100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hele boek Internationaal en Europees recht samengevat $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting Hele boek Internationaal en Europees recht samengevat

4 reviews
 306 views  22 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

boek Praktisch Europees recht helemaal samengevat. voor het vak IIER (inleiding internationaal en Europees recht).

Preview 3 out of 29  pages

  • Yes
  • June 2, 2020
  • 29
  • 2019/2020
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: isakusisa • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jessicavdwerf2805 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: joyvanzon • 3 year ago

review-writer-avatar

By: esra-10 • 4 year ago

avatar-seller
Praktische Europees recht H1

1.1 internationaal recht
Dit rechtsgebied regelt alle betrekkingen tussen staten. De afspraken worden meestal in een verdrag
vastgelegd. Staatssoevereiniteit= de overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het
grondgebied van de staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen. Ze kunnen hun
soevereiniteit overdragen, ten eerste kan de staat beslissen om (een gedeelte van) de
beslissingsbevoegdheid over te dragen aan bv een internationale organisatie, bv het EGKS-verdrag.
Te tweede manier waarop de staatssoevereiniteit beperkt kan worden, is als een land onvrijwillig de
beslissingsbevoegdheid uit handen wordt genomen. Als een staat wordt binnengevallen door een
ander land en dat andere land de macht overneemt.

Er zijn twee soorten internationale organisaties:
1. gouvernementele organisaties
2. non-gouvernementele organisaties
gouvernementele organisaties= een samenwerkingsverband tussen staten. De oprichting hiervan
wordt vastgelegd in een verdrag. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om samen te werken. De
organisatie kan kiezen hoeveel soevereiniteit ze afstaan aan deze organisatie. Als lidstaten geen
soevereiniteit afstaan, wordt de organisatie een intergouvernementele organisatie genoemd. Als
lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan aan de organisatie, is er sprake van een supranationale
organisatie. Een supranationale organisatie staat boven de lidstaten, terwijl een
intergouvernementele organisatie een samenwerking is tussen lidstaten.

Non-gouvernementele organisaties= een groep personen kan een internationale organisatie gaat
oprichten. Ook wel een ngo, is onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële doelstelling. Een
ngo hoeft niet internationaal te zijn. Bv Rode Kruis, Amnesty International en Wereld Natuur Fonds.
Ze hebben niet dezelfde status als gouvernementele organisaties, maar worden wel vaak uitgenodigd
om deel te nemen aan internationale vergaderingen. Ngo’s hebben dan geen stemrecht, maar wel
een adviserende rol.

1.2 de Eu en haar doelstellingen
De EU kent twee verdragen:
- het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
- Het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VwEU).
Het eerste verdrag was de EGKS in 1952, die was voordat de EU werd opgericht. Het laatste verdrag
2009 is het verdrag van Lissabon, als gevolg de huidige verdragen VEU en VwEU. In het verdrag
betreffende de Europese Unie staan in art. 3 de doelstellingen van de EU opgesomd. Belangrijkste
zijn: vrede en welzijn, vrijheid en veiligheid, de interne markt, de monetaire unie en het
mensenrechtenbeleid.

Vrede en welzijn: eventuele conflicten tussen lidstaten worden binnen de EU op diplomatieke wijze
opgelost. Ook zijn ze economische afhankelijk van elkaar.

Vrijheid en veiligheid: burgers van de EU mogen over het algemene in alle lidstaten verblijven om te
werken, te studeren. Dit heeft ook als nadeel dat er vrij verkeer van criminaliteit tot gevolg.

Interne markt: de interne markt maakt het mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen
bedrijven die in de lidstaten zijn gevestigd, dat er steeds meer personen over de grens gaan werken.
Het is de bedoeling dat nationale markten steeds meer geïntegreerd worden tot een interne markt.

,Monetaire unie: een gemeenschappelijke munt brengt de lidstaten nog dichter bij elkaar. De
Europese Centrale Bank is verantwoordelijk voor het monetaire beleid.

Extern mensenrechtenbeleid: de EU in art. 2 VEU een belangrijke plaats ingeruimd voor de
bescherming van de mensenrechten. Dit artikel vormt bv de grondslag voor de mogelijkheid voor het
Hof om te oordelen over schendingen van mensenrechten. Uit art. 3 lid 5 VEU blijkt dat de ambitie
om fundamentele waarden te beschermen verder gaat dan de grenzen van de Unie.

1.3 Interne markt
Doordat we in de EU een interne markt hebben, is de overheid niet vrij om elke maatregel te nemen
die zij wenst, ze mogen bv niet zomaar subsidies geven. Het beschermen van de nationale economie
(ook wel protectionisme genoemd) is nadelig voor de interne markt in zijn geheel en is daarom
verboden. Let op: de interne markt en de monetaire unie zijn twee verschillende onderdelen van de
EU. De monetaire unie is optioneel, maar de interne markt is een onlosmakelijk onderdeel van de EU.
Lidstaten kunnen zich hier niet buiten stellen.

