100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bouwkunde A boek 1 hoofdstuk 1 t/m 5 en boek 2 Helemaal $6.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Bouwkunde A boek 1 hoofdstuk 1 t/m 5 en boek 2 Helemaal

2 reviews
 80 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van bouwkunde A. Het bevat de hoofdstukken 1 tot en met 5 van boek 1 en hoofdstuk 12 tot en met 26 van boek 2 (Dit is heel boek 2). De tekst in de samenvatting is ondersteund met plaatjes.

Preview 4 out of 85  pages

  • Unknown
  • June 9, 2020
  • 85
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: djordandehoop • 6 months ago

review-writer-avatar

By: cherinevos11 • 1 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1 Geschiedenis
§1.1 Het ontstaan van de voorschriften
In eerste instantie waren de woningen van hout, leem en riet. In de Middeleeuwen begon de verstening van
woningen. Voor het eerst werden er toen ook stadsgebonden eisen, regels, wetten opgesteld waaraan een
gebouw moest voldoen.

1850 → Door de industriële revolutie trok een groot aantal mensen van het platteland naar de stad om daar te
kunnen werken. Huisvesting werd hierdoor noodzakelijk, maar was aan het begin nog erg slecht.
Slaapsteden: Een wirwar van woonerven en ingewikkelde wijkvormen.
1851 → Eerste woningbouwvereniging in Amsterdam. Het hoofddoel was panden aankopen en bouwen die
arbeiders en hun gezinnen een goede en gezonde woonplaats verschaften tegen een lage huurprijs.
1901 → Eerste opzet voor de latere Woningwet als gevolg van urbanisatie door woningmalaise. Dit is het begin
van de overheidsbemoeienis met de bouwwereld. Om te bouwen volgens deze wet is er nodig:
- Gemeentelijke bouwverordening
- Verplichte bouwvergunning.
Het is een woningwet om de huisvesting van arbeiders te regelen, middels voorschriften omtrent bouwen en
wonen. Hierdoor ontstonden er woningcorporaties voor de sociale woningbouw.
1962 → Nieuwe wetgeving (Wet op Ruimtelijke Ordening, Woningwet en Nieuwe Modelbouwverordening.

Een bouwbesluit bevat:
1. De niet-technische voorschriften (MBV 1992). Hierin staan regels die betrekking hebben op het
aanvragen van een bouwvergunning, het intensiever en actiever beleid voeren ten aanzien van de
welstand, het gescheiden afvoeren van bouw- en sloopafval en het onderzoek naar
bodemverontreiniging.
2. De technische voorschriften. Hierbij valt te denken aan afmetingen waaraan trappen moeten voldoen,
eisen waaraan installaties moeten voldoen, waar de aansluitpunten moeten zitten voor gas, water en
elektra, bouwfysische eisen, etc.
In het huidige bouwbesluit zijn voorschriften vastgesteld met betrekking toch:
• Veiligheid: Sterkte van een bouwconstructie, sterkte bij brand, voerafscheidingen en overbruggen van
hoogteverschillen.
• Gezondheid: Bescherming tegen geluid, geluidwering, wering van vocht, afvoer van afvalwater en
bescherming tegen ongedierte.
• Bruikbaarheid: Bereikbaarheid, vrije doorgang, verblijfsruimten, overige ruimten en opslagplaatsen.
• Energiezuinigheid: Thermische isolatie, beperking van de lichtdoorlatendheid, energiezuinig.
• Milieu: Gebruik van recyclebare- en duurzame materialen.

§1.3 Bouwstijlen
De verschillende bouwstijlen in Nederland door de jaren heen met kenmerken:
- Romaanse stijl (1100-1200). Duidelijke plattegrond met geometrische vorm,
vierkant als basis, strakke contouren, zwarte muren, kleine lichtopeningen
met rondbogen, ton- en kruisgewelf, woningen van hout.
- Gotische stijl (1100-1500). Rechthoek, spitsbogen, benadrukking van
verticale lijnen, streven naar grote vensters, kruisribgewelven, toepassing
roosters.
- Renaissance (1400-1600). Kruisvensters, trapgevels, afwisseling baksteen en
natuursteen, kleur, Italiaans.
- Barok (1600-1750). Classicistisch, grauwe natuursteen beklede gevels,
zolders, smalle huizen van drie ramen breed.
- Classicisme (1750-1800). Reactie op de zwierige vormen van barok, afzetten tegen overdadige
versieringen, sobere gevels, symmetrie, witgepleisterde gevels, toepassingen van klassieke elementen
als frontons, kroonlijsten en zuilen, Lodewijkstijl.
- 19e eeuw. Veroorzaakt door de industriële en maatschappelijke revolutie, ijzer, Neo-Gotiek, Neo-
renaissance etc.
- Jugendstil (1890-1910). Uitbundige decoraties, gekleurde mozaïeken, asymmetrische ornamenten,
vloeiende lijnen, contrastwerking tussen licht en donker, hoektorens, topgevels, dakkapellen, balkons.
- 20e eeuw.

