De samenvatting van Nederlands in de Bovenbouw pabo Inholland bestaat uit hoofdstukken uit de boeken Portaal - Harry Paus, Spelling - Henk Huizinga en Aanvankelijk en Technisch lezen - Henk Huizinga. Dit is alle leerstof voor het tentamen bij Inholland. De volgende hoofdstukken zijn samengevat:
P...
Many spelling errors that make it difficult to follow.
By: IsabellaB • 3 year ago
Translated by Google
How annoying that it is sometimes difficult to follow because of misspelling. I'm gonna do something about this! I hope you have liked the content of the summary:)
By: istvnvrs • 3 year ago
By: IsabellaB • 3 year ago
Translated by Google
Hi,
Would I like to know why you rated my 1-star summary? So I can change this. 
I have only had positive reactions so far. 

Greetings,
Isabella
By: istvnvrs • 3 year ago
Translated by Google
Sorry went by accident. I've modified it
By: sihaamkarraz • 2 year ago
By: giovannidunk • 3 year ago
By: IsabellaB • 3 year ago
Translated by Google
Reply deleted by the user
Show more reviews
Seller
Follow
IsabellaB
Reviews received
Content preview
2020
Samenvatting Nederlands in de
bovenbouw
,INHOUD SAMENVATTING
Paus, H. (red.) (2018) Portaal. Praktische taaldidactiek voor het primair onderwijs. 5e herziene druk.
Bussum: Coutinho.
Huizenga, H. (2015, 5e herziene druk). Spelling. Groningen: Noordhoff.
- Hoofdstuk 5 t/m 7 en 9 en 10
1
,PORTAAL
HOOFDSTUK 1: TAALONDERWIJS
1.2 VISIES
We geven taalonderwijs op de basisschool om twee belangrijke redenen:
1. We willen dat kinderen beter leren spreken en luisteren, schrijven en lezen.
2. Taal is een belangrijk element van onze cultuur.
Constructivisme: Wordt veel gezien in het taalonderwijs. Hierbij staat de interactie tussen de lerende
en de leeromgeving centraal.
Met behulp van de technologie: 21-eeuwse vaardigheden die de leerlingen aangeboden moeten
krijgen
1.2.2 VISIES OP TAALONDERWIJS
8 visies op taalonderwijs:
1. Het traditionele taalonderwijs: bij deze vorm ligt de nadruk op het schriftelijke onderwijs,
zoals grammatica. Benoeming van woordsoorten, ontledingen van zinsdeling is daarbij het
belangrijkste voor een betere beheersing van taal.
- Voordeel: overzichtelijk
- Nadeel: voor veel leerlingen geen fijne manier
2. Thematisch-cursorisch taalonderwijs: er wordt gewerkt in thema’s. De leerlingen leren van
alles over taal wat geïntegreerd is vanuit een ander vak. Hierbij krijgt mondelinge
taalvaardigheid meer aandacht, maar die is dan vaak bedoeld om het thema te bespreken.
Onderdelen die niet in een thema passen worden gegeven in cursussen zoals grammatica,
technische lezen en spelling.
- voordeel: leerlingen ervaren dit als zinvol
- nadeel: kost veel tijd om te ontwerpen
3. Taal bij alle vakken: leerkracht geeft bij alle vakken een grote instructie waardoor de
leerlingen taalvaardiger worden. Hierbij is het voeren van gesprekken een manier van leren
waarbij leerlingen op actieve wijze belangrijke begrippen verwerken en verbanden leggen
tussen die begrippen.
- Voordeel: de leerlingen gebruiken de taal in een situatie die voor hen betekenisvol is.
- Nadeel: sommige taalonderdelen lenen zich er niet voor, b.v. spelling kan je beter
strategisch inzetten.
4. Communicatief taalonderwijs: richt zich op de informatieoverdracht. Denk hierbij aan
mondeling en schriftelijk communiceren. Spreken, schrijven, luisteren en lezen zijn hierbij de
hoofddoelen.
- voordeel: door als leerkracht leuke situaties uit te kiezen zullen de leerlingen
gemotiveerder raken.
- nadeel: het kan onnatuurlijk gevonden worden door leerlingen.
2
, 5. whole- language benadering: alle kleinere onderdelen worden in een keer aangeboden. Er zijn
methodes die lessen aanbieden waarin alle groepen aan bod komen. Bijvoorbeeld een gesprek
dat gestart wordt naar aanleiding van dit gesprek wordt een brief geschreven en die wordt
daarna besproken, gelezen en samengevat.
6. Strategisch onderwijs: biedt leerlingen de hulp. Er worden aan de leerlingen verschillende
middelen, strategieën, en manieren aangeleerd om ervoor te zorgen dat zij een opdracht
kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld bij de methode nieuwsbegrip waar er een stappenplan wordt
aangeboden.
7. Taakgericht taalonderwijs: dit bied leerlingen een taak aan dat boven het niveau ligt. Op deze
manier worden de leerlingen uitgedaagd om de opdracht uit te voeren waardoor ze meer
leren. Ze kunnen zelf de taak kiezen waar de interesse bij aansluit en hierdoor ontwikkelen de
leerlingen hun taal sneller.
