100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting kennislijn module de gemeenschap, leerjaar 1 HAN Social work, tentamen samenlevingstheorie A $6.51   Add to cart

Summary

Samenvatting kennislijn module de gemeenschap, leerjaar 1 HAN Social work, tentamen samenlevingstheorie A

9 reviews
 411 views  27 purchases
  • Course
  • Institution

Dit betreft een samenvatting voor het tentamen van het vak kennislijn, module de gemeenschap, samenlevingstheorie A. Dit betreft dus een samenvatting van de volgende lesonderwerpen: - Les 1: mensenbeelden en de taak van de sociaal werker - Les 2: sociaal werker vroeger en nu - Les 3: beroepscode v...

[Show more]

Preview 3 out of 16  pages

  • June 10, 2020
  • 16
  • 2019/2020
  • Summary

9  reviews

review-writer-avatar

By: kimberley1998 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: kgorter14 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: emmagesthuizen43 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: elhandzigal • 3 year ago

review-writer-avatar

By: abrishtenbroeke • 3 year ago

review-writer-avatar

By: dylankastablank • 3 year ago

review-writer-avatar

By: sannevanbeek3 • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Samenvatting Kennislijn, de gemeenschap, module A
Link naar online colleges: https://onderwijsonline.han.nl/elearning/lesson/0D0V6JvN

Les 1: mensbeelden en taak sociaal werker

Recht = een verzamelnaam van regels waar zowel de burger als de overheid zich aan moeten
houden, met als doel de samenleving te ordenen en conflicten te voorkomen of op te lossen, zodat
we goed met elkaar kunnen samenleven. In sommige gevallen vertelt het recht je ook op welke
manier je iets moet doen.

Filosofie = stelt vragen daar waar iets vanzelfsprekend lijkt: het onderzoekt het “onbekende”,
bijvoorbeeld:
1) Nadenken over hoe je de samenleving het beste kunt inrichten
2) Nadenken over wat goed hulpverlenen is
3) Nadenken over normen en waarden

Sociologie = een wetenschap die zich bezighoudt met het verklaren van gedrag van individuen en
groepen mensen, vanuit de maatschappelijke invloeden die zij ondergaan. Verklaringen van sociaal
gedrag ontwikkelen, vooral op groepsniveau.

Rehabilitatie = een vorm van hulpverlening aan mensen met (langdurige) psychiatrische
problematiek, met als doel mensen te ondersteunen in hun herstelproces en bij hun deelname aan
de samenleving. Hierbij wordt vooral gekeken naar de mogelijkheden van de mens.
Voorbeeld: iemand weer leren functioneren op de lange termijn/in de maatschappij door
bijvoorbeeld het gevoel van eigenwaarde te herstellen of de maatschappelijke participatie te doen
toenemen.

Sociaal-collectivisme = richt zich op het verbeteren van de maatschappelijke positie van de meest
achtergestelde en onderdrukte groepen.
Voorbeeld: groepen helpen te emanciperen of de samenleving veranderen, bijvoorbeeld ervoor
zorgen dat studenten een hogere studiebeurs krijgen doordat jij dit voor elkaar hebt gekregen bij de
minister. De plek op de maatschappelijke ladder (bepaald door macht, status en inkomen) te
verbeteren.

Individueel-reformisme = een vorm van dienstverlening aan de cliënt, wat gericht is op aanbod
(weinig vraaggericht) en behoud. De schakel tussen cliënt en hulpverlening om een specifiek doel te
bereiken. Het veranderen van de maatschappij is niet aan de orde.
Voorbeeld: iemand een tool geven om zelf verder te kunnen, bijvoorbeeld het organiseren van
kinderbijslag of schuldhulpverlening.

Lebensweltorientierung =
1) Stelt de leefwereld van de cliënt centraal
2) Welke problemen doen zich voor in het alledaags bestaan?

, 3) Stimuleert de zelfredzaamheid van de cliënt, zodat deze goed kan functioneren in het leven
van alledag

Mensenrechtprofession =
1) Bescherming van personen tegen schendingen van hun rechten
2) Verzetten tegen systematische schendingen van de mensenrechten
3) Mensenrechteneducatie en ervoor zorgen dat instanties deze rechten waarborgen

Mensbeeld = een idee en/of voorstelling van het mens zijn: jouw opvattingen over de mens- en
samenleving worden onder andere bepaald door jouw mensbeeld.

