Samenvatting celbiologie les 1 en 2 (H5/7)
All for this textbook (2)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Moleculaire biologie
All documents for this subject (16)
3
reviews
By: jennafaro • 1 year ago
By: loisjansen2000 • 2 year ago
By: huisje123 • 4 year ago
Seller
Follow
HappyDays
Reviews received
Content preview
Les 1 – biomolecules, Genetic material and replication
Biomoleculen zijn vaak grote moleculen die gemaakt worden voor en door biologische
systemen. Een biologisch systeem kan een bacterie zijn, een dierlijke cel of een plantencel.
Biomoleculen
Biomoleculen worden ook wel polymeren genoemd. Dit
komt omdat wanneer je naar de structuur van de meeste
biomoleculen gaat kijken, je ziet dat een biomolecuul
bestaat uit een aaneenschakeling van dezelfde eenheden
(monomeren genoemd). Bij de vorming van of de afbraak
van biomoleculen zijn twee reacties heel erg belangrijk.
Aan de ene kant de dehydratie reactie, waarbij een
watermolecuul vrijkomt als er een binding gevormd
wordt. Een binding tussen een korter polymeer en een
nieuwe monomeer zorgt ervoor dat er een
watermolecuul vrijkomt.
Het tegenovergestelde is, dus wanneer biomoleculen
worden afgebroken, heet hydrolyse. Hier is water nodig
om ervoor te zorgen dat de verbinding tussen twee
monomeren (of een korter polymeer en een monomeer
zoals op de afbeelding) om die binding te verbreken en
water toe te voegen.
Er is een groep die er eigenlijk tussenuit valt, als je aan de structuur denkt (Biomoleculen zijn
polymeren). Dit zijn de lipiden. De vetten zijn kwa structuur anders opgebouwd dan een
herhalende unit in het molecuul. In dit college wordt kort de functie van deze biomoleculen
herhaald een ook wordt er gekeken naar bepaalde belangrijke karaktereigenschappen.
1
,Koolhydraten
Koolhydraten worden ook wel suikers of sachariden genoemd.
De monosacchariden vormen de losse units om complexere
koolhydraten te maken. De bekendste monosacchariden zijn
Ribose, glucose, galactose en fructose.
Twee glucose samen vormt maltose. Sucrose wordt
bijvoorbeeld gevormd door een molecuul glucose en een
molecuul fructose. Ribose ken je als de pentose suiker van het
RNA.
Om de monosacchariden in te delen wordt er gekeken naar
twee kenmerken van het molecuul.
- De Carbonylgroep (dubbel gebonden zuurstofatoom). Deze kan zich in het minden
bevinden, waarbij deze suiker zich dan bij de ketoses bevindt. Wanneer de
Carbonylgroep zich aan het einde van het molecuul bevindt, hoort deze bij de
aldoseses.
- Daarnaast wordt er gekeken naar de hoeveelheid C atomen die zich in lineair in de
monomeer voorkomen. Je ziet dat glucose 6 C-atomen bevat en het dus een Hexose
is. 5 C atomen behoort tot de pentoses en trioses die 3 C atomen hebben.
Deze monosacchariden zijn in wateroplosbaar, omdat ze de hydroxygroep -OH bevatten.
Daarnaast zijn ze polair.
Structuur van koolhydraten
- Tot nu toe gesproken over een
lineaire structuur. In een
waterige oplossing zal een
koolhydraat een ringstructuur
aannemen. Hierbij bindt
Koolstof nummer 1, aan de
zuurstofgroep van koolstof
nummer 5.
Als je kijkt naar de ringstructuur van glucose, kan je twee verschillende vormen
onderscheiden, namelijk alfa-glucose en beta-glucose. Je ziet dat deze twee ringen
verschillen van elkaar. Het verschil in deze twee soorten is de locatie van de hydroxygroep,
die zich boven of onder de ring kan bevinden. De voorkant van de ring wordt aangegeven als
een wat dikkere zwarte streep.