8. Interactief taalonderwijs: deze visie is als laatste ontwikkeld door het expertisecentrum
Nederland. Deze visie zorgt voor betekenisvol leren, sociaal leren en strategisch leren. Bij deze
vorm van onderwijs is er sprake van een goede balans in het taalonderwijs.
Vrijwel geen enkele leerkracht werkt met één visie. Iedere leerkracht wisselt onbewust. Deze
wisselwerking van verschillende elementen uit visies vind ook plaats bij het gebruik van een methode.
1.3.2 DOELEN
Het onderwijs draait om doelen. Er zijn doelen vastgesteld door de overheid. Dit zijn globale eisen waar
de leerlingen aan het einde van hun bassischool carrière aan moeten voldoen. Scholen zijn verplicht
om haalbare doelen vast te stellen. Er zijn ook tussendoelen vastgesteld om het kerndoel te behalen.
De wet van referentiekader biedt de leerkrachten een eis waaraan ze moeten voldoen in ieder
schooltype. Alle leerlingen moeten minimaal 1F behalen. Dit niveau is er alleen voor taal en rekenen.
Er zijn ook nog methodedoelen of zelfgekozen doelen. Methodes maken gebruik van doelen om te
evalueren of de leerlingen hieraan voldoen aan het einde van de les. Wanneer je zelf iets opvalt kan je
eigen doelen stellen om bijvoorbeeld het niveau te verbeteren. Zo zijn er groeps- en individuele
doelen.
1.4 DIDAKTIEK VAN HET TAALONDERWIJS
Er staat dus vast voor elke school van er aangeleerd moet worden maar hoe dat gebeurt dat heeft de
overheid niet bepaald. De school mag dit zelf invullen. De visie van de school op het taalonderwijs is
daarbij wel van belang.
Leerlingen leren op twee manieren:
1. incidenteel: er wordt iets spontaan aangeleerd
2. intentioneel: wanneer een leerling er bewust voor kiest om iets te gaan leren
3
, In de klas zijn er ook nog 2 soorten leersituaties waarin de leerlingen kunnen leren, dit hangt wel af
van de leerkracht:
1. instructieve leersituatie: in deze situatie is er sprake van een directe instructie en worden er
oefeningen aangeboden ter ondersteuning.
2. Constructieve leersituaties: hier wordt er gebruik gemaakt van ankers en routines. Een anker
is een gezamenlijk startpunt in de klas waarin een probleem wordt geïntroduceerd. Een
routine is een terugkerende gebeurtenis waardoor de communicatie leidt tot een
betekenisvolle taalactiviteit. Bijvoorbeeld opruimen op het teken van de leerkracht.
1.5: EVALUEREN EN OMGAAN MET VERSCHILLEN
Er zijn twee soorten toetsen:
1. Summatieve toetsen: toetsen die na een bepaalde periode gegeven worden. De toets vertelt
een kwaliteitsoordeel van de beheersing op bepaalde gebieden. Deze toetsen kunnen een
selectieve functie hebben, dit betekent dat je er op kunt zakken en slagen.
2. Formatieve toetsen: toetsen op een gericht onderdeel. Door deze toetsen kan de leerkracht
zien of hij/zij zijn onderwijs moet aanpassen of opnieuw moet behandelen. Deze toetsen zijn
van belang om het onderwijs te evalueren en aan te passen.
HOOFDSTUK 4: MONDELINGEN TAALVAARDIGHEID
4.1 ACHTERGRONDEN
Door mondelinge taalvaardigheid kun je communiceren met anderen, jezelf, gevoelens uiten en kennis
delen. Deze vorm van taalvaardigheid leert iedereen, je kunt niet zonder dus iedereen leert het.
Hiervoor moeten de kinderen op jonge leeftijd wel taal horen om het te kunnen ontwikkelen. Als
kinderen op school komen zijn ze al experts op gebied van mondelinge taalvaardigheid. Door middel
van imitatie, interactie en creativiteit is deze ontwikkeling ontstaan.
Bij mondelinge taalvaardigheid maken we onderscheid tussen de volgende deelvaardigheden:
Wanneer iemand is staat is om te begrijpen wat hij hoort, dit te interpreteren en te integreren/ om te
zetten naar handelingen spreek je van luistervaardigheid. Luisteren is een complexe zaak waarbij
verschillende dingen aan bod komen. Iemand die goed kan luisteren, wil niet zeggen dat die persoon
goed kan horen. Zo kijkt iemand ook naar de non-verbale communicatie en begrijpt wat er gezegd
wordt.
In luisteren zijn er dus ook deelvaardigheden te onderscheiden. Zo moet je de hoofd- en bijzaken
kunnen onderscheiden en gericht luisteren. Ook bij NT2 kinderen is dit het geval. Voor deze leerlingen
is het luisteren nog intensiever omdat deze kinderen een ander luisterniveau hebben.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IsabellaB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.