Verhaalsmogelijkheden
1. Beslaglegging
a. Executoriaal beslag. Art 430 e.v. Rv
b. Conservatoir beslag. Art. 700 e.v. Rv
2. Aanvraag faillissement
Faillissement
Eisen en procedure faillietverklaring
Faillissement:
• Geregeld in titel 1 Fw
• Faillissement is een algemeen beslag op (nagenoeg) het gehele vermogen van de
schuldenaar t.b.v. de gezamenlijke schuldeisers (art. 20 Fw)
• Afwikkeling vindt plaats door de curator (art. 68 Fw)
• Art. 33 Fw:
o geen gerechtelijke tenuitvoerlegging op vermogen na faillietverklaring
o reeds aangevangen executie eindigt
o Vóór faillietverklaring gelegde beslagen vervallen
Dus: Individuele schuldeisers kunnen geen maatregelen meer nemen om hun vordering te verhalen
Als ze al begonnen waren met een executie, dan stopt deze omdat dit de afwikkeling van het
faillissement te veel zou frustreren.
Er wordt een algemeen beslag gelegd, individuele beslagen zouden de afwikkeling belemmeren en
frustreren.
Bij executoriaal beslag is er in het algemeen al een gerechtelijke procedure gevoerd, maar weigert de
schuldenaar, ondanks een vonnis, nog steeds te betalen.
Toelatingscriteria faillissement:
Art. 1 lid 1 jo 6 lid 3 Fw
1. Toestand te hebben opgehouden te betalen:
1.1) tenminste twee schuldeisers (pluraliteit)
1.2) tenminste één vordering is opeisbaar
1.3) schuldenaar heeft daadwerkelijk opgehouden te betalen
2. Indien schuldeiser verzoek doet: vorderingsrecht moet aannemelijk worden gemaakt
3. Redelijk belang aanvraag/geen misbruik van bevoegdheid
JP: Gemeente Dantumadeel
HR Gemeente Dantumadeel: er kan sprake zijn van misbruik van bevoegdheid als een
schuldeiser faillissement aanvraagt terwijl hij weet dat de schuldenaar in het geheel geen
vermogen heeft en ook niet op korte termijn zal verkrijgen. Als er niets te verwachten is
voor die schuldeiser, en voor schuldeisers in het algemeen, dan heeft het ook geen zin
om een faillissement aan te vragen want dat leidt alleen maar tot meer schulden.
(curator moet betaald worden etc.) in dat geval zal het aanvragen van een faillissement
misbruik van bevoegdheid opleveren.
Probleem hierbij is dat de rechter niet kan beoordelen of er vermogen is. Dat zal pas
blijken nadat het onderzoek heeft plaatsgevonden. In de praktijk zal er niet vaak sprake
zijn van een toewijzing op misbruik van bevoegdheid.
Wie kan failliet worden verklaard?
Natuurlijk persoon
, IISR
(privaatrechtelijke) rechtspersoon
Personenvennootschappen met afgescheiden vermogen: openbare maatschap, VOF en CV
Publiekrechtelijk rechtspersoon? > kan niet failliet worden verklaart want dat is in strijd met
soevereiniteit etc.
Wie kan faillissement aanvragen? (art. 1 Fw)
• Schuldenaar zelf
• Eén of meer schuldeisers
• OM
• Fiscus (art. 3 Invorderingswet)
• Rechtbank kan ambtshalve faillissement uitspreken
Behandeling faillissementsverzoek
• Bevoegde rechter (art. 2 Fw): rechtbank van woonplaats schuldenaar
• Oproep schuldenaar verplicht (art. 6 Fw)
JP: Lobo:
Casus: gefailleerde is opgeroepen voor de behandeling van zijn faillissementszaak in hoger
beroep, maar verschijnt niet.
Rechtsvraag: had het hof zich ervan moeten vergewissen of de oproeping de gefailleerde had
bereikt om uitspraak te mogen doen over de faillietverklaring?
HR: behoudens nauwelijks voorkomende uitzonderingsgevallen moet de schuldenaar steeds
worden opgeroepen om te worden gehoord en moet de rechter bij niet-verschijning,
alvorens tot de behandeling van de aanvraag of het hoger beroep over te gaan, onderzoeken
of de oproep tijdig en overeenkomstig de wettelijke voorschriften is gedaan.
