van de Verhevene). Onderdeel van de Mahabharata en is een
heilig geschrift in India.
- bevat de dialoog tussen 1 van de 5 broers (Arjuna) en de god Visjnoe. Arjuna twijfelt
om te vechten tegen zijn familie en vrienden. Krisjna is een avatara (nederdaling) van
Visjnoe en legt uit dat stoppen met oorlog oneer betekend. Een mens kan alleen een
lichaam doden en niet de atman ervan (de kern). Die komt weer terug in een nieuw
leven.
Krisjna ontvouwt hier de 3 klassieke verlossingswegen van het hindoeïsme;
1. Karmayoga
2. Bahktiyoga
3. jnanayoga
De Bhagavadgita geldt als het hart van het hindoeïsme en heeft soort van hetzelfde
gezag als de bijbel. De strijd van Aruna wordt meestal uitgelegd als een spirituele
strijd van het goede en het kwade, waar elk mens mee strijdt.
Omdat de Krisjna centraal staat in de Gita is de verering van een persoonlijke godheid
de belangrijkste verlossingsweg geworden in India.
1.3.3.3 Ramayana
Rama is een avatar van Visjnoe. Als zijn vader afstand doet van de troon zorgt een
andere vrouw ervoor dat haar zoon Bharata koning wordt. Rama werd verbannen en
er worden allerlei verhalen over hem geschreven
deze verhalen zijn grote illustratie van hoe je volgens je dharma moet leven:
- hou je aan je beloftes
- doe je plicht
- nooit eigenbelang najagen
- oprecht berouw tonen als je een fout heb gemaakt.
1.3.3.4 Verhalen over Krisjna
naast de voorgaande verhalen speelt Krisjna in allerlei andere verhalen. Een populaire
is het verhaal van de geboorte van Krisjna als zoon van prins Vasudeva. Hij wordt
opgevoed bij een koeherder omdat zijn oom hem had bedreigd. Met zijn (stief)broer
maakte hij allerlei avonturen mee waarin Krisjna steeds het kwade overwint.
1.4 Wegen naar verlossing, karma en reïncarnatie
1.4.1 Karma en reïncarnatie
Het hindoeïsme gaat ervan uit dat er achter de zichtbare materiële wereld een
bovennatuurlijke werkelijkheid schuilgaat.
, de transcendente wereld als abstract (braham) en als persoonlijk (godheid)
Braham
= het eeuwige goddelijke, het onstoffelijke, het onveranderlijke, de onwankelbare
orde van rust en harmonie. GEEN persoon.
- Uit Braham komt alles voort en keert alles weer terug
- Hoe alles is ontstaan is voor de hindoe niet van belang. Want we leven in eindeloze
tijdperken van opgang, ondergang en wederkeer.
In ieder mens huist de goddelijke essentie die atman wordt genoemd. Deze essentie
verhuist van bestaansvorm naar bestaansvorm. Deze reïncarnatie (zielsverhuizing) is
voor AL het bestaan. Deze cirkelgang van leven en dood noem je de samsara en
betreft de hele wereld. Tussen leven en dood kan ook een periode in de hemel of
onderwereld leven, maar nooit voor eeuwig.
Hoe je wordt wedergeboren wordt bepaald door je karma (handeling). Gaat om de
intentie van je handeling. Na de dood wordt als het ware de balans opgemaakt. De
vruchten van je handelingen (karmaphala) bepalen hoe je leven in het volgende
bestaan er uit zal zien.
1.4.2 Moksja
Ook al leef je binnen deze materiële wereld met je plichten, is dit niet de uiteindelijke
wereld. Omdat al het leven telkens opnieuw geboren wordt, is de hindoe op zoek naar
een werkelijkheid die de gewone werkelijkheid overstijgt.
De spirituele werkelijkheid wordt beschouwt als de ware werkelijkheid. De materiële is
uiteindelijk maar een maya (illusie), illusie van de zintuigen.
Immers, de eindeloze kringloop van de wedergeboorte (samsara) is niet echt
opwekkend. Telkens heb je weer te maken met lijden en dood. Je kan daar alleen uit
ontsnappen door geen karma meer te vormen, zowel goed als slecht want beide
binden je aan de kringloop van het leven.
je diepste essentie, je atman, kan alleen loskomen van de gevangenis van het
lichaam als je eigenlijk geen karma meer produceert. Daar ligt ware verlossing
(moksja / mukti)
1.4.3 Verlossingswegen
er zijn 3 klassieke verlossingswegen. Ze worden meestal marga’s genoemd (weg).
Soms ook yoga (verwant met NL’se woord juk). In de yoga gaat het om de methode
van oefening of inspanning.
1. Karma-marga de weg van het handelen
- op deze weg houdt je je volledig aan de dharma (bestemming)
- je doet wat je doen moet, dient de mensheid, houdt je goden in ere etc.
- alles zonder eigenbelang of gehechtheid
- alleen de juiste intentie maakt je vrij van de gevolgen van karma. Zonder karma
geen reïncarnatie. Je atman keert bij je dood terug in de oceaan van de Brahman
- oorspronkelijk; volgen van juiste regels voor offerrituelen
- later: accent verschoven richting juiste morele houding
2. Bhakti-marga de weg van de liefdevolle overgave
- op deze weg richt je je volledig op de godheid van je keuze (m.n. Visjnoe, Krisjna,
Sjiva) & ervaar je de mystieke vereniging van je atman (ziel) met God.
- pure liefde zonder doel of bijoogmerk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jill_schuijt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.