100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting stof inleiding insolventie economisch gedeelte $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting stof inleiding insolventie economisch gedeelte

1 review
 44 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

stof inleiding insolventierecht economische gedeelte

Preview 2 out of 7  pages

  • June 2, 2020
  • 7
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: cemdalyan • 4 year ago

avatar-seller
Syllabus samengevat:

Faillissement is van toepassing op natuurlijke personen en rechtspersonen, ondernemers en niet
ondernemers en is gericht op het zoveel mogelijk voldoen van alle schuldeisers.

Surseance van betaling is van toepassing op ondernemers( zowel natuurlijke personen als
rechtspersonen) en is gericht op het overbruggen van een tijdelijke liquiditeitsprobleem( een
ondernemer krijgt adempauze). Let op bij privé personen, dus ik leen geld van mijn ouders is er geen
sprake van het juridische begrip surseance van betaling, maar wel van uitstel van betaling.

WSNP: wettelijke schuldsaneringsregeling Natuurlijke Personen, is van toepassing op natuurlijke
personen (zowel ondernemers als niet ondernemers) en is erop gericht een schone lei te
bewerkstelligen voor schuldenaar aan het eind van het traject.

Officieel is het jaarrekeningenrecht alleen verplicht voor grote rechtspersonen en een jaarrekening
bestaat daarbij uit:

- Een balans
- Een resultatenrekening (winst en verliesrekening)
- Een liquiditeiten rekening (niet verplicht)
- Een toelichting, dit vult de meeste bladzijdes

Een balans is eigenlijk niets anders dan een overzicht van wat iemand op een bepaald moment in
euro’s bezit, tegoed heeft en hoe iemand dat allemaal heeft weten te bekostigen, financieren. Het is
een momentopname. De balans moet voldoen aan een aantal voorschriften die staan in boek 2 titel
9. Een balans, die voldoet aan de wettelijke voorschriften heet een fiscale balans. De commerciële
balans wordt opgesteld voor de buitenwereld. De wetgever heeft daar geen harde eisen voor
opgesteld. Behalve dat de genoemde bedragen correct en zorgvuldig worden toegelicht. Bij een
liquidatiebalans staat de vraag centraal wat de liquidatiewaarde zal zijn op het moment dat de
onderneming geliquideerd zou worden.

Linkkant balans:

Niet:

- De waarde van huurhuis, lease auto, want is geen sprake van juridisch eigenaarschap
- Het huisdier

Wel:

 Vaste activa: langer dan 1 jaar mee, vaker dan 1x gebruikt worden en het minder waard
worden ervan heet afschrijven:
- Huis, op fiscale balans als aanschafwaarde – afschrijvingen en dan houd je de boekwaarde
over, dit heet het voorzichtigheidsbeginsel. Op de commerciële balans zal uitgegaan kunnen
worden van de ingeschatte taxatie waarde en op de liquidatiebalans zal uitgegaan worden
van de ingeschatte waarde van het huis als dat verplicht ter verkoop moet.
- Auto, kan op oorspronkelijke aankoopwaarde of de waarde van de auto op dit moment of de
waarde van de auto als die nu gekocht zou worden (vervangingswaarde). Op de commerciële
balans mag zelf een keus gemaakt worden, als het maar toegelicht wordt. Op de fiscale
balans eist de wetgever dat uitgegaan wordt van de oorspronkelijke aanschafwaarde
(voorzichtigheidsbeginsel).
- Inventaris

,  Vlottende activa, langer dan 1 jaar mee, vaker dan 1x gebruiken
- Voorraad, je bent er juridisch eigenaar van, kan in geld worden omgezet als je op enig
moment gebrek aan contant geld zou hebben. aanwezige hoeveelheid X oorspronkelijke
inkoopprijs, voorzichtigheidsbeginsel.
- Debiteuren, zijn mensen waarvan jij nog geld tegoed hebt
- Overlopende/ transitorische posten, hebben op financiële feiten waarbij de betaling en het
gebruik (gedeeltelijk) in verschillende periodes plaatsvinden, bv college geld Zijn zo belangrijk
omdat:
X ze veelal vergeten worden bij het opstellen van een balans
X ze veelal aan de basis liggen van het ontstaan van een probleem op betalingsgebied of de
basis kunnen zijn voor op kortere termijn de oplossing van een betalingsprobleem
 Liquide middelen ( maar dit behoort eigenlijk ook tot vlottende activa)
- Bank
- Kas

Rechterkant van de balans, alles wat iemand aan de linkerkant van de balans heeft staan heeft hij
of zelf weten te bekostigen (eigen vermogen) of van andere geleend (vreemd vermogen).

Eigenvermogen bestaat uit eigen inbreng en is daarmee het vermogen wat iemand zelf heeft
verkregen. Bv door te werken, staatloterij te winnen, schenking, erfenis. Bij een eenmanszaak
bestaat het eigen vermogen veelal aan het begin uit de eigen inbreng van de eigenaar en zal in
de loop van de tijd hoger kunnen worden door winst. Bv NV of BV kan ook door eigen inbreng of
door aandelen. Die aandelen dan bij de NV op de balans worden gewaardeerd tegen de nominale
waarde of de beurswaarde. Het antwoord is: net zoals aan de linkerkant van de balans eist de
wetgever ook hier het voorzichtigheidsbeginsel en dus de nominale waarde.

Tenslotte kan het zijn dat in het verleden winst is gemaakt en of dat er in de toekomst winst
gemaakt zou kunnen gaan worden, bv een huis ooit gekocht en de verwachting is dat het in de
toekomst meer waard gaat zijn. De bedragen, die daarmee te maken hebben, komen op de
balans onder de naam Reserves.

Vreemd vermogen:

 Vaste passiva: er wordt rente of interest over gevraagd
- Hypothecaire lening
- Lening bij gewone bank
- Onderhandse lening, bv van je familie.
 Vlottende passiva:
- Crediteuren, nog te betalen posten
- Overlopende posten, nog te betalen kosten
- Rekening courant, rood staan bij de bank

Bovengenoemde posten kunnen zowel bij natuurlijke personen als bij rechtspersonen op de balans
staan. Iemand kan ook deelnemen aan het vreemd vermogen van een rechtspersoon, door
obligaties.


Nog even een mogelijk misverstand uit de weg ruimen: Veel eigen vermogen (rechts op de balans)
wil nog niet zeggen dat er ook veel liquide middelen (links op de balans) zijn. Als iemand bijvoorbeeld

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekelitjens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  2x  sold
  • (1)
  Add to cart