In deze samenvatting is de stof uit het boek 'Basisboek Bedrijfseconomie' voor tentamen Financial Accounting van de studie Tourism Management jaar 1 samengevat.
De samenvatting bevat: H1.5, H3.1, H3.2, H6.4, H9.
Les 1
3.1 Investering en financiering
De productiemiddelen worden in het bedrijfseconomische jargon ‘activa’ (assets) genoemd.
Onderscheid tussen:
Vaste activa bewijzen gedurende langere tijd (meer dan een jaar) hun diensten aan de onderneming.
Vlottende activa ontstaan en gaan teniet binnen een jaar.
De activa dienen gefinancierd te worden; er verstrijkt tijd tussen het moment van aanschaf en het
moment dat, door de inzet ervan in het bedrijfsproces, ontvangsten ontstaan uit de verkoop van de
door de onderneming geproduceerde goederen of diensten.
Vaste activa -> duurt meerdere jaren
Vlottende activa -> minder dan een jaar
Financiering met eigen vermogen of met vreemd vermogen
Eigen vermogen (= risicodragend vermogen, omdat de grootte van de winst afhankelijk is van allerlei
onzekerheden) is ter beschikking gesteld door de eigena(a)r(en) van de onderneming.
Bijvoorbeeld: spaargeld of stortingen door aandeelhouders.
Aangezien eigen vermogen ter beschikking kan worden gesteld door eigenaren, zijn er aan de
vertrekking ervan zeggenschapsrechten in de onderneming gekoppeld. Kenmerkend is dat het voor
onbepaalde tijd ter beschikking van de onderneming is gesteld.
‘Voor onbepaalde tijd’ wil niet zeggen dat eigen vermogen niet terugbetaald kan worden; er zijn
echter vooraf geen afspraken gemaakt over het moment van terugbetaling. De beloning voor het ter
beschikking stellen van eigen vermogen is de winst die de onderneming creëert ten behoeve van de
eigenaren. Het is aan de eigenaren om te bepalen of ze deze winst ook daadwerkelijk uitgekeerd
willen zien, of dat ze beslissen tot reservering, waardoor ze in feite aanvullend eigen vermogen ter
beschikking stellen.
Vreemd vermogen (=risicomijdend vermogen) is ter beschikking gesteld door schuldeisers. Er zijn
geen formele zeggenschapsrechten aan verbonden. Vreemd vermogen is tijdelijk vermogen en er zijn
van tevoren afspraken gemaakt over de terugbetaling. Er wordt op leningen een vaste rente vergoed,
onafhankelijk van de hoogte van de winst van de onderneming.
In geval van faillissement van de onderneming krijgen de vreemdvermogenverschaffers hun geld
terug voordat de eigenvermogenverschaffers aan bod komen.
Eigen vermogen Vreemd vermogen
Ter beschikking gesteld door Eigenaren Schuldeisers
Duur terbeschikkingstelling Onbepaalde tijd Tijdelijk
Vergoeding Afhankelijk van winst Normaliter vast
Karakter Risicodragend Risicomijdend
1
, Les 2 en 3
3.2 Balans en resultatenrekening
Een balans is de confrontatie van de waarde van de productiemiddelen waarin de onderneming
geïnvesteerd heeft en de manier waarop deze investeringen zijn gefinancierd.
De balans heeft normaliter een t-vorm, waarbij aan de linkerzijde (de debetzijde) de investeringen
opgesomd staan en aan de rechterzijde (de creditzijde) de financiering.
Aangezien elke euro aan investering op de een of andere wijze gefinancierd moet zijn, is een balans
per definitie in evenwicht.
Vaste activa zijn duurzame productiemiddelen.
De vlottende activa zijn minder dan een jaar verbonden aan de onderneming.
Het eigen vermogen van een onderneming is gelijk aan het verschil tussen de waarde van de activa
en de waarde van de schulden.
De winst kan bepaald worden door na te gaan wat de toename van het eigen vermogen over een
periode geweest is. Daartoe dienen dus twee balansen te worden opgemaakt: een aan het begin van
de periode en een aan het eind van de periode.
Een resultatenrekening is de confrontatie van de opbrengsten en kosten in een periode.
De opbrengsten in een periode hoeven niet samen te vallen met de ontvangsten. Opbrengst (omzet)
wordt genomen in de periode waarin de onderneming prestaties ten behoeve van de klanten heeft
verricht, ongeacht of deze prestaties ook al tot betaling in de betreffende periode hebben geleid.
De kosten in een periode zijn eveneens niet automatisch gelijk aan de uitgaven in die periode.
Aflossingen op vreemd vermogen worden niet in de resultatenrekening opgenomen, omdat ze niet
leiden tot een verandering in het eigen vermogen; tegenover de afname van de activa wegens
uitgave voor de aflossing staat immers een even grote afname van het vreemde vermogen.
6.4 Liquiditeitsbeheer
Liquide middelen (kasgeld, banksaldi) worden door de onderneming aangehouden om betalingen te
kunnen doen. Als de onderneming niet over voldoende liquide middelen beschikt, kan ze haar
betalingsverplichtingen niet nakomen ( faillissement).
Nadelen van het aanhouden van liquide middelen:
Het veroorzaakt een vermogensbehoefte die moet worden gefinancierd.
De investering van vermogen levert in liquide middelen op zich niet of nauwelijks inkomsten
op.
Het liquiditeitsbeheer (cash management) dient er dus op gericht te zijn juist voldoende liquide
middelen aan te houden en zeker niet meer.
In het algemeen kunnen er drie motieven zijn voor het aanhouden van liquide middelen:
1. Het transactiemotief houdt in dat men een voorraad liquide middelen aanhoudt om de voor
de continuïteit van het productieproces benodigde uitgaven te kunnen doen.
2. Het voorzorg motief houdt in dat men en extra voorraad liquide middelen aanhoudt in
verband met de onzekerheid ten aanzien van de grootte en het rijdstip van de uitgaven en
ontvangsten. Zodoende komt men niet in de problemen bij een plotselinge optredende
onvoorziene uitgave.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayleighveerman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.