Examenmatrijs van het vak personen- familierecht en erfrecht. Deze examenmatrijs is van het jaar , het kan dus zo zijn dat er enkele examentermen anders zijn dan de huidige examentermen.
Stuur me een berichtje als je hierover twijfelt, dan kijken we samen of de examenmatrijs nog voldoet aan de hu...
1.1 De kandidaat motiveert voor een eenvoudige situatie of er sprake is van een
natuurlijke persoon of een rechtspersoon.
Natuurlijke personen zijn mensen zoals jij en ik. Het verschil tussen een natuurlijk persoon
en een rechtspersoon is dat er geen sprake is van een mens van vlees en bloed, maar van
een organisatie die de verplichtingen aangaat.
1.2 De kandidaat motiveert voor een eenvoudige situatie of deze onder het personen- en
of familierecht valt.
Geboorte, trouwen, naamswijziging (voor meer zie wettenbundel).
1.3 De kandidaat motiveert voor een eenvoudige situatie of er sprake is van
handelings(on)bekwaamheid.
Handelingsonbekwaam wil zeggen dat iemand niet zelfstandig in het recht op kan treden.
Het is vernietigbaar. Voor overeenkomsten waarvan ‘we’ het normaal vinden dat een kind
die zonder toestemming van zijn ouders sluit, is het kind handelingsbekwaam. (art.1:234
BW) Zelf verdiend geld valt hier ook onder. Handlichting: (art.1:235 BW).
Arbeidsovereenkomst + medische behandelingsovereenkomst.
1.4 De kandidaat stelt voor een eenvoudige situatie vast welke graad van bloed- of
aanverwantschap er bestaat.
Er bestaan vier groepen erfgenamen:
Groep 1: de echtgenoot van de overledene en zijn kinderen.
De echtgenoot en de kinderen erven ieder een even groot deel van de nalatenschap.
Een gescheiden echtgenoot is geen wettelijk erfgenaam!
Groep 2: de ouders en de broers en zussen van de overledene.
Is er niemand in groep 1, dan erven de familieleden van groep 2 de nalatenschap. De ouders
erven ieder minstens een kwart van de nalatenschap.
Groep 3: de grootouders van de overledene.
Is er in groep 2 niemand, dan gaat de erfenis naar groep 3.
Groep 4: de overgrootouders van de overledene.
Als er geen nabestaanden in groep 4 zitten, dan vervalt de nalatenschap aan de staat.
, Graad van bloedverwantschap:
Rechte lijn:
Bloedverwanten in de rechte lijn stammen van elkaar af (bijv. een vader en zijn zoon).
Zijlijn:
Bloedverwanten in de zijlijn hebben minstens één zelfde stamouder (dus een broer en een
zus).
Berekenen graden:
De graad van bloedverwantschap bereken je door het aantal geboorten te tellen tussen de
twee bloedverwanten.
1.5 De kandidaat beschrijft de functie van de burgerlijke stand en van de Basisregistratie
Personen.
De Basisregistratie Personen bevat alle algemene persoonsgegevens en wijzigingen daarop,
van de wieg tot het graf.
Elke gemeente heeft de wettelijke plicht (art. 1:17 BW) om registers van de burgerlijke stand
bij te houden. In deze registers worden akten bewaard die door de ambtenaar van de
burgerlijke stand zijn opgemaakt naar aanleiding van belangrijke familierechtelijke
gebeurtenissen die in de gemeente hebben plaatsgevonden.
1.6 De kandidaat stelt voor een eenvoudige situatie vast welke personen bevoegd en/of
verplicht zijn tot aangifte van een geboorte en binnen welke termijn aangifte van een
geboorte moet plaats vinden.
Binnen 3 dagen moet er aangifte worden gedaan bij de burgerlijke stand waar de bevalling
heeft plaatsgevonden.
De vader is verplicht tot aangifte; de moeder is daartoe niet verplicht, maar wel bevoegd. Er
zijn meer mensen bevoegd, dit staat in (art. 1:19 BW).
1.7 De kandidaat stelt voor een eenvoudige situatie vast wie de juridische vader of moeder
van een kind is (van rechtswege, erkenning, adoptie).
Moeder is de vrouw uit wie het kind geboren is, of die het kind adopteert. (art.1:198 BW)
De juridische vader is de man: die bij de geboorte met de moeder is getrouwd, die het kind
heeft erkend, van wie door de rechter het vaderschap is vastgesteld, die het kind heeft
geadopteerd. (art. 1: 199 BW e.v.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dennis1999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.