100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Erfrecht alle hoorcolleges & werkgroepen $11.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Erfrecht alle hoorcolleges & werkgroepen

 58 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Erfrecht volledige samenvatting voor het tentamen: alle hoorcolleges en alle werkgroepen

Preview 4 out of 103  pages

  • No
  • Hoofdlijnen colleges en werkgroepen
  • June 4, 2020
  • 103
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Erfrecht hoorcollege 1
Mr. M. Michels
3 september 2019

Inleiding en algemene bepalingen

Opbouw van het vak
 Drie delen
 Deel 1: wettelijk versterferfrecht (week 36-38)
 Deel 2: wettelijke verdeling (week 39-41)
 Deel 3: testamentair erfrecht (week 42, 45-49)
 Voorgeschreven stof
 Handboek erfrecht
 Arrestenbundel Rechtspraak Personen- en familierecht
 Werkboek (Blackboard)
 Overige jurisprudentie (Blackboard)
 Vandaag
 Wat is erfrecht? (deels geschiedenis)
 Overgangsrecht
 Algemene bepalingen (titel 4.1 BW)

Wat is erfrecht?
 ‘Geheel van regels betreffende de vermogensrechtelijke aspecten van het overlijden van een
natuurlijk rechtssubject’ (Handboek erfrecht p. 1)
 Wat gebeurt er met de rechten en plichten van een overleden persoon?
 Wie krijgt wat en voor welk deel?
 Hoe wordt dit bepaald?
 Wat is de positie van de verkrijger?
 Erfrecht is meer dan een vermogensrecht
 Begrippen:
 Erflater= degene die dood gaat, degene die over zijn vermogen kan beschikken
 Erfgenaam = degene(n) die hem opvolgt/opvolgen
 Nalatenschap = vermogen dat over gaat, hier spreken erfgenamen van
 Erfenis = hierover wordt gesproken vanuit de erflater, wat wil hij doen met zijn erfenis?
 Testament= uiterste wilsbeschikking
 Belang erfrecht:
 Goed rechtsverkeer: duidelijke, gewenste en efficiënte vermogensovergang
 Economisch belang: voorkomen versnipperingen ondernemingen en
erfbelasting
 Grondslagen erfrecht:
 Bloedverwantschap (Bloedverwantschap gaat uit van familierechtelijke betrekking
ex art. 1:197 BW. Let op: familierechtelijke betrekking kan ook ontstaan als er geen
bloedverwantschap is, bijv. duo-moeder)
 Testeervrijheid = jij mag zelf beslissen wat, met wie, waar en hoe je iets afspreekt.
Verlengde van contractsvrijheid.
 Verzorgingsgedachte. Een van de beperkingen van de testeervrijheid is dat je
bepaalde mensen niet kan onterven. Een kind kan je onterven maar je kan niet zijn
legitieme portie afpakken (een kind heeft altijd recht op de helft van wat hij normaal
gesproken zou krijgen). Bijv. langstlevende echtgenoot heeft recht op gebruik van de
woning zodat hij/zij haar leven kan voortzetten als de andere echtgenoot overlijdt.

Korte geschiedenis
 Oud BW: erfrecht als onderdeel van het goederenrecht
 Van Oud BW (OBW) naar Nieuw BW (NBW):
 1947: ontwerp Meijers
 1954: ontwerp Meijers boek 1-4 NBW werd regeringsontwerp
 Discussie over twee punten:
 Positie van de langstlevende echtgenoot
 Legitieme portie



1

,  1992: invoering boeken 3, 5 en 6 BW
 1997: wetvoorstel op basis van ouderlijke boedelverdeling
 2003: inwerkingtreding boek 4 NBW

Erfrecht naar boek 4 overgeheveld want ziet niet alleen op goederen maar op alle vermogensrechten

Erfrecht: geheel van goederen gaat over bij overlijden (1 situatie).

Ouderlijke boedelverdeling = wettelijke verdeling voordat deze bestond.

Overgangsrecht
 Wat als een testament ogv OBW is gemaakt maar iemand komt gedurende NBW te
overlijden?
 Hoofdregel: de wetgever gaat ervanuit dat het NBW onmiddellijke werking heeft (art. 68a
Ow)
 Gelaagde structuur!
 Eerbiediging van verkregen rechten (art. 69 Ow)
 Overgang gedurende een rechterlijke procedure (art. 74 Ow) (voor het geval dat er een
procedure liep onder het OBW)
 Nietige of vernietigbare rechtshandelingen (art. 79-81 Ow)
o Zie Handboek Erfrecht, p. 20 voor schematische weergave, lees het schema
goed door met wetboek ernaast

