Urine
Monstername urine
1) Spontaan geloosde urine (de midstream; het middelste deel van de urine)
2) Manueel leegdrukken van de blaas (lastig bij een gezond dier)
3) Catheterisatie (niet geheel steriel)
• B.O. en A.B.G.
• Urineflow studie van de nieren (urinestraal vanuit de nieren)
• Urineweg obstructie
• Medicijnen inbrengen in de blaas
- 1F (French Gauge) = 1/3 mm (=uitwendige diameter)
- Plastic, rubber, metaal, nylon, latex en zijde
4) Cystocentesis (steriel)
• Steriel afnemen van urine
• Infecties urinewegen voorkomen
• Tijdelijk wegnemen van urinedruk bij urethra obstructie
Monsterbewaring
- Ochtendurine (is meest geconcentreerd)
- Gesloten flesje
- Binnen 12 uur onderzoeken
- Koelkast 4-8 C̊
- Kamertemperatuur veroorzaakt reacties die de uitslag beïnvloeden
• Ureum → Vermenigvuldigd urease (door bacteriën) → pH stijgt → CO2 gaat in de omgeving
→ Ontstaat ammoniak → Erythrocyten uit urine gaan kapot en beïnvloed de kristalvorming.
➔ NH3 → NH4+
- Koelkasturine ½ uur op kamertemperatuur laten komen (door afkoelen ook kans op kristallen)
Zuurtegraad van urine kan ook veranderen door;
1) Dieet (planteneter = zuur) (vleeseter = minder zuur)
2) Urine lang laten staan
3) Blaasontsteking
1. Uiterlijke beoordeling
a. Hoeveelheid (volume) = (vloeistofopname + vloeistof uit voedsel + metabool water) –
(vochtverlies uit faeces, longen, huid)
• Oligurie: weinig urinelozing door braken, diarree
• Anurie: urinelozing ligt stil door shock, ernstige bloeddrukdaling
• Schijnbare anurie: eigenaar denkt dat het dier niet plast
• Polyurie: veel urinelozing bij chronische nierontsteking, suikerziekte, gebrek aan ADH,
baarmoederontsteking
ADH: anti diuretisch hormoon
b. Kleur: lichtgeel tot geelbruin
- Bij konijnen kan de kleurstof van het voedsel in de urine terugkomen
• Kleurloos-lichtgeel: PPID (veel drinken)
• Donkergeel-geelbruin: na de hele nacht, bilirubine (afmaakproduct gal) in de urine
• Rode urine: ontsteking, rode bloedcellen door afbraakproduct bloed (hemoglobine), loopsheid
• Vuilbruine urine: maandagsziekte bij paarden waarbij myoglobine in de urinekomt door
spierafbraak
c. Helderheid kan verschillen per diersoort (paard = troebel normaal)
- Troebeling ontstaat door rode -en witte bloedcellen, kristallen en door het te lang bewaren
waardoor kristallen neerslaan.
- Urine tegen het daglicht houden en/of voor een papiervel
d. Geur is diersoortafhankelijk
e. Schuimvorming (buisje met urine schudden)
• Normaal: schuimt maar verdwijnt snel
• Abnormaal: schuim blijft én leur geelbruin (galzuren)
f. Soortelijk gewicht (S.G.): geeft aan hoe geconcentreerd de urine is
- M.b.v. een refractormeter
- Water is 1.0 (regelmatig ijken)
- Slechte nierwerking: eiwitten mee in de urine
- Soms een dier veel plassen → Lichte kleur → Refractormeter hoog
- Donkere urine = hoog S.G.
2. Chemisch onderzoek (urinestick)
A. Albustix (albumine): eiwit (enkel pH 5)
B. Hemastix: bloed
C. Clinistix: glucose
D. Universeel indicatorpapier: pH
E. Multistix/Combursticks: urobilinogeen, bilirubine, nitriet
, - Wachttijd afhankelijk van de soort sticks (30 sec, 60 sec, 2 min)
Urobilogeen: stof die teruggehaald uit de ontlasting. Beetje in de urine is niet erg.
3. Sediment
o Rode bloedcellen: rondje met deukje of denne appel (uitgedroogd). Hoeveel per gezichtsveld,
klusters of niet.
o Witte bloedcellen: moeilijk zichtbaar. Groter dan rode bloedcellen.
o Bacteriën: bewegende rondjes/staafjes in groepen. Ook zichtbaar in oude urine.
o Plaveiselepitheelcellen uit het urine- en voortplantingsstelsel
o Overgangsepitheelcellen uit nierbekken, urether, blaas, urethra
o Niertubuluscellen uit de niertubuli
o Cilinders (eiwitten in tubulus)
• Hyaliene cylinder
• Erythorcyten cylinder
• Leucocyten cylinder
• Korrelcyclinder
Plaveiselepitheelcellen Overgangsepitheelcellen
- Kristallen in het sediment
A. Calcium oxalaat
- In zure urine bij reu en kater
- Ca-oxalaat dihydraat (vierkant)
- Ca-oxalaat monohydraat
B. Urinezuur
- Uraatkristallen kunnen op leverproblemen wijzen (Dalmatiër)
C. Ammoniumtripelfosfaat (struviet)
- In basische urine
- Doodkistdeksels
- Kat; dieet geeft struviet → struviet prikt en geeft blaasontsteking (oplossen met dieet)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ap5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.