100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arresten Europees Materieel Recht $5.40
Add to cart

Judgments

Arresten Europees Materieel Recht

2 reviews
 146 views  12 purchases
  • Course
  • Institution

Alle arresten van het vak Europees Materieel recht van blok 8 jaar 2.

Preview 2 out of 11  pages

  • June 7, 2020
  • 11
  • 2019/2020
  • Judgments
  • Unknown

2  reviews

review-writer-avatar

By: cynthiawijngaarde • 1 year ago

review-writer-avatar

By: ghylnekw • 3 year ago

avatar-seller
Arresten materieel recht
Baumbast
Onderwerpen - Burgerschap van de Europese Unie
Artikelen - Artikel 21 lid 1 VWEU, artikel 45 lid 1 VWEU, artikel 12 Richtlijn 1612/68
De feiten
De heer Baumbast, die de Duitse nationaliteit heeft, is in 1990 gehuwd in het Verenigd Koninkrijk
met een Colombiaanse, nu mevrouw Baumbast, het gezin bestaat uit twee dochters waarvan één de
Colombiaanse nationaliteit bezit en één zowel de Duitse als Colombiaanse. In juni 1990 krijgt het hele
gezin een verblijfsvergunning in Engeland voor vijf jaar. Van 1990 tot 1993 werkt de heer Baumbast
in het Verenigd Koninkrijk, daarna werkt hij voor een Duits bedrijf in China en Lesotho. Mevrouw
Baumbast en de kinderen wonen al die tijd in Engeland waar de kinderen ook naar school gaan.
Wanneer mevrouw Baumbast een permanente verblijfsvergunning aan wil vragen voor het gezin,
wordt deze geweigerd. Wanneer het tot een rechtszaak komt worden een aantal prejudiciële vragen
gesteld aan het Hof van Justitie van de EU, waarvan er hier twee behandeld zullen worden.

Rechtsvraag
1.Zijn de kinderen van een burger van de Europese Unie die zelf dergelijke burgers zijn en lager
onderwijs hebben gevolgd terwijl hun vader (of ouder) verblijfsrechten uitoefende als werknemer in
een andere lidstaat dan die waarvan hij de nationaliteit bezit, gerechtigd om in het gastland te
verblijven om er algemeen onderwijs te volgen?
2. Is de heer Baumbast, gelet op de feitelijke omstandigheden van de zaak, als burger van de EU
volgens artikel 21 VWEU een rechtstreeks werkend verblijfsrecht in een andere lidstaat wanneer hij
volgens artikel 45 VWEU geen verblijfsrecht meer hee  als werknemer en volgens geen enkele als werknemer en volgens geen enkele
andere communautaire bepaling voor een verblijfsvergunning in het gastland in aanmerking komt?

Overweging
Met betrekking tot de eerste vraag
Het Hof redeneert dat in omstandigheden als die aan de zaak Baumbast ten grondslag liggen, een
burger van de Europese Unie, indien zijn kind werd belet in het gastland de school te blijven
bezoeken doordat het geen verblijfsvergunning kreeg, ervan zou kunnen worden weerhouden de in
artikel 45 VWEU bepaalde rechten van vrij verkeer uit te oefenen. Dit zou een belemmering van het
feitelijke gebruik van de aldus door het VWEU gewaarborgde vrijheid opleveren. Het Hof
concludeert dat kinderen van een EU burger die zich in een lidstaat hebben gevestigd terwijl
hun ouder in die lidstaat rechten van verblijf als migrerend werknemer uitoefende, volgens artikel 12
van verordening 1612/68 aldaar mogen verblijven om er algemeen onderwijs te volgen. Het feit dat
de ouders van die kinderen inmiddels zijn gescheiden, dat slechts één van de ouders burger van de
Unie is en die ouder in het gastland niet langer migrerende werknemer is, of dat de kinderen zelf
geen burger van de Unie zijn, heeft daarop geen enkele invloed.
Met betrekking tot de tweede vraag
De status van burger van de Europese Unie in het VWEU is ingevoerd en artikel 21 VWEU verleent
elke burger het recht om vrij op het grondgebied van de lidstaten te verblijven en te reizen.
Het in artikel 21 VWEU bepaalde recht om op het grondgebied van de lidstaten te verblijven, wordt
door een duidelijke en nauwkeurige bepaling van het VWEU rechtstreeks toegekend aan iedere
burger van de Unie.
Dit verblijfsrecht van burgers van de Unie op het grondgebied van een andere lidstaat wordt
toegekend onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij het VWEU en de
bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. Deze beperkingen en voorwaarden moeten
evenwel worden toegepast met inachtneming van de
grenzen die het gemeenschapsrecht stelt en overeenkomstig de algemene beginselen ervan, in het
bijzonder het evenredigheidsbeginsel. Het antwoord op de tweede vraag is aldus ja.
Rechtsregel - Burgers van de Europese Unie kunnen een direct reisrecht en verblijfsrecht ontlenen
aan die status op grond van het VWEU.