Autonoom mensbeeld =
1) Mensen zijn zelfstandig en vrij en kunnen over hun eigen leven beslissen
2) Vrijheid is belangrijker dan solidariteit (= saamhorigheid)
3) Mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen handelen
4) Grootste bedreiging: afgenomen vrijheid
Voorbeeld: de VVD

Zorgend mensbeeld =
1) Mensen zijn sociaal en relationeel: ze zijn betrokken bij elkaar
2) De zorg voor jezelf en anderen staat centraal
3) De context is essentieel
4) Grootste bedreiging: verlaten worden/er alleen voor staan
Voorbeeld: de SP

Mensbeeld Thomas Hobbes (1588 – 1679) =
1) De mens is van nature slecht en niemand is te vertrouwen
2) Jaloezie, strijd en streven naar zelfbehoud in combinatie met schaarste, leidt tot een oorlog
3) Wanneer je geen regels hebt, is iedereen constant in oorlog met elkaar
4) Oplossing: sociaal contract (met regels) om de veiligheid te garanderen

Mensbeeld Jean-Jacques Rousseau (1712 – 1778) =
1) De mens is van nature goed
2) De oorspronkelijke mens is vrij van regels en onafhankelijk van anderen: de maatschappij
verpest de mens door o.a. regels en wetten
3) De mens is een sociaal gevoelswezen: medelijden is een vorm van deugd
4) Oplossing: garantie van vrijheid door sociaal contract “de algemene wil”  het is voor
iedereen beter om iets te doen, bijvoorbeeld het aanpakken van een beter klimaat.

Leerdoelen deze les:
1. Je kent het autonome en het zorgende mensbeeld en de mensbeelden van Hobbes en
Rousseau.
2. Je kunt verschillende doelen van het sociaal werk omschrijven.
3. Je weet dat wetenschappelijke disciplines binnen het sociaal werk belangrijk zijn.

, Les 2: Sociaal werker vroeger en nu

1. Nachtwakersstaat (na WO I) = de overheid is er alleen voor het hoogstnoodzakelijke en bemoeit
zich zo weinig mogelijk met haar burgers en laat hen vrij. De veiligheid wordt wel gegarandeerd door
de rechtsstaat te handhaven (inzet politie/leger). De sociale wetten komen hier op.

2. Verzorgingsstaat (na WO II) = gebaseerd op solidariteit (= saamhorigheid) tussen alle burgers: de
overheid voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn van de burgers in verzorging van de wieg tot
het gaf.
Voorbeeld= uitkeringen/voorzieningen aan mensen die dat nodig hebben: constant geld kunnen
krijgen voor zorg.

3. Participatiesamenleving (wordt de huidige samenleving steeds meer)= de overheid heeft niet
langer het ideaal om burgers vanaf de wieg tot het graf te verzorgen zoals in de verzorgingsstaat. In
deze samenleving wordt er gevraagd- vanuit gegaan dat mensen meer in directe zin verantwoordelijk
zijn voor zichzelf en anderen. Nadruk ligt op de burgermaatschappij waarin mensen eigen
verantwoordelijkheden hebben, maar waar er ook wordt bezuinigd door bijvoorbeeld vergrijzing.
Voorbeeld = burenhulp, zorg voor vrienden en familieleden, vrijwilligerswerk, als burger zelf eerst
actie ondernemen. Mensen kunnen nog wel een uitkering krijgen, maar mensen moeten hier niet
afhankelijk van zijn.

Model = visie op zorg

1. Medisch model = ontstaan in de 17e eeuw (opkomst wetenschap: alle problemen komen door
biologische processen) tot 19e eeuw
1) Verstandelijk gehandicapt = een ziekte
2) De verstandelijk gehandicapte is een patiënt die wordt behandeld, verzorgt en verpleegd en
“genezen” door rusten en arbeidstherapie
3) Zorg is voornamelijk gericht op lichamelijke gezondheid, goede voeding, hygiëne, rust en
medicijnen
4) Instituten zijn niet op de samenleving gericht
5) Instituten zien eruit als lange witte gangen, witte lakens, witte muren en witte schorten
6) De verstandelijk gehandicapte woont in een instelling
7) Een mens met een verstandelijke beperking heet een “zwakzinnige”

2. Ontwikkelingsmodel / pedagogisch model = 1960 – 1970 (emancipatie, doorbraak IQ-test)
1) Een verstandelijk gehandicapte is een mens met aangeleerd gedrag, dat veranderd kan
worden: mensen zijn ontwikkelbaar/leerbaar
2) De afdelingen worden kleiner en er worden leefgroepen gevormd: leefomstandigheden
worden normaler
3) Patiënt wordt pupil genoemd
4) Er worden te hoge eisen gesteld aan de pupil  er ontstaat overvraging en psychische
klachten
5) Ontwikkeling is een doel: prestatiegericht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SocialWorkDaisy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51  27x  sold
  • (9)
  Add to cart