100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Minor (OMCG) Omgaan Met Complex Gedrag - Onderpresteren bij Hoogbegaafdheid & Ontwikkeling Executieve Vaardigheden Response Inhibitie, Emotieregulatie$11.59
Add to cart
Deze minor bevat TWEE onderzoeken:
1x onderzoek naar onderpresteren bij hoogbegaafdheid uitgewerkt handelingsplan
1x onderzoek naar het ontwikkelen van de executieve functies response inhibitie & emotieregulatie uitgewerkt handelingsplan
Deze minor (OMCG) is door hogeschool Viaa beoordeeld me...
Dit onderzoeksverslag bevat twee onderzoeken, elk gericht op een soort complex gedrag. Het eerste
onderzoek richt zich op Ryan uit groep 4 van basisschool _______. Ryan vertoont in bepaalde situaties
vaak impulsief en ongewenst gedrag. Het tweede onderzoek richt zich op Boaz, een hoogbegaafde jongen
uit groep 4 van Kindcentrum _______. Verschillende betrokkenen vermoeden dat hij onderpresteert.
Daarnaast vertoont hij regelmatig heftige emotionele uitspattingen in de vorm van verdriet of boosheid.
Voor het vormgeven van het onderzoek en de wijze van verslaglegging heb ik de boeken Wat is
Onderzoek? (Verhoeven, 2014) en Handelingsgerichte Diagnostiek in het Onderwijs (Pameijer & van
Beukering, 2015) als leidraad gebruikt. Om verder tegemoet te komen aan de toetseisen van de minor
Omgaan Met Complex Gedrag zijn er bij beide onderzoeken bijlagen toegevoegd die bepaalde aspecten
van het onderzoek verduidelijken en bewijzen. Met de uitkomst van de onderzoeken hoop ik het tweetal
leerlingen met complex gedrag binnen het basisonderwijs te ondersteunen en de betrokkenen te
adviseren.
Visie Omgaan met Complex Gedrag
Complex gedrag is iets wat mijn belangstelling trekt. Ik ga van nature uit van het goede in de mens en er is
overal een verklaring voor. Zo ook voor complex, ongewenst gedrag bij kinderen op de basisschool.
Horeweg (2015) geeft aan dat complex gedrag, ook wel geformuleerd als probleemgedrag, moeilijk is voor
zowel het kind zelf als de mensen om het kind heen. Er zijn tal van uitingen van complex gedrag. Ook zijn
er tal van ordeningskaders binnen complex gedrag. Toch kan je binnen deze ordeningskaders niet alle
kinderen over één kam scheren. Zo kan de ene persoon die ADHD heeft andere hulpbehoeftes
hebben dan de andere persoon. Complex gedrag vraagt persoonlijke aandacht. Ik probeer mij altijd de
vraag te stellen wat de oorzaak van het gedrag is en ik heb de motivatie om hier zo goed mogelijk mee om
te gaan. Hoe moeilijk het gedrag van een kind ook kan zijn, elk kind heeft behoefte aan en recht op een
relatie met zijn leerkracht. Ook heeft elk kind er recht op dat zijn leerkracht zijn best doet om tegemoet te
komen aan de onderwijsbehoeften van iedereen. Ik ben ervan overtuigd dat de school een hele grote rol
kan spelen voor de gesteldheid van een kind met complex gedrag. Wanneer het de school lukt om het
kind te leren omgaan met zijn complexe gedrag, zal het kind hier zijn leven lang profijt van hebben.
Daarom vind ik het erg belangrijk om hier ook zelf kennis over op te doen. Ook Van der Wolf en Van
Beukering (2016) onderschrijven dat de school een belangrijke factor is bij zowel de leerprestaties als het
welbevinden van kinderen. Zij leren ons dat kinderen die een ongunstige voorgeschiedenis hebben
(bijvoorbeeld een onstabiele thuissituatie, ziektes, armoede), een grotere kans hebben om er bovenop te
komen wanneer zij positieve ervaringen op school hebben (Van der Wolf & Van Beukering. 2016).
1
,Eigen Mogelijkheden en Kwaliteiten
Ik denk dat ik door mijn open en nieuwsgierige houding ten opzichte van kinderen die complex gedrag
vertonen een goede begeleider kan zijn van deze kinderen. Ik probeer vooroordelen altijd te vermijden en
ben gedreven om een relatie aan te gaan. Dit koppel ik aan het persoonlijk meesterschapsdoel ‘werken
vanuit een positieve grondhouding’. Ik heb mij altijd al bekommerd om de mensen om mij heen. Ik kom
uit een onderwijs en zorggezin. In mijn jeugd ben ik regelmatig in contact gekomen met verstandelijk en
lichamelijk beperkte mensen. Ook al zijn deze mensen wellicht ‘anders dan de norm’, het zijn evengoed
mensen die enorm graag een relatie aangaan met de mensen om hun heen. Ik vind het prachtig om te
merken wat aandacht met een mens kan doen en ik wil deze aandacht ook graag geven aan degenen die
dit nodig hebben. Zo ook in de omgang met kinderen. De nieuwsgierige houding die ik eerder omschreef
past goed bij het persoonlijk meesterschapsdoel ‘een onderzoekende houding’. Verslaglegging vind ik niet
mijn sterkste punt. Wel zoek ik graag zaken die mij interesseren uit. Ik lees veel en vind het ook leuk om
nieuwe dingen in de praktijk te doen. Ik ben veel bezig met het vernieuwen van mijn onderwijs en zoek
altijd naar manieren die beter werken. Een valkuil van mijzelf is dat ik kan blijven hangen in de denkfase.