, - Amsterdamse school (1910-1930). Decoratief metselwerk, veel rood, golvend metselwerk, versiering
gevels met andere materialen, zwaar kozijnhout.
- De stijl, kubisme (1910-1930). Abstracte en geometrische vormgeving, witte vlakken en rechte lijnen,
rechte hoeken, dematerialisering, primaire kleuren: blauw, geel en rood.
- Moderne bouwkunst. Veelzijdig materiaal, kleur gebruik, structuur van materialen zichtbaar, vooral
platte daken, uiterlijke vorm is van belang, gebruik van verschillende materialen
a. Structuralisme (1960-1980)
b. High Tech (1980).

§1.4 Woningtypen
Woning: Bestaat uit wanden, vloeren en daken. De basis van een woning is bescherming.
- Bovenbouw bestaat uit dak, buitenwand, binnenwand en verdiepingsvloer
- Onderbouw bestaat uit begaande vloer, kelderwand en keldervloer.

Woningtypen verdeeld in drie hoofdgroepen: Laagbouw, etagebouw en hoogbouw:
Laagbouw is onder te verdelen in vrijstaande- en geschakelde woningen.
→ Vrijstaande woningen zijn:
- Bungalows. Bestaat uit één woonlaag die afgedekt is met een plat of hellend dak. Semibungalows
bevatten wel een kleine bovenverdieping. Bungalows met een binnenplaatsje zijn patiowoningen.
- Villa. Vrijstaand eengezinswoning geheel omgeven door tuin.
- Landhuis. Woningen in een vrije omgeving.
- Herenhuis. Bezitten veel ruimte en zijn aan elkaar gebouwd.
- Vrijstaande eengezinswoning. Traditioneel huis. Compacter dan de bungalow.
→ Geschakelde woningen zijn:
- Twee-onder-één-kap. Eén gemeenschappelijke bouwmuur, gebouwd op een kleiner bouwperceel.
- Rijtjeshuis. Aan elkaar gebouwd, dus weinig bouwoppervlakte nodig.
- Boven-en benedenwoning. Twee woontypen boven elkaar met elk een eigen voordeur.
- Duplexwoning. Tijdelijke boven- en benedenwoning. Later is deze woning te koppelen tot één woning.
Er is één voordeur met daarachter een portaal met twee toegangsdeuren.
- Drive-inwoning. Eengezinswoning met op de begane grond een garage.

Etagebouw
Het maximum van etagebouw is vier woonlagen. Een lift is hierbij niet verplicht Aangezien er op een beperkt
gebied vele woningen zijn moet er worden voldaan aan een aantal voorwaarden zoals goede geluidsisolatie,
voldoende voorzieningen voor het woongemak, brandbeveiliging, voldoende speelgelegenheid en
parkeergelegenheid.

Hoogbouw onderscheidt een aantal typen, te weten:
- Portiekflat. Bestaat uit een trappenhuis waarin bordestrappen zijn aangebracht. Deze grenzen aan de
toegangsdeuren. Er is alleen verticaal personenverkeer.
- Galerijflat. Veel woningen via één galerij beschikbaar. Horizontaal- en verticaal personenverkeer. Het
woongedeelte en slaapgedeelte bevinden zich gelijkvloers.
- Splitlevelwoning. Hebben verdiepingen die telkens niveauverschillen hebben van een halve
verdieping.
- Maisonnette. Eengezinswoningen op elkaar gestapeld. Het woongedeelte is via de galerij te bereiken,
de slaapkamers via een trap in de woning.
- Terraswoning. Bieden de bewoner per verdieping een grote buitenplaats. De bouwwijze is
piramidevormig.
- Torenflat. Meer dan twaalf verdiepingen hoog. Het centrale gedeelte is het trappenhuis met de lift.
Daaromheen zijn de woningen gegroepeerd waarbij galerijen dus overbodig zijn.

