Begrippenlijst voor de toets Nederlands als tweede taal. Alle sleutelwoorden die aan het begin van een hoofdstuk woorden genoemd zijn hier netjes uitgewerkt in een tabel.
Hoofdstuk 1
Tweedetaalverwerving Taal oppikken in situaties waarin Nederlands wordt gesproken.
Tweedetaalleren Leren van situaties op school waarin Nederlands wordt gesproken.
NT2 Nederlands als tweede taal.
Hoofdstuk 2
Tweetaligheid Beide talen worden afwisselend besproken, afhankelijk van de omgeving, situatie
en gesprekspartner.
Taaldominantie De taal die een kind het best kan spreken, wanneer hij tweetalig opgevoed
wordt.
Taalvaardigheid De mate waarin iemand een taal goed spreekt.
Receptief/ passief De taal die een leerling begrijpt, maar zelf nog niet kan gebruiken.
Productief/ actief De taal die de leerling begrijpt en ook zelf kan gebruiken.
Stille periode Een periode waarin een kind niks zegt, maar wel actief bezig is om de taal te
leren door te luisteren.
Imitatie Het nadoen van bepaald gedrag of het na spreken van bepaalde woorden of
zinnen.
Reinforcement Het benoemen van goed gedrag om de frequentie, duur of intensiteit van het
(bekrachtiging) gedrag te doen toenemen.
Transfer Overdracht; de behavioristische theorie voorspelt dat transfer zal optreden van
T1-gewoontes naar de nieuwe te leren NT2-gewoontes.
Interferentie Het maken van fouten onder invloed van de eerste taal .
(negatieve transfer)
Interferentiehypothese Een opvatting; de verschillen voor het onderwijzen van de eerste en tweede taal,
die als leerproblemen werden gezien en onderwezen moesten worden
Tussentaal Leerlingen proberen de consequentere woordvormingsregel uit. Dat heeft tot
gevolg dat ze in de loop van de tijd vormen produceren als ik vallen, ik vielde en
ik valde. Deze vormen moeten niet gezien worden als fouten, maar als
noodzakelijke stappen om Nederlands te leren.
Universalistische Ander woord voor de opvatting; ‘universele processen ( processen die niet van
taalverwervingshypothese elkaar verschillen), taalontwikkelingsfouten die veroorzaakt woorden door de
specifieke problemen die het Nederlands kent.
Bijvoorbeeld: kinderen die eert voor verleden tijd van vallen ‘ik vallen’ gebruikt
vervolgens na een periode van ik vielde, vielte, valde of valte, weer de correcte
vorm gebruiken.
Over generalisatie Het moment dat een leerling een bepaalde regel in alle gevallen toepast.
Bijvoorbeeld; boeken, pennen, maar ook sleutelen en dakken ipv sleutels en
daken.
Creatieve constructie De leerder heeft een actieve rol in de verwerving van de verschillende regels van
het Nederlands.
De taalverwerver is geen imitator, maar een creatieve bouwer aan de nieuwe
taal.
Ontwikkelingsvolgorde Volgorde waarin elementen en regels in het Nederlands verworven worden.
Taalaanbod De taal die iemand aangeboden krijgt. Met name de aard en de hoeveelheid
taalaanbod is van groot belang.
Interactionele benadering Het taalaanbod en de interactie met moedertaalsprekende speelt volgens deze
benadering een grote rol in het tweedetaalverwervingsproces.
Outputhypothese Een hypothese van Swain die ervan uit gaat dat taal verwervers die gedwongen
worden de tweede taal te spreken, vervolgens bewuster omgaan met de
vormelijke kenmerken in het taalaanbod wat ze krijgen.
Feedback Het geven van een beoordeling, positief of negatief, op het handelen van een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juf4you. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.