Traumatologie en OZT traumatologie
Traumatologie van extremiteiten en bekken (2016)
4.5 Hoekstabiele plaat-schroefcombinatie
Hoekstabiliteit ontstaat wanneer de schroeven onder een vaste hoek (fixed angle) in de plaat worden
verankerd. Het principe hierachter is dat de schroefkoppen voorzien zijn van schroefdraad die zich
vastdraait in de plaat, waarvan de schroefgaten ook zijn voorzien van schroefdraad. Op die manier
ontstaat een rigide interface tussen de schroeven en de plaat en wordt het risico op uitbreken van
schroeven uit het bot sterk beperkt.
Bij axiale belasting van het bot worden de krachten van het ene fractuurfragment via de hoekstabiele
schroeven overgedragen op de plaat en vervolgens, opnieuw via de schroeven, op het andere
fragment. Door de hoekstabiliteit zal de reductie behouden blijven, zelfs bij een beenderig defect ter
hoogte van de fractuur. De richting waarin de schroeven worden geplaatst, wordt gedefinieerd door
de richting van de schroefgaten in de plaat. De schroeven volgen een vooropgestelde hoek, volgens
het design van de plaat.
Weer een andere variant is de trilocktechnologie. Bij deze techniek wordt de hoekstabiliteit
gecreëerd door wrijving tussen plaat en schroef. Hierdoor is de schroef te allen tijde eenvoudig te
verwijderen en bestaat intraoperatief nog de mogelijkheid de hoek te veranderen. De
trilocktechnologie biedt een vrije hoekkeuze van 30°.
8. Diverse soorten materialen
8.1 Schroeven
Trekschroef wordt gebruikt om fractuurfragmenten bij elkaar te houden en kan afzonderlijk of
door een plaat heen ingebracht worden.
Fixatieschroef wordt gebruikt om een plaat aan het bot te fixeren.
8.1.1 Boren, meten, (tappen), schroeven
Bij elke schroef die wordt ingebracht, komen de volgende handelingen terug:
Boren.
Meten.
(tappen).
Schroeven.
De boordiameter is gelijk aan de core van de schroef.
De tapdiameter is gelijk aan de buitendiameter van de schroefdraad.
De schroefdraad wordt ook wel spoed of schroefwinding genoemd.
Schroefdraad = de ribbels op de schroef. Figuur 1
schroefdraad, dus
Tappen = het snijden van schroefdraad in een geboord gat. bovenste gedeelte
,Boorbus/weefselbeschermer/beschermhuls/boorgeledier/taphuls huls die de boor of tap omgeeft
en die tijdens het boren of tappen wordt gebruikt.
Figuur 2 boorbus met kraak Figuur 3 boorbus zonder kraag
De diameter van de boorbus/taphuls correspondeert met de diameter van de boor of tap.
Er zijn twee soorten boorbussen:
- Getande boorbus wordt gebruikt bij het plaatsen van een afzonderlijke schroef; de tanden
zorgen voor grip op het bot.
- Ongetande boorbus wordt gebruikt bij een plaatfixatie. Een getande boorbus zou de plaat
beschadigen en zo vroegtijdige corrosie veroorzaken, wat de plaat verzwakt.
Dubbele boorbus = boorbussen die bijvoorbeeld aan één zijde een diameter van 3,2 mm en aan de
andere zijde een diameter van 4,5 mm hebben, zodat maar één instrument nodig is voor beide
diameters.
Er dient door de proximale en de distale cortex geboord te worden, zodat de in te brengen schroef
voor een goede fixatie in beide cortices zorgt.
Boren dienen tijdig vervangen of geslepen te worden, zodat men er zeker van kan zijn dat de boor
scherp is.
Het gebruik van een botte boor geeft extra hitteontwikkeling, omdat daarmee langer geboord moet
worden voordat men door het bot heen is. Hierdoor kan eerder necrose van het bot optreden, wat
de fractuurgenezing negatief kan beïnvloeden. Ook kan de schroef door de eerdergenoemde necrose
los gaan zitten. Bij een temperatuur hoger dan 54 °C, die al snel bereikt wordt tijdens het boren,
treedt altijd necrose van het bot op.