,§1.5 Soorten woningen
Woningen worden naar hun plattegrond ingedeeld in een aantal soorten.
- Kamer en suite. Bevat een voorkamer en een achterkamer, die gescheiden zijn door een of twee
schuifdeuren.
- Doorzonwoning. Rechte kamer die loopt van de voor- tot de achtergevel. Naast de kamer zijn de
keuken, hal, toilet en meterkast gesitueerd.
- Z-woning. In de ene hoek de hal, wc en trap met schuin daar tegenover de keuken.
- (Aparte woonvormen). Studentenflats, bejaardenflats of aangepaste woningen.
- (Utiliteitsbouw). Woningen met een bepaalde functie, worden door meerdere mensen tegelijk
gebruikt, het heeft geen woonbestemming. Zoals fabrieken, scholen, commerciële instellingen en
bruggen.

, Hoofdstuk 2 Voorschriften en wetgeving in de bouw
§2.1 De selectie van partijen die het bouwproject gaan realiseren
De initiatiefnemer neemt adviseurs in arm, welke dit zijn hangt af van:
- De aard van de hulp die hij nodig heeft gezien zijn beschikbare kennis;
- De moeilijkheidsgraad van het te bouwen project;
- Het belang van bouwtijd, kwaliteit en kosten.
De belangrijkste partijen binnen een bouwproject zijn:
- De opdrachtgever
- Architect
- Ontwerper
- Adviseur
- Aannemer

§2.2 Opdrachtgever
Opdrachtgever: De persoon (natuurlijk of rechtspersoon) dan wel de vertegenwoordiger van een bedrijf of
organisatie die bevoegd is het bouwwerk, of een deel daarvan op te dragen. Ook wel besteder genoemd. Een
opdrachtgever is in de meeste gevallen ook een leek op het gebied van bouwen → Hij moet om zijn
bouwplannen te kunnen realiseren medewerking krijgen van deskundigen. De taak van een opdrachtgever:
- Het opstellen van een programma van eisen;
- Een keus maken en beslissingen nemen over de uitgewerkte plannen.

§2.3 Architect – ontwerper
De ontwerpen beïnvloedt, door zijn ontwerp, de kosten van het bouwwerk. Hij heeft de taak op het
programma van eisen te vertalen in het ontwerp. Hij heeft daarbij overleg met:
- De opdrachtgever;
- De overheid → vergunningen en voorschriften;
- De adviseurs → wensen, eisen en ideeën omzetten in uitvoerbare zaken;
- De gebruikers → programma van eisen vertalen in het ontwerp.
Zijn taken bestaan verder uit:
- Onderzoeken of er geen wettelijke bepalingen zijn die het bouwen op het terrein verbieden of
beperken;
- In verband met de keuze van de funderingsconstructie een onderzoek (laten) verrichten naar de
samenstelling van de bouwgrond en de grondwaterstand.
- Toetsen aan de financiële haalbaarheid

Auteursrecht: De oorspronkelijke architect informeren bij verbouwing of uitbreiden. Deze architect houdt de
mogelijkheid een beroep te doen op de auteurswet voordat de bouwvergunning wordt aangevraagd. Het
auteursrecht bevat het exploitatierecht en persoonlijkheidsrecht.
1. Exploitatierecht: Gaat over de mogelijkheid een ontwerp te vermenigvuldigen. Hieronder vallen ook
tekeningen, maquettes en foto’s die niet zomaar vervaardigd of verhandeld mogen worden.
2. Persoonlijkheidsrecht: geven de architect, of erfgenamen, het recht zich te verzetten tegen het
wijzigen of verwijden van de op of in het werk aangebrachte aanduidingen van de architect (tenzij in
strijd met de redelijkheid).
De architect is tegenover de opdrachtgever aansprakelijk voor geleden schade als rechtstreeks gevolg van een
ernstige fout door de architect of zijn personeel, tenzij de architect aantoont dat de fout niet had kunnen
worden voorkomen → omschreven in de Standaardvoorwaarden Rechtsverhouding Opdrachtgever – Architect.

§2.4 Directie
Directie: Oefent het toezicht uit op de uitvoering van het werk en op de naleving van de overeenkomst. Indien
de opdrachtgever geen gebruik maakt van de bevoegdheid, treedt de architect in haar plaats. Taken van de
directie zijn:
- Het geven van leiding en het houden van toezicht op de uitvoering;
- Het verstrekken van de benodigde tekeningen;
- Het coördineren van de werkzaamheden van medewerkers;
- Het voeren van de administratieve correspondentie;
- Het leiden van bouwvergaderingen;
- Het opleveren van het werk;

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoewolff. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.35  4x  sold
  • (2)
Add to cart
Added