relatievermogensrecht minor personen en familierecht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
HBO Rechten
Relatievermogensrecht (REVH2RVR1)
All documents for this subject (6)
1
review
By: myrtheottens1 • 4 year ago
Seller
Follow
michelleboon_
Reviews received
Content preview
Relatievermogensrecht
Week 1
Hoofdstuk 6 Het huwelijk
Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend of van gelijk geslacht en de
wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen (art. 1:30 BW).
Naar huidig recht is een huwelijk een duurzame levensverbintenis tussen twee personen, met
afstammingsrechtelijke gevolgen als deze personen van verschillend of van het vrouwelijke geslacht
zijn en zonder deze gevolgen als zij van het mannelijk geslacht zijn.
De vereisten tot het aangaan van een huwelijk kunnen worden onderverdeeld in twee groepen:
materiële of inwendige vereisten, neergelegd in afdeling 1.5.1 (art. 1:31-42 BW), en formele of
uitwendige vereisten, anders gezegd: formaliteiten die aan de voltrekking van het huwelijk moeten
voorafgaan, en de huwelijksvoltrekking zelf, neergelegd in de afdelingen 1.5.2 (art. 1:44-49a BW) en
1.5.4 (art. 1:58-68 BW).
Het eerste inwendige vereiste tot het aangaan van een huwelijk is een bepaalde minimumleeftijd. Men
moet sinds 5 december 2015 de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt om een huwelijk aan te kunnen
gaan (art. 1:31 BW). Uitzonderingen bestaan niet meer. Op grond van art. 1:253ha BW
meerderjarigheid verklaarde zestien- en zeventienjarige vrouwen kunnen geen huwelijk aangaan,
omdat art. 1:31 BW hiertoe vereist dat zij de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, dus niet dat zij
meerderjarig zijn.
Het tweede inwendige vereiste tot het aangaan van een huwelijk, is dat de geestvermogens van een
partij niet zodanig zijn gestoord, dat deze niet in staat is haar wil te bepalen of de betekenis van haar
verklaring te begrijpen (art. 1:32 BW). Men moet dus feitelijk bekwaam zijn om rechtsgeldig een
huwelijk te kunnen aangaan (art. 3:59 BW i.v.m. 3:33-34 BW).
Het feit dat een persoon juridisch handelingsonbekwaam is, omdat hij wegens zijn geestelijke toestand
onder curatele is gesteld (art. 1:378 lid 1 aanhef en onder a BW), behoeft aan een rechtsgeldig
huwelijk niet in de weg te staan. Deze persoon kan immers ten tijde van de huwelijksvoltrekking een
zogenaamd ‘lucidum intervallum’, een helder ogenblik, hebben en dus feitelijk bekwaam zijn. Alleen
is in dit geval voor het aangaan van het huwelijk toestemming van de kantonrechter nodig (art. 1:38
BW). De regels van art. 1:38 BW is vergelijkbaar met die van art. 4:55 lid 2 BW voor het maken van
uiterste wilsbeschikkingen.
Het derde inwendige vereiste tot het aangaan van een huwelijk is, dat de aanstaande echtgenoten
ongehuwd zijn. Art. 1:33 BW bepaalt immers dat een persoon tegelijkertijd slechts met één andere
persoon door het huwelijk kan zijn verbonden. De wetgever gaat derhalve uit van monogamie, anders
gezegd: verbiedt bi- en polygamie, en sanctioneert een en ander ook strafrechtelijk in art. 237 Sr. Het
betreft hier een misdrijf tegen de burgerlijke staat.
De ambtenaar van de burgerlijke stand die meewerkt aan iemands huwelijksvoltrekking, wetende dat
deze daardoor een dubbel huwelijk aangaat, is strafbaar op grond van art. 379 lid 1 Sr. Het betreft hier
een ambtsmisdrijf.
Civielrechtelijk is het huwelijk dat in strijd met art. 1:33 BW wordt voltrokken, niet nietig, maar
vernietigbaar in rechte op grond van art. 1:69 BW.