, Bidar
Franse jongen Bidar gaat in het Verenigd Koninkrijk wonen en vraagt een (studie)lening aan
om de kosten voor levensonderhoud te dekken. De lening wordt hem geweigerd, de jongen
voldoet niet aan één voorwaarde: hij moet in het Verenigd Koninkrijk zijn gevestigd o.g.v. de
Immigration Act 1971. Hierin staat dat een onderdaan van een ander lidstaat als student de
status van gevestigd persoon verweer. Bidar doet een beroep op verboden discriminatie op
grond van nationaliteit inhoudt.

Voorwaarden: (artikel 18 VWEU)
o Discriminatie is verboden;
o Binnen het EU-recht;
o Indien en voor zover hierop geen uitzonderingen zijn toegestaan

De uitspraak van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg is belangrijk omdat voor het eerst is
erkend dat studietoelagen onder het EU-recht vallen. Voor Europese lidstaten wordt het moeilijker
studenten uit andere EU-landen een studietoelage te weigeren. De enige voorwaarde die het
gastland mag stellen is dat de student blijk moet hebben gegeven van "een zekere mate van
integratie" in dit land.

Volgens het Hof valt steun aan studenten voor kosten van levensonderhoud onder het Europees
recht. Dit is het geval sinds de invoering van het "Europees burgerschap" in 1993 bij het Verdrag van
Maastricht, 1993. Het Hof vindt de Britse regelgeving voor studiebeurzen niet voldoet aan de
Europese regelgeving. Het Hof verbindt aan zijn uitspraak ook terugwerkende kracht. Dit betekent
dat studenten die na 1993 in een ander EU-land hebben gestudeerd en daar al min of meer waren
geïntegreerd maar op grond van hun nationaliteit geen studietoelage kregen, in beginsel alsnog
aanspraak daarop kunnen maken. Dat kunnen flinke bedragen zijn.

Ruiz-Zambrano
Op 14 april 1999 vraagt Zambrano asiel aan in België. Zambrano heeft de Colombiaanse nationaliteit.
In februari 2000 komt zijn echtgenote naar België en vraagt de status van vluchteling aan. Bij besluit
van 11 september 2000 worden hun verzoeken afgewezen. Op 20 oktober 2000 dient Zambrano een
aanvraag tot regularisatie van zijn verblijf in, omdat het voor hem onmogelijk is om naar Columbia
terug te keren door de verslechterde situatie daar. Bovendien doet Zambrano zijn best om in België
te integreren en gaat zijn kind naar de kleuterschool. Tenslotte stelt Zambrano dat hij, als hij terug
moet naar Columbia, opnieuw gaat lijden aan PTSS doordat hij in Columbia ontvoerd is geweest. Bij
beslissing van 8 augustus 2001 wordt deze aanvraag afgewezen. Het hiertegen ingestelde beroep
wordt verworpen.

Hoewel Zambrano geen arbeidsvergunning heeft, gaat hij met ingang van 1 oktober 2001 fulltime
werken, waardoor hij in het levensonderhoud van zijn gezin kan voorzien. Op 1 september 2003
bevalt de echtgenote van Zambrano van hun tweede kind. Hij krijgt, gelet op de Colombiaanse
nationaliteitsregels, de Belgische nationaliteit.

Op 9 september 2004 doen Zambrano en zijn vrouw een nieuwe aanvraag tot regularisatie van hun
verblijf. Naar aanleiding van de geboorte van hun derde kind, die ook de Belgische nationaliteit krijgt,
doet Zambrano een aanvraag tot vestiging omdat zij bloedverwanten in de opgaande lijn van een
Belgisch staatsburger zijn. Vervolgens wordt aan hen een attest van immatriculatie afgegeven,
waarmee zij tot en met 13 februari 2006 in België mochten blijven.

De aanvraag tot vestiging van Zambrano wordt bij besluit van 8 november 2005 afgewezen, die van
zijn echtgenote bij besluit van 26 januari 2006 ook. De reden ervoor is dat Zambrano er met een
kunstgreep voor zou willen zorgen een verblijfsvergunning te krijgen. Zambrano stelt beroep in,

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawinhollandr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.40  12x  sold
  • (2)
Add to cart
Added