Boek 4 BW
 Titel 4.1: Algemene bepalingen (HC 1)
 Titel 4.2: Erfopvolging bij versterf (HC 2)
 Titel 4.3: Wettelijke verdeling
 Titel 4.4: Uiterste willen
 Titel 4.5: Soorten uiterste wilsbeschikkingen
 Titel 4.6: Gevolgen erfopvolging
 Afd. 4.6.1: Algemeen (HC 3+4)
 Afd. 4.6.2: Aanvaarding en verwerping
 Afd. 4.6.3: Vereffening
 Afd. 4.6.4: Verdeling

Maar eerst: bloed- en aanverwantschap
 Bloedverwantschap (art. 1:3 lid 1 BW): aanduiding van familieleden
 Aanverwantschap (art. 1:3 lid 2 BW, gaat 2 kanten uit): bloedverwantschap plus één
huwelijk
 Graad van bloedverwantschap (art. 1:3 lid 1 BW): aantal geboorten
 Zie ook: art. 1:2 BW (ongeboren kind in buik van moeder bestaat, met name van belang bij
gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Gerechtelijke vaststelling heeft terugwerkende
kracht dus ongeboren kind kan erven.)

Algemene bepalingen (titel 4.1 BW)
 Erfopvolging (art. 4:1 BW)
 Volgorde overlijden (art. 4:2 BW)
 Onwaardigheid (art. 4:3 BW, bijv. wanneer je de erflater hebt vermoord dan kan je niet meer
van hem erven)
 Rechtshandelingen m.b.t. nog niet opengevallen nalatenschap (art. 4:4 BW)
 Betaling geldsom (art. 4:5 BW)
 Waardering goederen van de nalatenschap (art. 4:6 BW)
 Schulden van de nalatenschap (art. 4:7 BW, zie HC 3)
 Echtgenoten en stiefkinderen (art. 4:8 BW)

Erfopvolging (art. 4:1 BW)
 Erfopvolging onder algemene titel (art. 3:80 BW):
 Je krijgt de goederen van rechtswege omdat de wet dat zegt, geen levering nodig
 Je treedt in de plaats van de erflater, bijv. ook als erflater tgt was dan ben jij dat ook.
Goederenrechtelijk effect.



2

,  Saisine-regel: erfopvolging van een geheel van rechten, bevoegdheden en
verplichtingen of een evenredig deel daarvan (art. 4:182 BW)
 Bijzondere gemeenschap (afd. 3.7.2 BW = boek 3 titel 7); dit regelt de
beschikkingsbevoegdheid maar bijv. ook verhaal schuldeisers. Afdeling 7.1 zijn de algemene
regels voor eenvoudige gemeenschap. Wat niet in de tweede afdeling staat geregeld, kan je
vinden in de eerste afdeling (Bijv. beschikkingsbevoegdheid).
 Twee wijzen van erfopvolging:
o Bij versterf = krachtens de wet
o Krachtens uiterste wilsbeschikking (uwb)

Testament/uiterste wilsbeschikking gaat voor op de wet. Het kan ook dat deels het testament en deels
de wet geldt. De wet is regelend recht, het geldt zolang je niks anders hebt geregeld.

Onterving & erfstelling: je kan mensen buiten de groep van erfgenamen laten en je kan mensen
binnen de groep van erfgenamen halen.

Als jij iets krijgt omdat iemand anders is overleden dan is dat een verkrijging krachtens erfrecht.

Als je iemand in je testament benoemt als erfgenaam die al wettelijk erfgenaam is dan word je ogv het
testament erfgenaam (niet meer ogv de wet). Dit is van belang; bij testamentair erfgenaam is er geen
plaatsvervulling maar aanwas.

Erfopvolging (art. 4:1 BW): vereisten
 Overlijden erflater
o Zie ook: art. 1:412 BW (bestaan erfgenaam onzeker) en art. 1:426 BW (overlijden
erflater zo goed als zeker)
o NB: als je hersendood bent dan ben je ook juridisch dood, hersendood is dus
voldoende voor het erfrecht.
 Erfgenaam bij versterf of krachtens uwb (art. 4:1 BW)
 Bestaanseis op moment openvallen nalatenschap (art. 4:9 BW / art. 4:56 BW)
 HR 19 februari 2010 (Notaris Postma), nr. 147. Deze man had wel een moeder maar
had 3 personen als mogelijke vader gehad. Terugwerkende kracht gerechtelijke
vaststelling vaderschap mag niet derden benadelen. Mede-erfgenamen zijn geen
derden tgt, dus deze kunnen wel worden benadeeld.
 Geen onwaardigheid (art. 4:3 BW): als je onwaardig bent dan kun je niet erven.

Volgorde van overlijden (art. 4:2 BW)
 Tijdstip overlijden van belang ivm dan bestaande erfgenamen
 Indien niet is vast te stellen: gelijktijdig overlijden (commoriëntenregel)
 Geen voordeel aan de één uit nalatenschap ander: kortom de man kan niet van de vrouw
erven en andersom (bij gelijktijdig overlijden stel).