2
,Je kijkt naar de positie van CH2OH groep ten opzichte van de OH groep die vast zit aan het
eerste C-atoom. Als beide groepen zich aan dezelfde kant bevinden, spreek je over beta-
glucose (sis-arrangement). CH2OH die zich aan de andere kant van het molecuul bevindt ten
opzichte van de OH groep die vast zit aan de eerste koolstof, dan spreek je over alfa-glucose.
Dit heet het Trans-arrangement.
Voor de vorming van de meer complexe koolhydraten worden deze monosacchariden aan
elkaar gekoppeld door middel van een dehydratie-reactie waarbij een watermolecuul wordt
afgesplitst. Hierbij wordt een polymeer gevormd van monosacchariden. Dit gebeurt door
middel van een 1,4 linkage. Dit kan de alfa-1,4 linkage zijn wanneer er alfa-glucose wordt
gekoppeld, of anderzijds wanneer er net zoals in cellulose beta-1,4 linkage. Bij het gebruik
van beta-1,4 linkage krijg je ene recht molecuul, maar bijvoorbeeld in het geval van zetmeel,
waarbij eer alfa-glucose gebruikt wordt, je een gedraaid molecuul krijgt.
Polysachariden
- Zetmeel komt voor in
planten wat zorgt voor
energievoorraad (zoals
een aardappel). Deze
planten zijn te eten door
dieren. Dieren kunnen dit
zetmeel verteren.
- Glycogeen is de
energievoorraad in dieren
- Chitine vind je in de
celwand van schimmels
en in het exo-skelet van
insecten en kreeftachtige.
Deze zorgt daar voor de
stevigheid.
- Cellulose vindt je in de celwanden van planten.
Lipiden
Lipiden , worden ook wel de vetten genoemd.
Deze worden onderverdeeld in 3 verschillende
soorten:
1. Vetten/triglyceriden die je vindt in boter of olie
waarin je je eten maakt
Vetachtige stoffen zijn onoplosbaar in water, maar
wel oplosbaar in organische oplosmiddelen. Het is
3
, eigenlijk een heterogene groep van
koolwaterstofbindingen (een lange ketting
koolwaterstof). Lange vetzuren zijn dus hydrofoob, je
kunt ze niet oplossen in water.
Triglyceriden zijn opgebouwd uit een glycerol met 3
vetzuren. Deze kunnen verzadigd zijn, maar ook
onverzadigd. Bij verzadigde vetten komen er geen
dubbele bindingen voor tussen de vetzuur keten,
maar als ze onverzadigd zijn, zijn deze wel aanwezig.
Je ziet ook in het plaatje dat zo’n vetzuur dan
gebogen is en niet recht.
In de natuur komen onverzadigde oliën voor die bijna
altijd cis onverzadigde vetzuren bevatten. Dit heeft
weer te maken de plasering van de groepen in de
dubbele binding. Dit hangt samen met de cis en trans zijde van het molecuul
2. Fosfolipiden die voorkomen in membranen. Dit zijn dan dubbelmembranen met een
hydrofiele kop en een hydrofobe staart. De koppen staan naar buiten en de staarten die
geen interactie aangaan met het water richting zich naar binnen toe.
Fosfolipiden bevat ook een glycerol molecuul, maar in plaats van drie bevat het twee
verzuurstaarten en een fosfaatgroep. Cellen zouden niet kunnen bestaan zonder
fosfolipiden.
Aan de fosfaatgroep zit vaak nog een geladen of polaire groep vast. Op de afbeelding is dat
choline. Choline is een half vitamine. Deze kleine groep zorgt ervoor dat er verscheidenheid
is tussen verschillende fosfolipiden in de cel.
3. steroïden die gekenmerkt worden door de vier ringen.
Cholesterol
Is een belangrijke vetachtige stof. Vaak ook berucht bij
mensen, omdat het ook hart en vaatziekte kan verhogen.
Het speelt een cruciale rol in het behouden van een vloeibaar en dynamisch celmembraan in
dierlijke cellen.
Vetten kunnen verzadigd en onverzadigd zijn. Afhankelijke van welke soort dit is, kunnen
fosfolipiden dichter op elkaar worden gedrukt in het membraan. Als er veel onverzadigde
vetzuren aanwezig zijn, is de vloeibaarheid van het membraan groter. Het dicht op elkaar
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HappyDays. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.