Alle onderwerpen van het fysiotherapeutisch handelen komen aan bod. Periode 3 van het eerste jaar. Zo komt artrose, reumatoïde artritis, nek en rugklachten, enz. voor aan bod. Alle informatie komt vanuit de KNGF richtlijnen vandaan.
Inhoudsopgave
Periode 1.3 Fysiologisch handelen.........................................................................................................3
Week 1...................................................................................................................................................4
Lage rugpijn en nekpijn - diagnostiek en behandeling........................................................................4
Werkgroep FH-2 Functie-onderzoek Lumbale wervelkolom..............................................................9
Werkgroep FH-2 behandeling aspecifieke lage rugklachten.............................................................11
Werkgroep 4 onderzoek aspecifieke nekklachten............................................................................14
Week 2 FH5 artrose heup en knie – diagnostiek en behandeling.........................................................16
FH6 artrose heup en knie – risico- en prognostische factoren.........................................................19
Werkgroep FH 7 diagnostiek- heup en knie......................................................................................21
Werkgroep FH8 onderzoekstechnieken en mobilisatie heup...........................................................24
Week 3 FH11 richtlijn artrose heup-knie..............................................................................................27
FH12 heup en knieprothese.............................................................................................................28
Leerdoelen............................................................................................................................................28
Werkgroep FH 13..............................................................................................................................32
Werkgroep FH 14 totale heup- en knieprothese, post-operatieve fase............................................38
Week 4 FH 17 RA onderzoek en voorlichting........................................................................................39
FH 18 revalideren in het water.........................................................................................................39
FH20 RA behandeling.......................................................................................................................39
FH15 RA diagnostisch proces............................................................................................................40
FH16 RA diagnostisch proces............................................................................................................43
Klinisch redeneren RA.......................................................................................................................44
Tijdens video college RA week 4.......................................................................................................46
Week 5 FH 24 diagnostiek frozen shoulder..........................................................................................47
FH 25 diagnostiek subacromiaal pijnsyndroom................................................................................56
FH 21 diagnostiek frozen shoulder...................................................................................................61
FH22 diagnostiek subacromiaal pijnsyndroom.................................................................................63
FH 23 behandeling frozen shoulder en subacromiaal pijnsyndroom................................................67
Week 6 FH 27 belasting-belastbaarheid: overbelasting........................................................................68
FH28 anterieure kniepijn – tendinopathie........................................................................................71
FH 29 diagnostiek jumpers knee.......................................................................................................74
FH 30 diagnostiek epicondylalgie.....................................................................................................78
FH 31 behandeling jumpers knee en tenniselleboog........................................................................82
Week 7 FH 34 diagnostiek enkelregio...................................................................................................84
FH 35 behandeling tendinose...........................................................................................................87
, Klinisch redeneren 3.........................................................................................................................91
FH 36 Tendinosis achillei met partiële ruptuur, gipsimmobilisatie na een operatie.........................97
Week 8 Werkgroep...............................................................................................................................98
,Periode 1.3 Fysiologisch handelen
Introcollege
1. Wat betekent hypothetico-deductief?
2. Waar denk je aan bij ‘degeneratie’? Wat zijn je hypothesen op het niveau
van functies en activiteiten??
Dit is het achteruitgangsproces. Er wordt verwacht dat de reactietijd, kracht
en balans achteruit gaan bij het ouder worden.
3. Wat is een impingement?
Bij een impingement syndroom wordt weefsel dat zich onder het
schouderdak bevindt ingeklemd tussen de schouderkop en het
schouderdak. De pijn die hierdoor ontstaat wordt voornamelijk gevoeld bij
het heffen van de arm.
