100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Colleges 8 t/m 11 Geschiedenis van opvoeding en onderwijs PABAP043 (uitgetypt + aantekeningen) $3.26   Add to cart

Class notes

Colleges 8 t/m 11 Geschiedenis van opvoeding en onderwijs PABAP043 (uitgetypt + aantekeningen)

 26 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Geschiedenis van opvoeding en onderwijs aan de RUG. Colleges uitgetypt en aantekeningen van de docent eraan toegevoegd.

Preview 3 out of 26  pages

  • June 14, 2020
  • 26
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • 8 t/m 11
avatar-seller
College 8 – zorg voor kind en gezin in 20e eeuw (H6 en H7)

Zorg voor kind en gezin ca. 1900-1965 wordt bekeken onder 2 noemers:
- Confessioneel zedelijkheidsoffensief: binnen verzuild bestel. Alle activiteiten van de
confessionelen die gericht zijn op het bevorderen van het christelijke gezinsleven.
A.Zedelijkheidswet 1911
B. Demografische tweedeling (gevolg van tweedeling)
C. Confessionele gezinspolitiek
 van 1913 tot 1994 hebben de confessionelen altijd deel uitgemaakt van de regeringen en
zo hebben ze altijd een duidelijke stempel op de Nederlandse samenleving kunnen drukken
- Burgerlijk beschavingsoffensief (begin 19e eeuw): gericht erop om de lagere
bevolking te beschaven. Voortgezet via andere kanalen: focus op gezondheid en
welzijn van kinderen(dus niet meer nadruk op schoolbezoek want dat wordt geregeld
door de leerplichtwet en het gaat ook niet meer over het bestrijden van de arbeid
van kinderen en moeders). Hieronder 3 verschillende zorgarrangementen:
A.Zuigelingenzorg
B. Kinderkolonies
C. Zorg voor ‘onmaatschappelijke’ gezinnen.
 Sommige thema’s moet je zelf bestuderen

Confessioneel zedelijkheidsoffensief
• Doel: christelijk huwelijks- en gezinsleven bevorderen
 Dat betekent/kenmerken:
 Seks alleen binnen het huwelijk en daarbuiten niet
 Geen bewuste geboorteregeling
 Moeder thuis en dus geen arbeid buiten huis
 Kinderen moeten naar de protestante-christelijke of katholieke school
 de opvoeding moet volgens de eigen orthodoxe protestantse dan wel
katholieke leer gebeuren  vele mate strenger  ze gaan hun eigen
pedagogiek vormen
• Was erg succesvol: Nederland ca. 1880-1965 ‘morele natie’ = dat wil zeggen dat
Nederland in vergelijking met omliggende landen relatief weinig prostitutie, weinig
buitenechtelijke geboorte, weinig echtscheidingen, geen arbeid van gehuwde
vrouwen en relatief veel geboorten per gehuwde vrouw  huwelijksvruchtbaarheid
hoog.
• Middelen:
– Eigen confessionele, verzuilde organisaties  op alle terreinen (werk,
zuigelingenzorg, school, ziekenhuizen etc.)
– Zedelijkheids- en gezinspolitiek  kunnen doorvoeren in wetten

Confessionele zedelijkheids- en gezinspolitiek
a) Zedelijkheidswet 1911 verbood:
– Bordeel houden (-2000  tot toen tot kracht gebleven)  waarom niet
gewoon prostitutie? De christelijke begrepen goed dat vrouwen het deden uit
armoede en niet uit slechtheid dus verboden ze dat niet want dan moesten ze
naar gevangenissen en dat wilde ze niet dus verboden ze het bordeel houden
(mensen die er financieel van genoten). In 2000 veranderd want toen wilde ze

, juist het erkennen dat prostituees bestaan en wilden ze juist bescherming
bieden.
– Pornografie en ontucht met minderjarigen  was al verboden maar
bepalingen werden aangescherpt
– Verspreiding middelen tot geboortebeperking (-1969)  werd verboden van
condooms en dergelijken maar het bezit ervan niet.

