,Thema 1:
Basis
concepten
2
,Samenvatting thema 1
1.1 Wetenschappelijk Onderzoek
Doel van wetenschap: Wetenschap streeft ernaar systematisch kennis te
vergaren over de werkelijkheid. Dit is belangrijk omdat menselijke percepties en
ideeën vaak subjectief en vertekend kunnen zijn. Door gebruik te maken van
systematische methoden zoals de wetenschappelijke methode, proberen
wetenschappers objectieve inzichten te verkrijgen die kunnen helpen bij het
begrijpen en beïnvloeden van de wereld om ons heen.
Empirische onderzoekscyclus: Deze cyclus bestaat uit vijf fasen, namelijk het
formuleren van een onderzoeksvraag, het ontwerpen van de studie, het
verzamelen van data, het analyseren van de data en het rapporteren van de
resultaten. Het is een iteratief proces waarbij elke fase zorgvuldig moet worden
doorlopen om betrouwbare en geldige resultaten te verkrijgen.
Preregistratie: Dit is het vooraf vastleggen van de onderzoeksvraag, opzet en
methoden van dataverzameling en -analyse. Het is van cruciaal belang om de
transparantie en betrouwbaarheid van het onderzoek te waarborgen.
Dubieuze onderzoekspraktijken: Dit zijn handelingen die het onderzoek
beïnvloeden om gewenste resultaten te verkrijgen, ten koste van de objectiviteit
en integriteit ervan. Voorbeelden hiervan zijn selectieve rapportage van
variabelen en het aanpassen van hypotheses op basis van de uitkomsten van het
onderzoek.
1.2 Operationalisaties
Variabelen: Dit zijn eigenschappen die variëren of kunnen variëren. Ze kunnen
direct observeerbaar zijn (zoals leeftijd) of psychologisch van aard zijn (zoals
extraversie).
Psychologische variabelen of constructen: Deze zijn complexer omdat ze niet
direct observeerbaar zijn en geen harde definities hebben. Ze worden afgeleid van
theorie en worden geoperationaliseerd door meetinstrumenten.
Operationalisaties: Dit zijn methoden om theoretische constructen om te zetten
naar meetbare concepten, zoals meetinstrumenten of manipulaties.
Meetmodel: Dit visualiseert hoe een variabele wordt geoperationaliseerd via
stimuli of items.
Manipulaties: Deze worden gebruikt om een construct te beïnvloeden en causale
verbanden te onderzoeken.
1.3 Betrouwbaarheid en validiteit
Betrouwbaarheid: Dit verwijst naar de mate waarin een meting consistent
dezelfde resultaten oplevert bij herhaalde metingen.
Meetfouten: Deze kunnen optreden als gevolg van verschillende factoren en
verminderen de betrouwbaarheid van de meting.
Validiteit: Dit verwijst naar de mate waarin een meetinstrument daadwerkelijk
meet wat het beoogt te meten.
Constructvaliditeit: Dit onderzoekt of een meetinstrument het beoogde
psychologische construct daadwerkelijk meet.
1.4 Populaties en steekproeven
Populaties: Dit zijn alle individuen of eenheden van interesse voor een bepaald
onderzoek.
3
, Steekproeven: Dit zijn selecties van individuen uit de populatie die
representatief worden geacht voor het geheel.
Probability samples: Dit zijn steekproeven waarbij elk lid van de populatie een
bekende kans heeft om te worden opgenomen.
Non-probability samples: Dit zijn steekproeven waarbij de kans op opname in
de steekproef niet bekend is en generaliseerbare conclusies naar de populatie
moeilijker zijn.
4