Centrale zenuwstelsel → Het deel van het zenuwstelsel dat ligt ‘’binnen een benig
omhulsel’’ → Hersenen en ruggenmerg. Zenuwcellen (neuronen) liggen voornamelijk in dit
deel.
Animaal – Autonoom
Animaal → Met de wil te beïnvloeden /binnen bewustzijn
Autonoom → Buiten de wil.
- (ortho)sympatisch
- Parasympatisch
Motorisch – sensorisch
Motorisch → Stuurt spieren aan.
Sensorisch → Neemt waar
- Sensibel: Gaat uit van de huid. Voorbeeld: tast, warmte, koude pijn.
Afferent – Efferent
Afferent → Van perifeer naar centraal (Hand naar hersenen)
Efferent → Van centraal naar perifeer. (Hersenen naar hand)
Cellen zenuwstelsel
- Neuronen
- Gliacellen → Ondersteunen het hersenweefsel door te zorgen voor stevigheid en ze
maken isolatielaag myeline. Daarnaast ruimen gliacellen dode of kapotte cellen op en
zijn ze betrokken bij het in standhouden van de bloed-hersen barrière.
o Oligodendrocyten
o Microgliacellen
o Astrocyten
o Ependymcellen
,Gliacellen
- Astrocyt
o Steun
o Regelen ionenconcentratie
o Opruimen neurotransmitter
o Bloed hersenbarrière
- Oligodendriet → Vormen myelineschede
- Microgliacel → Fagocytose (opruimen dode of kapotte cellen)
- Ependymcellen
o Vormen de binnenbekleding van hersenholtes en centrale ruggenmergkanaal.
o Voeding
o Vorming liquor cerebrospinalis
Bloedhersenbarrière
- Astrocyten vormen samen met endotheelcellen van de haarvaten de
bloedhersenbarrière.
- Verbinden de neuronen met de capillairen.
- Bloedhersenbarrière laat vet oplosbare stoffen door, andere stoffen selectief.
- Cytostatica en sommige antibiotica passeren niet.
- Drugs en alcohol passeren de bloedhersenbarrière wel.
Astrocytoom → Een hersentumor die is ontstaan uit astrocyten, stervormige cellen die als
het ware het dragend weefsel van de hersenen vormen. Astrocytomen zijn kwaadaardige
tumoren.
- Een Klasse IV astrocytoom is de meest voorkomende vorm van hersentumoren. Na
behandeling overlevingsduur van gemiddeld 37 weken.
Actiepotentiaal
Soorten neuronen:
- Sensorische neuronen
- Motorische neuronen
- Schakelneuronen (schakelen tussen verschillende neuronen in)
Aan wie/wat geven neuronen hun signaal door?
- Andere neuron
- Spier
- Klier
Wat heb je nodig voor signaaloverdracht → Neurotransmitters (signaalstoffen)
Impulsvorming / actiepotentiaal
Om te communiceren via de zenuwen is een actiepotentiaal nodig.
- Om een actiepotentiaal te vormen moeten veranderingen optreden in
membraanpotentiaal.
- In zenuw duurt het actiepotentiaal 0,02 seconden.
- Actiepotentiaal heeft altijd zelfde verloop (duur en sterkte)
,Het membraanpotentiaal → Het ladingsverschil over het membraan
- Binnen de cel is een overschot aan negatieve lading (eiwitten)
- Binnen de cel kalium het hoogst.
- Buiten de cel natrium het hoogst.
- Neuronen hebben een membraanpotentiaal van -70 mV.
- Na+ /K+ pomp.
Impulsvorming zenuwcel (excitatie)
- Rustpotentiaal
- Extern signaal
o Chemisch (transmitterstof)
o Fysisch (bijvoorbeeld licht op netvlies)
- Invloed op → ionenkanalen (meestal Na+)
Drempelwaarde → -55mV
Samenvatting actiepotentiaal.
Sterkte van het signaal wordt bepaald door de frequentie van het actiepotentiaal → Meer
actiepotentialen is meer pijn waarneming.
De prikkelsterkte komt tot uitdrukking in de frequentie van actiepotentialen (niet in hoogte).
Actiepotentiaal is altijd hetzelfde.
Wanneer de drempelwaarde niet wordt bereikt (sublimale prikkel) dan geeft dit geen
actiepotentiaal. Wanneer een stimulus/prikkel het membraanpotentiaal verschuift van -70
naar -66 mV → Geen actiepotentiaal.
Zonder myelineschede:
Omdat natrium naar binnen gaat wordt bij de buurman ook de drempelwaarde bereikt
waardoor daar ook het natrium naar binnen gaat enzovoort.
Met myelineschede:
De bolletjes van de myelineschede geleiden niet.
Het actiepotentiaal springt naar het volgende onbedekte stukje (knopen van Ranvier).
Het actiepotentiaal springt van knoop naar knoop. (Saltatorische geleiding)
Hoe dikker de myeline schede hoe sneller de impulsgeleiding.
Impulsgeleidingsnelheid
- Dikte vezel
- Wel of geen Myeline
- Na het 3e levensjaar zijn alle lange vezels gemyeliniseerd.
- Bij MS → Auto-immuniteit tegen myelinemantel (immuunsysteem vallen de myeline
schede aan).
Hoe dikker de vezel hoe hoger de geleidingssnelheid.
Saltatorische geleiding → Sprongsgewijs.
Knopen van Ranvier versterken actiepotentiaal, tussen de knopen zeer snelle geleiding.
Er zijn verschillende groepen vezels met elk een andere geleidingssnelheid.
Onderstaand tabel weten voor de toets, met name de omcirkelde.
Lidocaïne
- Lidocaïne blokkeert alle natriumkanalen. → Er kan geen actiepotentiaal ontstaan.
- Werkt beter op ongemyeliniseerde zenuwen, tast en motorische innervatie blijft dus
(gedeeltelijk) intact). → Werkt dus het beste op de C-vezels. Het is dus afhankelijk
van de dikte van de myeline schede hoe snel het werkt.
- Werkt ook als aritmicum door invloed op de SA-knoop.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller matthijs_dik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.