Summary
Samenvatting PATHO I: neurologie
- Course
- Institution
een begrippenlijst met belangrijke termen van het thema neurologie
[Show more]
Seller
Follow
serafineverbeke
Content preview
Begrippen pathofysiologie: deel 3Neurologie
8. Introductie tot cellen en opbouw van het zenuwstelsel
Zenuwstelsel Is een communicatie- en controlenetwerk dat
het organisme toelaat snel en aangepast te
reageren op zijn omgeving, zowel de externe als
de omgeving als de interne omgeving.
Externe omgeving De wereld buiten het lichaam
Interne omgeving De eigen lichaamsweefsels en constituenten
Somatisch deel vh zenuwstelsel Staat vooral in voor de bewuste uitvoerende
functie (voornamelijk het spierstelsel)
Het autonome deel vh zenuwstelsel Staat vooral in voor de onbewuste uitvoerende
functie (bv. regelen van hartritme, ademhaling,
doorbloeding,…)
Het centraal zenuwstelsel (CZS) De hersenen en het ruggenmerg (onderdeel van
het zenuwstelsel)
Het perifeer zenuwstelsel (PZS) Bestaat uit uittredende zenuwen en ganglia die
alle leden van het lichaam bezenuwen en de
interface (= schakel) vormen tussen de
omgeving en het CZS
Neuronen Zenuwcellen bestaande uit een cellichaam,
neurieten
Genereren signalen naar andere
neuronen of effectorcellen
Gliale cellen Neuroglia, zenuwlijm
Steunelementen in het zenuwstelsel +
complexe impact op goede werking
Synaps Het punt van contact tussen neuronen of
andere cellen waar signaaloverdracht op
elektrische of chemische wijze kan plaatsvinden
Cellichaam = perikaryon of soma
Neurieten Een variabel aantal uitsteeksels uitgaande van
het cellichaam dat voorkomt als axonen of
dendrieten
Cellichaam Bevat alle nodige bestanddelen voor de goede
werking van het neuron + ontvangt ook
synaptische input
Synaptische input Elektrische, chemische signalen van andere
neuronen
Dendrieten Zijn georganiseerd in een zogenaamde
dendritische boom, dewelke van neuron tot
neuron erg wisselend is in aantal, vertakkingen
en spatiële organisatie.
Ze dienen zoals antennes van het neuron om
inkomende informatie te ontvangen.
Dendritische spines Kleine paddenstoelachtige uitstulpingen op
, dendrieten en zijn gespecialiseerd in synaptisch
contact van excitatoire signalen
Axon Is een extensie van het cellichaam die het
celsignaal zal overbrengen naar andere
neuronen of cellen onder de vorm van een
actiepotentiaal.
Elk neuron heeft slechts 1 axon.
Axonheuvel = proximale segment van het axon; plek waar
het actiepotentiaal wordt gegenereerd
Myelineschede Zit al dan niet in een axon en zorgt voor een
snellere overdracht van elektrische signalen
Anaxonische neuronen (structureel) Neuron dat geeft axon heeft
Multipolaire neuronen (structureel) Neuronen dat 3 of meer uitsteeksels hebben op
hun soma en maken 99% vd neuronen in ons
zenuwstelsel uit
Bipolaire neuronen (structureel) Neuronen met 2 uitsteeksels: een axon en een
dendriet (komen bv voor in de retina en de
geurzenuw)
Unipolaire neuronen (structureel) Neuronen met één kort uitsteeksel dat opsplitst
in twee of meer vertakkingen. (bv
ganglioncellen vh PZS met efferente en
afferente uitloper)
Efferente uitloper Centrale uitloper
Afferente uitloper Perifere uitloper
Sensoriële neuronen (functioneel) Gevoelige op “input”-neuronen, geleiden de
stimuli naar het CZS en worden daarom ook
aanvoerende neuronen genoemd
Motorische neuronen (functioneel) “output”-neuronen, geleiden prikkels vanuit het
CZS naar de effectoren en worden daarom
afvoerende neuronen genoemd
Interneuronen, schakelneuroen (functioneel) Zorgen voor soms zeer complexe schakelingen
tussen o.a. sensoriële en motorische neuronen
Walleriaanse degeneratie Axonen sterven af als ze worden losgesneden
van hun cellichaam
Axonaal anterograad transport Transport van het cellichaam naar het
axonuiteinde gebeurt door kinesines en is
belangrijk voor de aanvoer en het onderhoud vd
synaptische machinerie
Retrograad axonaal transport Transport vh axonuiteinde naar het cellichaam
door dyneïnes. Dit voert synaptische vesikels af
voor lyosomale verwerking.
