Uitgebreid uitgewerkt fysiotherapeutisch methodisch handelen bij een cerebrovasculair accident (CVA/ beroerte) met onderzoek, behandeling en een groot scala aan klinimetrie
Beslismoment
Fysiotherapeut; een CVA is een aandoening die de fysio regelmatig tegenkomt.
Patiënt; Susanne Tomba, 10-10-1986, doorverwezen door orthopeed.
Evidence; volgens de KNGF richtlijn is CVA een indicatie voor fysiotherapie.
Beslissing; starten met het diagnostisch proces
Anamnese
Kop
- Voorstellen
- Uitleggen wat je precies gaat doen
- Eerder bij de fysio geweest?
- Verwachtingen?
- Vragen vooraf?
Romp
- Wat is er gebeurd?
- Wanneer is het gebeurd?
- Tussentijd?
- Activiteiten? Welke activiteiten zijn lastig, hoe vaak, hoelang?
- Vraag bij de activiteiten door naar waarom deze niet meer uitgevoerd kunnen worden,
angst? Pijn? Spasme?
- PSK laten invullen
- Woonsituatie, zijn er trappen bijvoorbeeld?
- Werk, hobby’s
- Gemotiveerd, laks?
- Hulpvraag; wat wilt u graag bereiken met fysiotherapie?
- Vat alles nog een keer samen
- Vragen?
Staart
- Vertel dat je genoeg info hebt.
- Vertel wat je verder precies gaat doen, door met een inspectie en een onderzoek
Beslismoment
Fysiotherapeut: het klinische beeld wordt herkend als een CVA
Je kunt er voor kiezen om hypotheses bottom-up of topdown te formuleren.
Hypotheses Hoe test je deze?
Verminderde spierkracht HKK
Verminderde mobiliteit (algeheel, artrogeen) TPS
Verminderde gnostische en vitale sensibiliteit Sensibiliteitsonderzoek
Verhoogde/verlaagde tonus Palpatie
, Verminderde automatische reacties Opricht- en evenwichtsreacties
Patiënt: Vraagt om hulp bij het weer zo goed mogelijk kunnen functioneren.
Evidence: het klinische beeld van deze patiënt komt overeen met wat in de literatuur over een CVA
wordt beschreven.
Beslissing: De volgende stap in het FMH kan worden uitgevoerd
Inspectie
Inspectie in stand
Vertel je patiënt dat je een inspectie gaat uitvoeren om een indruk te krijgen van de houding. Je
hoeft vervolgens niet aan de patiënt te vragen zich te ontkleden, alleen loshangende dingen zoals
bijvoorbeeld een jas kunnen uitgedaan worden. Vervolgens laat je de patiënt plaatsnemen in de
ruimte, als het gaat staand anders in zit. Vertel welke dingen je opvallen, maak het vooral niet te
lang. Je kijkt naar het houdingspatroon en de standsafwijkingen. Ook wordt er gekeken naar de
tonus. Belangrijk: past de geobserveerde tonus bij de aangenomen houding?
Inspectie in gang/ functioneel
1. Verplaatsen in ruglig
2. Omrollen vanuit ruglig.
3. Vanuit ruglig komen tot zit op de behandelbank v.v.
4. Vanuit ruglig komen tot zit op de rand van de bank via zijlig v.v.
5. Vanuit zit op de rand van de bank tot stand komen v.v.
6. Vanuit stand op een stoel gaan zitten naast de bank v.v.
7. Lopen
8. Traplopen
9. Diverse loopvormen: hindernissen, richtingverandering, Met loophulpmiddelen etc.
10. Opstaan vanaf de grond v.v.
11. Vasthouden en dragen tijdens activiteiten
12. Een ADL-activiteit relevant voor de patiënt maar niet opgenomen in de bovenstaande lijst .
Kijk bij de inspectie naar HOE, WAT, WAAROM.
Mobiliteit
De bevindingen worden middels de neutrale-0-methode opgeschreven.
Kracht
De test wordt afgenomen wanneer de patiënt zit. Gekeken wordt naar de willekeurige
bewegingsactiviteit van arm en been. De gewenste beweging mag indien nodig worden voorgedaan.
Bij een volledige score van de arm (99 punten) en/of been (99 punten) mag 1 punt worden opgeteld.
De ernst van de hemiplegie wordt berekend door (arm+ been) te delen door 2.
, Motricity Index
Deze test is specifiek voor CVA en meet de ernst van de parese. Per testonderdeel wordt de score
volgens de scoretabel toegekend. Score 1+2+3 geven de armscore en score 4+5+6 geven de
beenscore. De ernst van de hemiplegie (in procenten) wordt berekend door de arm en de beenscore
te delen door 2. Het hoogste wat je kunt halen is 98 procent, dat wil zeggen dat de parese niet
ernstig is.
Test 2 t/m 6: Je vraag de patiënt de oefening uit te voeren, lukt dit niet laagste score. Als de
beweging wel voelbaar is 9 punten. Als de beweging echt zichtbaar is maar niet over de gehele
ROM 19 punten. Als dit allemaal gelukt is wordt er met weerstand gewerkt. Je geeft een
weerstand isometrisch, dus het lichaamsdeel blijft op zijn plaats. Dit doe je eerst met een lichte
weerstand over de gehele ROM. Je merkt bij het vergelijken dat de ene arm sterker is dan de andere
25 punten. En vervolgens met een zwaardere weerstand over de gehele ROM. Beide armen
hebben evenveel kracht 33 punten. Al de oefeningen kunnen in lig worden uitgevoerd (alles in lig
doen, dit zorgt voor de meeste ontspanning bij patiënten en dus het beste resultaat).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fysiooo123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.