a) Demografische tweedeling: ca. 1880-1965 confessionelen // liberalen + scoiaal-
democraten= Nederland stond demografisch gezien uit 2 delen. Je had confessionele
gezinnen die erg groot waren en liberaal + sociaal democratische gezinnen en die
waren klein. Dus een gemiddelde was betekenisloos deze tijd want er waren 2
verschillende werelden.
Omvang huishouden / gezin (gemiddeld)
1. Groei na 1870 door daling
 sterfte, m.n. zuigelingensterfte, door betere hygiëne ( levenstandaard
sinds 1860 omhoog) 
 dit is de eerste fase van de demografische transitie
 Ook gaat de huwelijksleeftijd dalen  gebeurt vanaf late 19e eeuw  het
beeld was eerst dat mannen een ambachtsman moesten worden maar door
de industrialisatie verdwijnt dat perspectief en gaan steeds meer mensen in
loondienst  geen verwachtingen meer dus zin meer om te wachten met het
huwelijk. Wanneer je geen geboorteregeling toepast komen er meer
kinderen.
Zuigelingensterfte (sterfte 0-1 jaar) per 1000 levend geborenen
1870 210 1 op de 5
1908 136 1 op de 7
1930 40 1 op de 25
1970 12 1 op de 83



2. Krimp na 1900 door daling van geboorten
 Na 1881 middelen van de Nieuw Malthusiaansche Bond (meer
betrouwbare middelen zoals condooms enz.): alleen liberalen en socialisten =
ze gaan wel geboorteregeling toepassen en een deel van de orthodoxere
protestantse gaan dit ook doen. Dus de beweging van krimp wordt hoger dan
de beweging van groei.
 Maar na 1911 waren zulke middelen verboden
 1970 kwam de pil (in het ziekenfondspakket)
 door deze middelen kwamen er steeds kleinere gezinnen (2/3 kinderen)
 Dus demografische transitie in 2 fasen

Gemiddelde aantal kinderen per compleet huwelijk *1919-1929) van bruiden <25 jaar naar
godsdienst

Rooms katholiek 5,3
Gereformeerd 4,8

, Ned. Hervormd 3,5
Onkerkelijk 2,8

Die grote gezinnen waren vooral in de jaren 50 en jaren 60. En kindersterfte maakte geen
onderscheid per religie dus de daling van kindersterfte bleef die door gaan. Deze daling was
sloeg echt toe in jaren 50/60 waardoor sommige katholieke gezinnen extreem grote
gezinnen kregen

Periodieke onthouding als enige toegestane methode van geboorteregeling voor katholieken
vanaf jaren ’30  deel van de maand geen seks  minder kinderen  werkte helaas niet

Gezin 1965 – einde verzuiling, einde demografische tweedeling
Begrippen (vindt ze dat wij moeten kennen):
- Zuigelingensterfte  uitgedrukt per 1 op 5 per 1000
- Kindersterfte per 1000
- Huwelijksvruchtbaarheid per 1000
- Geboortecijfer per 1000

Confessionele zedelijkheids-en gezinspolitiek – vervolg
C) Congessionele gezinspolitiek bevorderde invoering van:
- Kinderbijslag vanaf 2 kinderen (1939); voor elk kind (1963) (als je kind hebt
dan krijg je wat geld van overheid)  inkomensafhankelijk
- Verplicht ontslag huwende ambtenares (1925-1956) (vrouwen werden
automatisch bij huwelijk ontslagen)


Het moderne gezin: het kleine gezin, vol affect (liefdevol tussen man en vrouw en met
kinderen)  nieuwe versie:

Het postmoderne gezin na 1965
• Seksuele Revolutie 1965: loslaten anti seksuele, christelijke moraal + ontstaan
alternatieve leefvormen  voortaan seks wanneer je wil en niet beperkt tot huwelijk
en mag ook homoseks zijn etc. Ook wordt ongehuwd samenleven geaccepteerd.
1) Secularisering: 1971-1985 verdubbeling onkerkelijkheid (24% - 49%) – ontzuiling 
kerken lopen hard leeg
2) Individualisering: 1970-1980 2,5 x zoveel echtscheidingen (10% - 24%)
3) Vrouwenemancipatie: na 1980 gehuwde vrouw gaat werken (parttime)


Intermezzo: zorg voor kind en gezin 20e eeuw professionalisering (steeds meer professionals
betrokken bij de zorg voor kind): 3 varianten
1) Pedagogisering: toenemende invloed van pedagogen en/of hun expertise op
kinderen en gezinnen
2) Medicalisering: toenemende invloed van artsen en/of hun expertise op....
3) Psychologisering: toenemende invloed van psychologen en/of hun expertise (b.v.
tests) op....

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller piendulack. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26  2x  sold
  • (0)
  Add to cart