Om dit te voorkomen, wordt tijdens het boren gekoeld met fysiologisch zout. Dit koelen is een taak
van de instrumenterende of assisterende.
Het meten van het geboorde gat gebeurt met een meetapparaat of dieptemeter. Voor een
nauwkeurige meting, eventueel onder röntgencontrole, moet het uiteinde van het meetapparaat net
achter de distale cortex gehaakt worden.
Omdat de schroeflengte oploopt met even getallen, is het soms nodig dat de gemeten lengte wordt
afgerond. Er wordt naar boven afgerond, omdat bij een afronding naar beneden de kans bestaat dat
de schroef niet goed aangrijpt in de distale corticalis.
Een tap snijdt de schroefwindingen.
Het tappen dient na het meten te gebeuren.
Het haakje van het meetapparaat kan de schroefwinding die door de tap is gesneden beschadigen.
De tapwinding correspondeert met de schroefwinding.
Omdat de schroefwindingen van de cortex- en spongiosaschroeven verschillen, kennen die
schroeven een eigen tap; deze tappen mogen niet verwisseld worden.
, Tijdens het tappen komt er snijdebris (botslijpsel) vrij. Een goede tap neemt dit snijdebris bij het
terugdraaien mee. Of er getapt wordt, is afhankelijk van de hardheid van het bot en het type schroef.
Alle schroeven zijn tegenwoordig zelftappend, waardoor het tappen vrijwel altijd achterwege gelaten
kan worden; spongiosaschroeven zijn de uitzondering.
AO-schroeven zijn verkrijgbaar in een stardrive of in een
hexagonale (een zeskantige inbuskop) uitvoering.
De schroeven kunnen handmatig worden ingebracht met
een inbusschroevendraaier of machinaal met een
boormachine met inbuskoppelstuk, ook wel stift genaamd.
Dit hangt af van de situatie. Een trekschroef bijvoorbeeld
wordt altijd handmatig geplaatst, maar bij het vullen van
een plaat kan men kiezen voor machinaal inbrengen.
Als de schroeven met een boormachine geïntroduceerd
zijn, worden ze altijd nog handmatig nagedraaid, omdat de
operateur op deze manier tactiele informatie krijgt over de Figuur 4 AO-schroeven
grip van de schroef en, in geval van een LCP-schroef, de schroef niet te vast in de plaat komt te zitten.
AO-schroeven hebben een schroefkop met een bolronde ofwel hemisferische onderkant. Dit geeft
een beter contact met het bot of de plaat ten opzichte van schroeven met een schroefkop met platte
onderkant. Door de vorm van het gat in de plaat is het contact van de schroef met de plaat optimaal.
Deze plaat is aangepast aan de vorm van de schroefkop.
A = schroef met platte onderkant
B = basis OA-schroef
Figuur 5 onderkant van de schroefkop
Figuur 6 Ring die het draagoppervlak van de schroefkop vergroot en zo voorkomt dat de schroefkop door de cortex breekt
Bij het plaatsen van een losse trekschroef, dat wil zeggen zonder plaat, kan een losse ring om de
schroef aangebracht worden. Deze ring vergroot het draagoppervlak van de schroefkop en voorkomt
dat de schroefkop door de cortex breekt. De platte zijde van de ring wordt tegen het bot geplaatst;
de andere zijde heeft een uitsparing waarin de bolronde onderkant van de schroefkop verzinkt. Men
kan ook de kopfees/kopverzinker gebruiken om de krachten beter over het bot te verdelen.
Elke schroef die wordt geplaatst, veroorzaakt een devitalisatie en dus verzwakking van het bot.
Daarom wordt altijd een zo klein mogelijk aantal schroeven ingebracht.
8.1.2 Corticalisschroeven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NinaScholten4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.