Ik blijf dan in mijn hoofd malen over een idee. Ik perfectioneer het idee maar uiteindelijk blijft het dan bij
een idee. Zo nu en dan is het goed om, ondanks dat je het idee hebt dat het nóg beter kan, toch het
eerste idee uit te voeren. Ook daarvan kan je leren. Ik wil in dit onderzoek niet te lang blijven hangen in
de onderzoeksfase, maar ook snel overgaan in het creëren en uitvoeren van een handelingsplan. Dit zijn
allemaal kwaliteiten, eigenschappen, die terug te zien zijn in dit verslag.
In dit onderzoek wil ik graag kennis opdoen over het opzetten en uitvoeren van een geschikt
handelingsplan voor een specifieke situatie. Ook hoop ik door dit onderzoek te doen een grotere
toevoeging te kunnen zijn aan het team en verschillende betrokkenen bij het onderzoek advies te kunnen
geven bij het omgaan van complexe gedragingen. Ook het op een goede manier verslag leggen van het
onderzoek is een leerpunt voor mij.
Ryan gedraagt zich vaak impulsief. Hij roept bijvoorbeeld door de instructie heen, of hij loopt tijdens de
zelfstandige verwerking door de klas naar een ander kind om iets over de pauze door te spreken.
Wanneer er iets gebeurt wat hij niet leuk vindt kan hij hier erg boos om worden en lelijke dingen roepen,
of hij verstopt zich onder zijn tafel of in zijn shirt. Dit doet zich voor bij bijvoorbeeld een standje van de
leerkracht of een onenigheid met een ander kind.
Belemmerende factoren zijn (vrije) situaties waarbij interactie nodig is tussen Ryan en andere personen.
Dit kunnen bijvoorbeeld samenwerkingsopdrachten of spelletjes zijn. Het impulsieve gedrag komt naar
voren wanneer Ryan graag iets wil zeggen maar hier mee moet wachten, bijvoorbeeld tijdens de
instructie of zelfstandige verwerking. Wanneer Ryan wordt gewezen op zijn gedrag wordt Ryan ook vaak
bozer dan hij al was.
Ryans (over)enthousiasme kan ook een positieve factor zijn. Zo werkt Ryan ijverig wanneer hij
enthousiast is. Ryan heeft geen negatieve houding tegenover het werk wat hij op school moet doen.
TOTAALBEELD VAN DE SITUATIE
Om een totaalbeeld van de situatie te krijgen ga ik met de leerkracht, met de ouders en met Ryan zelf in
gesprek. Daarnaast zal ik enkele observaties doen. Uit deze gesprekken en observaties zal er een conclusie
en een onderzoeksvraag volgen. In de bijlagen zijn mijn notities van het interview met de leerkracht
(bijlage 1) mijn observaties (bijlage 2 t/m 4) en het gesprek met de ouders van Ryan (bijlage 5) te vinden.
Hieronder zal ik de uitkomsten van de gesprekken en de observaties samenvatten.
Uit de gesprekken met de leerkracht, met de ouders en mijn observaties komt bij allen naar voren dat
Ryan inderdaad regelmatig ongewenst impulsief gedrag vertoont. De kenmerken van dit gedrag zijn te
koppelen aan de theorie over executieve functies. Als je het gedrag van Ryan vergelijkt met deze theorie,
kan je zeggen dat Ryan twee zwakke executieve functies heeft: response inhibitie en emotieregulatie.
Response inhibitie is het vermogen om na te denken voor je iets doet, de neiging kunnen weerstaan direct
te reageren (Dawson & Guare, 2009). Emotieregulatie is het vermogen om emoties zo te reguleren dat ze
het bereiken van doelen of het afmaken van taken of het houden van controle over gedrag niet
belemmeren (Dawson & Guare, 2009).
Uit het gesprek met de leerkracht komt verder naar voren dat Ryan al vanaf dat hij in groep 1 zat moeite
heeft met de eerdergenoemde executieve functies. Hij reageert negatief op correcties van anderen. Ook
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HarmJesse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.59. You're not tied to anything after your purchase.