4. Wat is de relatie tussen impingement en degeneratie?
5. Wat is een frozen shoulder?
Een frozen shoulder begint met pijn in de schouder, die steeds erger wordt. Deze pijn komt
door een ontsteking binnenin het gewrichtskapsel (het bindweefsel dat om een gewricht zit). In
de loop van enkele weken tot maanden kun je je schouder steeds minder goed bewegen,
doordat het gewrichtskapsel verstijft. De schouder raakt als het ware ‘bevroren’. Deze
verstijving kan in alle richtingen voorkomen, maar we spreken pas over een frozen shoulder
als je in ten minste drie richtingen minder goed kunt bewegen.
6. Wat is het verschil tussen tendinosis, tendinitis and tendinopathie?
Tendinosis is verzwakking van de pees. Tendinitis is een ontsteking van de pees.
Tendinopathie zijn afwijkingen aan de pees.
7. Wat is een jumpers knee?
Tussen het scheenbeen (onderbeen) en de knieschijf zit de pees van de bovenbeenspier. Die
pees houdt de knieschijf op zijn plaats.
Deze ‘knieschijfpees’ kan geïrriteerd raken. De irritatie zit meestal op de plek waar de pees
vastzit aan de onderrand van de knieschijf. Omdat deze blessure vaak ontstaat door springen,
heet het een springersknie.
8. Rheumatoid arthritis (RA) is een auto-immuunziekte. Wat zijn de kenmerken van een auto-
immuunziekte?
Auto-immuun betekent dat het immuunsysteem zich tegen het lichaam zelf keert. Veel auto-
imuunziektes veroorzaken schade aan verschillende organen zoals de lever, de nier of de
longen. Ook kunnen er beschadigingen ontstaan aan uw gewrichten, huid of zenuwen.
9. Omschrijf in je eigen woorden het trainingsprincipe ‘repetition without repetition’.
Je kan dezelfde beweging niet nog een keer maken. Het is telkens weer anders.
10. De behandeling van degeneratieve ziekten heeft een multidisciplinair karakter. Welke
disciplines en specialisten kunnen hierbij betrokken zijn?
11. Hoe interpreter je evidence based practice (EBP)?
is het uitvoeren van een handeling door een beroepsbeoefenaar op zo'n wijze dat de
uitvoering is gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en
doeltreffendheid.
Itis is ontsteking en osis is degeneratie.
Artrose (Eng: osteoarthritis) het is een chronische gewrichtsaandoening en komt vooral bij
ouderen voor omdat het een slijtage is.
Discopathie een verouderde tussenwervelschijf.
Osteoporose een chronische aandoening waarbij de botsterkte afneemt. Ook wel een poreus bot.
Het komt vooral voor bij oudere mensen.
, Reumatoïde artritis Bij reumatoïde artritis (RA) ontstaan gewrichtsontstekingen. Het is een auto-
immuunziekte.
Tendinose peesontsteking
Week 1
Lage rugpijn en nekpijn - diagnostiek en behandeling
Leerdoelen
De fysiotherapeut in opleiding (FIO) herkent:
• de regiospecifieke rode vlaggen voor lage rug- en nekpijn.
• de vragenlijsten/meetinstrumenten beschreven in de KNGF-richtlijn Lage rugpijn en de
KNGF-richtlijn Nekpijn.
• de patiëntprofielen beschreven in de KNGF-richtlijn Lage rugpijn.
• de gradaties van de Taskforce Neckpain beschreven in de KNGF-richtlijn Nekpijn.
• de specifieke testen passend bij een lumbosacraal en cervicaal radiculair syndroom.
• de behandelinterventies passend bij de patiëntprofielen/gradaties zoals beschreven in
de KNGF-richtlijn Lage rugpijn en KNGF-richtlijn Nekpijn.
Lage rugklachten Meetinstrumenten
Profielen
Profiel 1 Profiel 2 Profiel 3
Aspecifieke lage rugpijn met Aspecifieke lage rugpijn met een Aspecifieke lage rugpijn met een
een normaal beloop van afwijkend beloop zonder afwijkend beloop met dominante
herstel dominante aanwezigheid van aanwezigheid psychosociale herstel
psychosociale herstel belemmerende factoren
belemmerende factoren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ShaniaPieters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.