Art: art. 6 lid 1 Fw
Onderwerp: oproepen schuldenaar bij behandeling faillietverklaring
• Spoedige behandeling (art. 4 Fw)
• Behandeling in raadkamer (art. 4 Fw)
• Summierlijk onderzoek (art. 6 Fw)
Uitspraak
• Uitspraak moet voldoende zijn gemotiveerd
• In uitspraak tevens benoeming R-C en aanstelling curator
• Vonnis is uitvoerbaar bij voorraad (art. 4 Fw)
• Directe publicatie in de Staatscourant (art. 14 Fw)
Rechtsmiddelen
• Verzet of hoger beroep tegen faillietverklaring door schuldenaar (art. 8 Fw)
• Hoger beroep tegen afwijzing van aangifte/aanvraag of tegen vernietiging na verzet (art.9
Fw)
• Verzet tegen faillietverklaring door (andere) schuldeisers en belanghebbenden (art. 10,11
Fw)
• Cassatie tegen afwijzing dan wel faillietverklaring door diegene die partij was bij
uitspraak hof (art. 12 Fw)
o Let op: verschillende termijnen!
Omvang boedel
• Art. 20 Fw
• Het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de
faillietverklaring
én
alles wat hij tijdens het faillissement verwerft
, IISR
• Art. 21 Fw Uitzonderingen
Verwijzing naar zaken vermeld in art. 447 nrs 1 t/m 3 van het wetboek van burgerlijke
rechtsvorderingen (onderstreep die verwijzing in je wettenbundel!!!)
Surseance van betaling en WSNP
Naast faillissement (titel 1 Fw) zijn er nog twee regelingen in de Fw:
1. Titel 2 Fw: surseance van betaling
• doel? > om bedrijven die met een tijdelijk liquiditeitsprobleem zitten, om die een
adempauze te geven, om orde op zaken te stellen
• toelatingscriteria? > art 214 lid 1 Fw, art. 218 lid 2 en lid 4 (afwijzingsgronden)
Schuldenaar voorziet dat hij met het betalen van zijn opeisbare schulden niet
zal kunnen voortgaan
2. Titel 3 Fw: wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (WSNP)
• doel? > is om natuurlijke personen gedurende een bepaalde tijd de verplichting
te geven om een bepaald traject te volgen (dat is dan het schuldsaneringstraject)
daarbij moeten zij zich houden aan strenge regeltjes. Het doel is dat ze na afloop
van dat traject schuldenvrij worden verklaard. Als ze na afloop de schulden
alsnog niet kunnen betalen, worden deze kwijtgescholden, zodat ze kunnen
beginnen met een schone lei.
Dat is ook het grote verschil met faillissement. Bij faillissement blijven de
resterende schulden verhaalbaar op de schuldenaar.
Uitzondering: vrijwillig akkoord vanuit schuldeisers
Bij schuldsaneringsregeling is het een dwangakkoord (want schuldenaar heeft
zich netjes aan traject gehouden, rechter zet streep door schulden of de
schuldeisers dat nou leuk vinden of niet)
• toelatingscriteria? > art. 284 Fw
1. Natuurlijk persoon (zowel natuurlijk persoon met bedrijf en zonder bedrijf)
2. Voorzien dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van zijn
schulden of waarin hij in een toestand verkeert . Of waarin hij heeft
opgehouden te betalen
Verschil met surseance: voorzien dat hij niet zou kunnen voortgaan met het
betalen van OPEISBARE schulden. Het woordje opeisbare zie je niet terug in art.
284
Of schulden bij aanvraag tot toelating van schuldsaneringsregeling, of die
schulden opeisbaar zijn, is niet van belang
288 Fw: verzoek wordt slechts toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat
is voldaan aan de bepalingen art 288 lid 1 sub a, b, c en dat op grond van art. 288
lid 2 het verzoek wordt afgewezen als aan een van de subcategorieën a b c of d is
voldaan.
Art. 288 speelt dus een belangrijke rol bij de beoordeling van toelating tot
schuldsaneringsregeling
Art. 23 Fw
Van rechtswege verlies van beschikking en het beheer over tot faillissement behorend
vermogen vanaf 00:00 uur van de dag der faillietverklaring (fixatiebeginsel)
Art. 68 Fw
Curator is belast met beheer (en vereffening)
Beschikken:
- Vervreemden
- Bezwaren
Art. 24 Fw
Uitgangspunt:
voor verbintenissen na faillietverklaring ontstaan door toedoen van de schuldenaar is de
boedel niet aansprakelijk
JP: Aalburgse bandencentrale: géén extensieve uitleg van art. 24
asus: Gefailleerde sluit met
een derde een
overeenkomst voordat het
faillissement
overeenkomstig
art. 14 lid 3 Fw is
gepubliceerd. De derde
beroept zich op
derdenbescherming zodra
de curator
terugbetaling van de
geldsom vordert.
, IISR
rechtsvraag: Gaat een
beroep op
derdenbescherming als je
te goeder trouw bent vóór
de regels van
art. 23 en 24 Fw?
HR: Er bestaat geen
algemeen rechtsbeginsel
dat derden, die onbekend
met het faillissement en
voor
publicatie daarvan met de
gefailleerde hebben
gecontracteerd, beschermt
als uitzondering op art. 23
en 24.
art: art. 23 Fw, art. 24 Fw,
art. 14 lid 3 Fw
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eso2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.