Les 1 Kansberekeningen
Gemiddelde: alle cijfers bij elkaar / aantal cijfers
Mediaan: Middelste cijfer in de geordende lijst
Modus: Meest voorkomende cijfer
Variantie: (x-gem)rijtje totaal / aantal cijfers
Standaarddeviatie: De wortel van de variantie
Berekenen spreiding (bij Standaardnormale verdeling): (X-Gemiddelde)/Standaarddeviatie
Uitkomst van vorige som opzoeken in Z-tabel
Bij een normale verdeling is het gemiddelde 0
Les 2 Populatiegemiddelde
Steekproefgemiddelde (onbekende populatie gemiddelde)
Eerst een lijst maken met (x) (x-X) en (x-X)^2
Variantie: alles van de rij (x-X)^2 / (aantal getallen -1)
Standaarddeviatie: Wortel van variantie
Standaardfout: Standaarddeviatie / (de wortel van n)
Spreiding= Gem -/+ (T-verdeling x Standaardfout)
Populatiefracties
Standaardfout bij populatiefracties: Wortel van: Px(1-P) /N
P is het procent mensen die het goed vinden of te wel voor zijn
Betrouwbaarheidsinterval: P+/-(Z x standaardfout)
Optimale steekproefomvang
N>(Z^2/Maximale breedte^2)
Waarbij Z het betrouwbaarheidspercentage is en de maximale breedte wordt gegeven. N is het
antwoord.
*** In de berekening altijd 3 decimalen behouden ***
Les 3 Controlekaarten
X-kaart: Hier kijk je of het product voldoet aan de eisen. Of het ‘technisch beheerst’ is.
LCLX= Gem.-3x(SA/Wortel van N)
UCLX=Gem+3x(SA/Wortel van N)
De R-kaart: Wordt als eerst gemaakt. Kijken is het product ‘statistisch beheerst’.
(middelste lijn) CWR: d x SA
LCLR: D1 x SA
UCLR: D2 x SA
De X-kaart en R-kaart bij een onbekend gemiddelde en standaardafwijking
Eerst per steekproef het gemiddelde. De Max. en Min. En de R dat is het verschil tussen de max en
min.
Dan neem je het gemiddelde van de gemiddeldes dat is X met 2 streepjes erboven.