De interne markt bestaat voornamelijk uit de volgende drie onderdelen:
1. Vrij verkeer: het beginsel van vrij verkeer betekent dat de handelsstroom tussen lidstaten
niet belemmerd mag worden. Een lidstaat mag de nationale productie niet meer beschermen
ten koste van het vrij verkeer van goederen. Er bestaat ook vrij verkeer van diensten,
personen en kapitaal.
2. Staatssteun: de staat zou subsidies kunnen verstrekken aan nationale producenten. Met zo’n
subsidie is het mogelijk voor een bedrijf om goedkoper te produceren. Het geven van een
subsidie is echter niet zomaar toegestaan, dan zou je oneerlijke concurrentie krijgen.
3. Mededinging: ook bedrijven kunnen met hun marktgedrag de interne markt verstoren. Ze
zouden namelijk prijsafspraken met elkaar maken, dit noemen ze kartelvorming. De
consument betaalt dan waarschijnlijk meer, daarom is kartelvorming verboden.

Voordelen interne markt: welvaartsniveau zal stijgen en het wordt gemakkelijke om over de grens
handel te drijven. Het tweede voordeel is de uitbereiding van de keuzemogelijkheden. Het derde
voordeel is dat de interne markt voor prijsdalingen zorgt, omdat er meer concurrentie is.

Nadelen interne markt: vooral voor individuele bedrijven ondervinden, biedt namelijk extra
concurrentie. Nederlandse bedrijven moeten bv concurreren met bedrijven uit Bulgarije. Het
loonniveau is daar lager, waardoor goedkoper kan worden geproduceerd. Een ander nadeel is ook
dat de markt aan het verplaatsen is naar lidstaten met een lager loonniveau. Verder leidt de interne
markt tot specialisatie.




1.4 beginselen

, Basisbeginselen:
- loyale samenwerking: lidstaten doen niets wat strijdig is met het verdrag en voeren trouw
alle verplichtingen uit die uit Europees recht voortvloeien art. 4 lid 3 VEU.
- Attributiebeginsel: de EU is alleen bevoegd als daarvoor een grondslag bestaat in het verdrag
art. 5 lid 2 VEU. Bv art. 38 VwEU geeft de EU de mogelijkheid om beleid op het gebied van
landbouw te ontwikkelen.
- Subsidiariteitsbeginsel: de lidstaten bepalen zo veel mogelijk zelf. Pas als het beter
gezamenlijk geregeld kan worden, is de EU bevoegd art. 5 lid 3 VEU.
- Gelijkheidsbeginsel: in art. 18 VwEU, discriminatie op grond van nationaliteit is verboden.
Iedereen moet dezelfde kansen en mogelijkheden krijgen. Er is sprake van gelijke gevallen als
beide gevallen dezelfde kenmerken hebben. het enige kenmerk waarin ze verschillen is de
nationaliteit. De Nederlandse overheid heeft de plicht om zich te onthouden van
maatregelen die de interne markt kunnen schaden. Zij mag voor die producten bv geen
invoerquotum instellen of op die producten extra belasting heffen. Je hebt ook ongelijke
gevallen: dat houdt in dat ongelijke gevallen ongelijk moeten worden behandeld. Als gevallen
juist niet dezelfde kenmerken hebben, mogen ze dus niet op dezelfde manier worden
behandeld. Je mag mensen alleen anders behandelen als daarmee een belangrijk doel wordt
bereikt.
- Evenredigheidsbeginsel: voor het bereiken van een doel moet altijd het minst ingrijpende
middel worden gekozen art. 5 lid 4 VEU. Wordt ook wel het proportionaliteitsbeginsel
genoemd. Als het doel ook met minder zware maatregelen bereikt kan worden, is de
maatregel niet evenredig.




Praktisch Europees recht H2:

2.1 Europese raad

Art. 13 VEU noemt alle instellingen.

De hoogste instelling binnen de EU is de Europese Raad. De Europese Raad sluit de verdragen art. 15
VEU. Staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten hebben zitting in de Europese Raad, samen
met de voorzitter van de Europese Commissie. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor
Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid is een lid van de Europese Commissie, maar als het over
buitenlandse zaken en veiligheid gaat, neemt deze ook deel aan de werkzaamheden van de Europese
Raad. De Hoge vertegenwoordiger is ook een van de vicevoorzitters van de Commissie art. 17 lid 4
VEU.

Taken:
- Vergadert over de hoofdlijnen van het Europees beleid.
- Als enige bevoegd om verdragen op te stellen of te wijzigen. Een beslissing wordt meestal
genomen op basis van unanimiteit. Dat wil zeggen dat alle lidstaten ermee moeten
instemmen. Houden zich bv ook bezig met de strategie om werkloosheid tegen te gaan en
stellen daar beleidslijnen over vast. Ze geven dan aan de Hoge vertegenwoordiger en de
Commissie de opdracht om beleid op dit gebied te ontwikkelen.
- Beleidsdoelstellingen voor de toekomst vast te stellen.
2.2 Europese Commissie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekelitjens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  22x  sold
  • (4)
Add to cart
Added