Indien de ene echtgenoot is vermist, ten aanzien van hem door de rechter is verklaar dat er
rechtsvermoeden van overlijden bestaat (art. 1:413 BW), vervolgens door de ambtenaar van de
burgerlijke stand dienovereenkomstig een akte van overlijden is opgemaakt (art. 1:417 BW) en ten
slotte de andere achtergebleven echtgenoot een nieuw huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaat,
doch de vermiste op dat ogenblik nog in leven is, doet de vraag zich voor of hier sprake is van
bigamie. Het antwoordt luidt ontkennend. Art. 1:149 aanhef en onder b BW bepaalt immers dat het
,huwelijk met de vermiste eindigt, indien de vermiste die overeenkomstig de bepalingen van afdeling
1.18.2 of 1.18.3 BW vermoedelijk overleden dan wel overleden is verklaard, nog in leven is op de dag
waarop de achtergebleven echtgenoot een nieuw huwelijk of geregistreerd partnerschap is aangegaan,
door de voltrekking van dit huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Het vierde inwendige vereiste tot het aangaan van een huwelijk is, dat in sommige gevallen
toestemming wordt gegeven. In welke gevallen en door wie toestemming moet worden gegeven, is
geregeld in art. 1:37-39 BW. Deze bepalingen zijn ook van belang ingeval huwelijkse voorwaarden
vóór het huwelijk worden opgemaakt of gewijzigd (art. 1:117 BW).
De juridische ouders zijn de man en de vrouw die tot het kind familierechtelijke betrekking staan (art.
1:197 BW). Een kind kan ook twee mannen of twee vrouwen als juridische ouders hebben. Art. 12
EVRM bepaalt dat mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht hebben te huwen en een gezin
te stichten volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen.
Men kon vóór 5 december 2015 in het huwelijk stappen als men minderjarig was, mits er toestemming
door de ouders was verleend. Sinds 5 december 2015 is de Wet tegengaan huwelijksdwang ingegaan
en geldt dat men meerderjarig moet zijn wil men in een huwelijk kunnen stappen. Bij minderjarigheid
kan met toestemming van de ouders sindsdien niet meer een huwelijk worden aangegaan.
Als een persoon onder curatele is gesteld wegens gewoonte van drank- of drugsmisbruik (art. 1:378 lid
1 aanhef en onder b BW) staat voorop dat de onder curatele gestelde bekwaam blijft tot het verrichten
van familierechtelijke handelingen (art. 1:382 BW), waaronder ook het aangaan van een huwelijk valt.
Wel is daarvoor toestemming van de curator nodig (art. 1:37 lid 1 BW). Hier is vervangende
toestemming van de kantonrechter mogelijk (art. 1:37 lid 2 BW).
Als een persoon onder curatele is gesteld wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand (art. 1:378
lid 1 aanhef en onder a BW) heeft de onder curatele gestelde toestemming van de kantonrechter nodig
om in een huwelijk te kunnen treden (art. 1:38 BW).
In de gevallen waarin de rechter de toestemming of vervangende toestemming heeft verleend, gelden
enkele bijzondere processuele voorschriften die zijn neergelegd in art. 1:39 BW. In de genoemde
gevallen is de termijn van hoger beroep 14 dagen en kan gedurende die termijn de beschikking die de
door de rechter verleende toestemming inhoudt, niet worden ten uitvoer gelegd (art. 1:39 lid 1 BW).
Teneinde te voorkomen dat ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand een huwelijk zou
worden voltrokken ondanks het feit dat hoger beroep is ingesteld, bepaalt art. 1:39 lid 2 BW dat hij die
tegen een verleende toestemming opkomt, verplicht is dit binnen de termijn van beroep bij
deurwaardersexploot te doen aanzeggen aan de ambtenaar of ambtenaren van de burgerlijke stand ten
overstaan van wie het huwelijk kan worden voltrokken. Door dit te verzuimen verliest hij het recht om
de nietigverklaring van het huwelijk op grond van het ontbreken van zijn toestemming te vragen,
indien het gerechtshof de in art. 1:39 lid 1 BW bedoelde beschikking vernietigt en het huwelijk reeds
is voltrokken.
Het vijfde inwendige vereiste tot het aangaan van een huwelijk is, dat tussen de aanstaande
echtgenoten geen te nauwe bloedverwantschap bestaat. Volgens art. 1:41 lid 1 BW mag een huwelijk
niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature hetzij familierechtelijk, bestaan in de
opgaande en in de nederdalende lijn of als broeders, zusters of broeder en zuster.
Als de man een kind erkent en krachtens art. 1:41 BW geen huwelijk met de moeder mag sluiten, is
deze erkenning nietig (art. 1:204 lid 1 aanhef en onder a BW).
Art. 1:41 lid 2 BW bepaalt dat de Minister van Justitie om gewichtige redenen ontheffing van het
verbod kan verlenen aan hen die broeders, zusters of broeder en zuster door adoptie zijn.
Op grond van art. 1:41a BW mag een huwelijk niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij
van nature hetzij familierechtelijk, als bloedverwanten bestaan in de derde of vierde graad in de
zijlinie, tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand ieder een beëdigde
verklaring hebben afgelegd, inhoudende dat zij hun vrije toestemming tot het huwelijk geven.