Onwaardigheid (art. 4:3 BW)
 Van rechtswege onwaardig om voordeel uit de nalatenschap te trekken
 In de gevallen zoals genoemd in lid 1
 Eerbiediging rechten derden te goeder trouw (lid 2)
 Verval onwaardigheid (lid 3): vergeving (ondubbelzinnig, bijv. ik vergeef hem dan vervalt de
onwaardigheid en kan je alsnog erven)
 Onwaardigheid treedt van rechtswege in omdat de grond voor erfopvolging vervalt.

Een straf die erop staat = een straf die er maximaal voor gesteld is dus niet de straf die hij krijgt!! Bijv.
op opzettelijke brandstichting staat 4 jaar dus dan is hij onwaardig (ook als hij slechts 2 jaar krijgt).

Sub d. Bedreiging art. 3:44 BW, mededeling ‘ik ga je ontslaan’ is onvoldoende voor onwaardigheid, je
moet daadwerkelijk zijn ontslagen.
Sub e. Verduistering, vernietiging, vervalsing

Moordhuwelijkarrest: erflater (oude vrouw, veel geld) werd vermoord door haar butler (jong, weinig
geld). Ze waren getrouwd in GVG dus hij kreeg de helft van haar geld, dit is gecorrigeerd door R&B.
Kunnen we de R&B ook betrekken in het erfrecht?



3

, Rechtshandelingen m.b.t. nog niet opengevallen nalatenschap (art. 4:4 BW)
Ratio van dit artikel: je kan een uiterste wilsbeschikking altijd herroepen
 Lid 1: (hier hoeft het niet specifiek om een erfgenaam te gaan, bijv. ook legataris mogelijk)
 Rechtshandeling (eenzijdig en tweezijdig)
 Verricht voor openvallen nalatenschap
 Die ertoe strekt een persoon te belemmeren in zijn vrijheid om bevoegdheden van
Boek 4 uit te oefenen
 Zie arrest HR Cautio Socini (nr. 170 bundel)
NB: Lid 1 kan ook op een bepaald goed zien.
 Lid 2:
 Ziet alleen op overeenkomsten (voorwaarde: ovk is gesloten tussen erflater en
toekomstig erfgenaam)
 Strekkende tot beschikking over een nog niet opengevallen nalatenschap
 In zijn geheel of over een evenredig deel daarvan, zie HR Verblijvensbeding en
legitieme
NB: Lid 2 kan alleen op de hele nalatenschap zien.

Betaling geldsom (art. 4:5 BW)
 Betaling geldsom eerst na verloop van zekere tijd, hetzij ineens, hetzij in termijnen (lid 1)
 Geldsom verkregen op grond van Boek 4
 Op verzoek van schuldenaar
 Om gewichtige redenen
 Belangenafweging (belang van de ene zus om het geld te krijgen en het belang van
de andere zus om de onderneming voort te zetten)
 Al dan niet vermeerderd met rente; evt. zekerheid stellen
 Onvoorziene omstandigheden (lid 2)

Waardering goederen van de nalatenschap (art. 4:6 BW)
 Tijdstip: onmiddellijk na overlijden erflater
 Begrip ‘waarde’: geen maatstaf gegeven
 Uitgangspunt: waarde in het economisch verkeer, maar:
 Omstandigheden van het geval, bijv. goed bevindt zich in familiesfeer, dus emotioneel
is het goed veel waard maar economisch niet & redelijkheid en billijkheid. Bijv.
agrarische waarde mogelijk voor bedrijfsopvolging
 Vruchtgebruik gevestigd na bepaalde rechten (bijv. wilsrechten of andere wettelijke
rechten) niet meenemen in waardering

Waarde van nalatenschap = alle goederen en schulden bij elkaar

Waarde van nalatenschap kan dus minder zijn dan de waarde van een goed.

Schulden van de nalatenschap art. 4:7 BW
 Lid 1: Schulden van de nalatenschap zijn:
- a. De schulden van de erflater die niet met zijn dood tenietgaan, voor zover niet begrepen
in onderdeel i;
- b. De kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming zijn met de
omstandigheden van de overledene;
- c. De kosten van vereffening van de nalatenschap, met inbegrip van het loon van de
vereffenaar;
- d. De kosten van executele, met inbegrip van het loon van de executeur;
- e. De schulden uit belastingen die ter zake van het openvallen der nalatenschap worden
geheven, voor zover zij op de erfgenamen komen te rusten;
- f. De schulden die ontstaan door toepassing van afdeling 2 van titel 3 (= andere wettelijke
rechten);
- g. De schulden ter zake van legitieme porties waarop krachtens artikel 80 aanspraak
wordt gemaakt;
- h. De schulden uit legaten welke op een of meer erfgenamen rusten;
- i. De schulden uit giften en andere handelingen die ingevolge artikel 126 worden
aangemerkt als legaten.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louise1997. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.33  4x  sold
  • (0)
  Add to cart