Samenvatting celbiologie les 1 en 2 (H5/7)
All for this textbook (2)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Moleculaire biologie
All documents for this subject (16)
3
reviews
By: jennafaro • 1 year ago
By: loisjansen2000 • 2 year ago
By: chriswezendonk • 2 year ago
Seller
Follow
HappyDays
Reviews received
Content preview
Samenvatting moleculaire biologie BM3
Biomoleculen
- Biomoleculen worden ook wel polymeren genoemd bestaat uit
een aaneenschakeling van monomeren
- Dehydratiereactie (water komt vrij bij vorming van binding) en
hydrolyse (water is nodig om de binding te breken)
Koolhydraten – suikers / sachariden
- Monosacchariden vormen losse units om samen complexere
koolhydraten te maken
- Bekendste monosacchariden zijn ribose, glucose, galactose en fructose
- Ribose = pentose suiker van het RNA
- Monosachariden zijn in water oplosbaar vanwege -OH groep en polaire eigenschap
Om de monosacchariden in te delen wordt er gekeken naar twee kenmerken:
1. Carbonylgroep ( =O groep) bevindt zich in het midden (ketoses) of uiteinde (aldoses)
2. Hoeveelheid C-atomen die zich in lineair monomeer voorkomen.
3 C-atomen = trioses; 5 C-atomen = pentose; 6 C-atomen is Hexose
Structuur van koolhydraten
- In een waterige oplossing een ringstructuur die vormt.
C-atoom 1 bindt aan de O-groep van C-atoom 5
- Ringstructuur van glucose 2 soorten: alfa-glucose en
beta-glucose hydroxygroep boven of onder de ring
- OH-groep aan eerste C-atoom = Trans-arrangement =
alfa-glucose (helical). Gedraaid molecuul, zoals zetmeel vanwege
het gebruik van alfa-1,4 linkage
- OH-groep die boven en onder de OH groep zit = cis-arrangement
= beta-glucose (straight). Recht molecuul vanwege het gebruik
van beta-1,4 linkage
Polysachariden
- Zetmeel in planten dient als energievoorraad, zoals aardappels,
- Glycogeen is energievoorraad in dieren
- Chitine vind je in celwand van schimmels en exo-skelet van insecten + kreeftachtige
wat zorgt voor stevigheid
- Cellulose vind je in de celwand van planten
,Lipiden – vetten (3 soorten)
1. Vetten/triglyceriden vind je in boter/olie om mee te koken.
- Onoplosbaar in water, wel in organische oplosmiddelen
- Heterogene groep van koolwaterstof bindingen. Lange
vetzuren dus hydrofoob
- Triglyceriden opgebouwd uit glycerol + 3 vetzuren verzadigd
en onverzadigd
- Onverzadigde vetzuurketen heeft dubbele binding en dus
gebogen
- In de natuurlijke oliën bijna altijd cis-onverzadigde vetzuren
2. Fosfolipiden vind je in dubbelmembranen met hydrofiele kop en hydrofobe staart
- Koppen staan naar buiten en staarten naar binnen (geen
interactie met H2O)
- Bevatten een glycerol + 2 vetzuren en een fosfaatgroep
- Aan de fosfaatgroep vaak een geladen of polaire groep
zorgt voor diverse soorten
3. Steroïden herken je vanwege de 4 ringen (bijv. cholesterol)
- Cholesterol is een vetachtige stof die de kans op hart en vaatziekte kan verhogen,
maar ook een cruciale rol in het vloeibaar houden van celmembraan dierlijke cellen
- Cholesterol is erg belangrijk als bouwstof in celmembranen. De vloeibaarheid blijft in
balans.
Onverzadigde vetten: vloeibaarheid membraan groter
Verzadigde vetten: vetzuren dichter tegen elkaar aan
- Hoge temperatuur: bewegingen beperken; lage temperatuur: membraan kan niet
verharden.
Functie van lipiden
- Energie: 1 gram vet is ongeveer 2x meer energie als in koolhydraten
- Hormonen en steroïden hebben regulerende/signalerende functies
- Opbouw van membranen vanwege fosfolipiden grens tussen cel en omgeving
Alle organellen hebben membraan, anders is het geen cel organel maar celonderdeel
Eiwitten
- Opgebouwd uit 20 aminozuren veel verschillende functies en soorten
- Peptide binding aanwezig binding tussen twee verschillende aminozuren
- Opbouw aminozuur is een C-atoom in het midden met 4 verschillende groepen:
1. aminogroep
2. carboxylgroep
3. H-atoom aan de onderkant
4. Restgroep waardoor aminozuren worden ingedeeld (zie laatste pagina)
- Het polypeptide moet ook juist gevouwen worden om functioneel te zijn
, Eigenschappen van eiwitten
Eiwitten zijn oplosbaar in water afhankelijk van:
- Welke aminozuren er aanwezig zijn (apolair of polair)
- Wel of geen geladen aminozuren. Lading is afhankelijk van de pH
- Polaire restgroepen aan de buitenkant makkelijker oplosbaar
Eiwitstructuur: 4 verschillende structuren
1. Primaire structuur: aminozuur sequentie van het eiwit
2. Secundaire structuur: waterstofbruggen aanwezig. Alfa-helixen en beta-sheets
3. Tertiaire structuur: interacties met zijketens van aminozuren. Ook hydrofobe
interacties, vdw-krachten, ion bindingen en covalente bindingen (en
disulfidebindingen). Eiwit is hierna gevouwen
4. Quartaire structuur: polypeptideketens kunnen een reactie aangaan met elkaar
Backbone = NCCNCCNCC
GFP: geen fluorescent protein
- Makkelijk te koppelen aan andere eiwitten
- Via GFP te bekijken waar het eiwit zich bevindt fluorescerende eigenschappen
- Te gebruiken als reporter eiwit: aanstralen met blauw emissie van groen
Nucleïnezuren – erfelijk materiaal van de cel (DNA/RNA)
- Polymeren van nucleotiden (= monomeer) en bestaat uit 3 onderdelen
1. Fosfaatgroep
2. Stikstofbase
3. Suiker (pentose, dus 5 C-atomen) Deoxyribose (DNA) of
Ribose (RNA)
Let op: purines hebben twee stikstofringen terwijl pyrimidines er maar eentje
hebben
Baseparen die tegenover elkaar staan (T en A en G en C) vormen
- Waterstofbruggen. TA = 2 H-bruggen en GC = 3 H-bruggen
- Er zijn meerdere nucleotide strengen, waarbij er dan diverse
nucleotiden aan elkaar geschakeld zitten met fosfodiesterbindingen
ertussen.
- Aan het 3’ einde zit een OH-groep en aan het 5’ einde zit een fosfaatgroep
- Nucleïnezuren zijn oplosbaar in water DNA negatief geladen vrije
zuurstofatomen in de fosfaatgroep
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HappyDays. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.