, Het zesde inwendige vereiste tot het aangaan van een huwelijk is, dat tussen de aanstaande
echtgenoten geen geregistreerd partnerschap bestaat (art. 1:42 BW). Art. 1:80a lid 2 BW bepaalt dat
zij die een geregistreerd partnerschap aangaan, niet tegelijkertijd mogen zijn gehuwd.
Voornemen in het huwelijk te treden
In afdeling 1.5.2 (art. 1:44-49a) BW komt een aantal uitwendige vereisten tot het aangaan van een
huwelijk aan de orde. Op grond van art. 1:44 lid 1 BW moeten aanstaande echtgenoten het voornemen
om in het huwelijk te treden kenbaar maken. In de onderdelen a-j (art. 1:44 BW) volgt een minutieuze
opsomming van de gegevens die zij hiertoe aan de ambtenaar van de burgerlijke stand moeten
verstrekken. Wanneer het huwelijk binnen een jaar, te rekenen vanaf de datum waarop het voornemen
daartoe kenbaar is gemaakt, niet is voltrokken, mag het niet worden voltrokken dan nadat het
voornemen daartoe opnieuw kenbaar is gemaakt (art. 1:46 BW).
Beëdigde verklaring
Indien de geboortegegevens van een aanstaande echtgenoot niet kunnen worden geverifieerd en deze
niet in staat is om een geboorteakte over te leggen, kan de betrokkene jegens de ambtenaar van de
burgerlijke stand ten overstaan van wie het huwelijk zal worden voltrokken, een beëdigde verklaring
afleggen, inhoudende het geslacht, de plaats, het land en, zo nauwkeurig mogelijk, de datum van
geboorte, alsmede de persoonsgegevens van de ouders (art. 1:45 lid 1 BW). In de huwelijksakte wordt
van de afgelegde verklaring melding gemaakt (art. 1:45 lid 2 BW).
Indien de gegevens betreffende overlijden als bedoeld in art. 1:44 lid 1 onder c BW niet kunnen
worden geverifieerd en de aanstaande echtgenoten niet in staat zijn om de akte of akten van overlijden
over te leggen, kunnen zij ter zake een beëdigde verklaring afleggen jegens de ambtenaar van de
burgerlijke stand ten overstaan van wie het huwelijk zal worden voltrokken. Deze maakt daarvan
melding in de huwelijksakte (art. 1:45a BW).
Hertrouwen van een ouder die met het gezag is belast
Indien hij die wil hertrouwen, het gezag heeft over kinderen uit een vorig huwelijk (art. 1:251 e.v.
BW), geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van dit voornemen onverwijld kennis aan de
rechtbank van de woonplaats van de ouder die met het gezag is belast (art. 1:48 BW). Hetzelfde geldt
indien deze ouder een geregistreerd partnerschap wil aangaan (art. 1:80a lid 5 i.v.m. 1:48 BW).
Trouwbeloften
Wat is de juridische betekenis van een verloving? Art. 1:49 BW geeft antwoord op deze vraag. De
wetgever spreekt over trouwbeloften. Deze geven geen rechtsvordering tot het aangaan van een
huwelijk, noch tot schadevergoeding wegens de niet-vervulling van de beloften; alle afwijkende
bedingen zijn nietig (art. 1:49 lid 1 jo. art. 3:40 lid 2 BW).
Art. 1:49 lid 2 BW geeft een uitzondering. Indien het voornemen tot het aangaan van een huwelijk aan
een ambtenaar van de burgerlijke stand kenbaar is gemaakt, kan dit grond opleveren tot een vordering
tot vergoeding der werkelijke vermogensverliezen, zonder dat daarbij enige winstderving in
aanmerking komt. De vordering tot schadevergoeding vervalt door verloop van 18 maanden, te
rekenen vanaf de datum waarop het voornemen tot het aangaan van het huwelijk kenbaar is gemaakt.
Het betreft hier een vervaltermijn en geen verjaringstermijn zodat de rechter deze ambtshalve moet
toepassen (art. 3:322 lid 1 BW) en stuiting (art. 3:316-319 BW) en verlenging (art. 3:320-321 BW)
ervan niet mogelijk zijn.
De formaliteiten rondom de voltrekking van het huwelijk
Het huwelijk mag niet worden voltrokken vóór de 14e dag na de datum waarop het voornemen om in
het huwelijk te treden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kenbaar is gemaakt (art. 1:62 lid 1
BW). Het OM bij de rechtbank binnen wier rechtsgebied het voornemen om in het huwelijk te treden
kenbaar is gemaakt, is bevoegd uit hoofde van gewichtige redenen vrijstelling te verlenen van de
voorgeschreven wachttijd (art. 1:62 lid 2 BW).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michelleboon_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.