Gliale cellen De belangrijkste niet-neurale component van
het zenuwstelsel
Astrocyten (CZS) Zijn stervormig en helpen de micro-omgeving vh
CZS te reguleren onder fysiologische eb
pathofysiologische omstandigheden. Ze zijn
bedekt met talloze uitlopers die in contact staan
met neuronen en synapsen.
Astrogliose Litteken weefsel gemaakt door astrocyten in het
CZS
Oligodendrocyten (CZS) Vormen een myelineschede rond axonen. Dit is
, van belang voor de snelle geleiding over deze
Schwanncellen (PZS) axonen door de ionenstromen te laten
verspringen tussen korte en niet-
gemyeliniseerde onderbrekingen
Satellietcellen (PZS) Omkapselen ganglioncellen van craniale
zenuwen en dorsale wortels en reguleren hun
micro-omgeving op een gelijkaardige manier als
astrocyten
Microglia (CZS) Maken 10-15% vd czs-cellen uit en vormen een
belangrijk element van de aangeboren czs-
immuniteit. Ze spelen een rol als CZS-
macrofagen bij opruimen van beschadigde
synapsen, neuronen en pathogenen
Ependymale cellen (CZS) Bekleden de wand van de hersenventrikels en
staan in voor de aanmaak van het
cerebrospinaal vocht (CSV)
Witte stof (CZS) Regio’s in het CZS met hoge concentraties
axonen en heel weinig neuronen
Grijze stof (CZS) Regio’s met hoge concentraties dendrieten en
neuronen (let op! Axonen zijn hier ook
aanwezig)
Bestaat uit een kern en een cortex
Kern van grijze stof CSZ Een groep neuronen
Ganglion in PZS
Cortex grijze stof Bestaat uit neuronen die georganiseerd zijn in
lagen en worden meestal gevonden op het
oppervlak van het CZS
Tracti Discrete zenuwbanen in he CZS waar axonen
vaak doorlopen.
De namen van deze zenuwbanen beschrijven
vaak hun oorsprong en beëindiging
Projectiecellen Zijn neuronen die hun axon naar een andere
regio sturen en dus de oorsprong zijn van de
verschillende tracti van het zenuwstelsel
Lokale interneuronen Hebben axonen die eindigen in dezelfde neurale
structuur als hun cel van oorsprong en zijn ze
eerder betrokken bij modulatie van lokale
processen
Dorsale hoorn Bevindt zich in de grijze stof in het ruggenmerg.
Hier komt de sensore informatie binnen via de
dorsale wortel
Ventrale hoorn Bevindt zich in de grijze stof; bevat
motorneuronen waarvan de axonen via de
ventrale wortel de motorische output leveren
Hersenstam Bestaat uit medulla oblongata, de pons, het
mesencefalon, lange tracti vanuit het
ruggenmerg en hersenkernen .
Deze structuren regelen een aantal kritische
functies (bv hartritme) + ontvangt sensorische
input en stuurt motorische output uit via
craniale zenuwen (12)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serafineverbeke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.24. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
71143 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now
Recently viewed by you
Summary ·
Project Life Cycle
Class notes ·
Double angle notes
Class notes ·
buisness law
Presentation ·
Grade 9 Map Skills
Summary ·
Samenvatting Frans
