Alle 6 colleges van Almere en alle 5 colleges van Zwolle zijn in dit document behandeld. Alle oefenvragen zijn uitgewerkt met de relevante literatuur erbij. De relevante literatuur is het boek Praktisch burgerlijk procesrecht van Noordhoff Uitgevers (4e druk)en het boekje executierecht van Wolters ...
Oefenvragen en antwoorden burgerlijk procesrecht
College 1
1. Het burgerlijk procesrecht heeft verschillende functies. Welke van onderstaande functies hoort
daar niet bij?
a. het voorkomen van eigenrichting;
b. het voorkomen van een gerechtelijke procedure;
c. het voorkomen van geschillen.
2. De Wet RO
a. is de Wet op de Ruimtelijke Ordening, behoort bij het bestuursrecht en bevat aldus geen
regels die van belang zijn in het Burgerlijk Procesrecht.
Wordt niet op deze manier aangeduid
b. beschrijft hoe de rechterlijke organisatie in Nederland is georganiseerd maar bevat geen
regels die van belang zijn in het Burgerlijk Procesrecht.
Het beschrijft hoe de rechterlijke organisatie in Nederland is georganiseerd en bevat OOK
regels die van belang zijn in het burgerlijk procesrecht
c. bevat onder andere regels met betrekking tot de bevoegdheid van de rechtbank in
burgerlijke zaken.
3. Een civiele procedure begint in veel gevallen met een dagvaarding: dit is het processtuk waarmee
de procedure wordt gestart door betekening daarvan aan de gedaagde. Welke stelling met
betrekking tot de dagvaarding is onjuist?
a. De dagvaarding heeft een oproepingsfunctie.
b. Art. 45 Rv is op de dagvaarding niet van toepassing.
c. De dagvaarding moet door een deurwaarder aan de gedaagde worden betekend.
Exploot artikel 45 Rv, een dagvaarding is een exploot. Dus hij is hier ook van toepassing.
De deurwaarder mag als enigste bevoegde ambtenaar de dagvaarding uitreiken. De
dagvaarding roept iemand op, dus er is sprake van een oproepingsfunctie.
4. Gerald is directeur-eigenaar van de Bouwonderneming Ge-Bouw BV. De BV is verwikkeld in een
hevige juridische strijd met een telecomprovider over een bedrag van € 14.032,– wegens facturen
voor telecomdiensten die aan Ge-Bouw BV zouden zijn geleverd. De telecomprovider heeft een
procedure gestart. In die procedure wordt Gerald bijgestaan door zijn vaste advocaat mr. W. van
Dijk. Welke stelling is juist?
a. Mr. W. van Dijk is de formele procespartij en Ge-Bouw BV is de materiële procespartij.
b. Gerald is de materiële procespartij en Ge-Bouw BV is de formele procespartij.
c. Ge-Bouw BV is zowel de formele als de materiële procespartij.
Een advocaat wordt niet bij de partijen gerekend, je behartigt de belangen van één van de
partijen.
Formele procespartij:
Materiële procespartij:
5. Welke stelling met betrekking tot de relatieve en absolute competentie is juist:
, a. Relatieve competentie gaat over de vraag welk soort rechtscollege bevoegd is.
b. Relatieve competentie ziet op de vraag in welke plaats een procedure moet worden
gevoerd.
c. Absolute competentie is sterker dan de relatieve competentie hetgeen ertoe leidt dat de
relatieve competentie onder invloed van de absolute competentie gewijzigd wordt.
Absolutie competentie: welke rechter is bevoegd?
Relatieve competentie: waar?
6. Je werkt als HBO-jurist bij een juridisch advieskantoor. In welk van de volgende zaken kunt je als
procesgemachtigde optreden?
a. Mevrouw Uiterweerd eist in een echtscheidingsprocedure partneralimentatie van € 480,–
per maand.
b. De heer Swensson wordt ontslagen en eist in de procedure die hierover wordt
gevoerd een ontslagvergoeding van € 80.000,–.
c. Mevrouw Boerrigter eist na een verkeersongeval een schadevergoeding van € 42.000,–
van de veroorzaker van het ongeval wegens het door haar opgelopen letsel.
Kartonrechter:
o Aardvordering
Huurvordering
Arbeidsvordering
o Alle vorderingen onder de €25.000
7. De substantiëringsplicht houdt in dat:
a. eiser de stellingen waarop een vordering is gebaseerd, voldoende uitwerkt en dat deze
daardoor voor de rechter voldoende substantie hebben om een oordeel te kunnen vellen.
b. zowel eiser als gedaagde verplicht zijn mede te delen over welke bewijsmiddelen zij
beschikken om hun stellingen te bewijzen.
c. op een eiser in een dagvaardingsprocedure de plicht rust om het verweer dat
gedaagde heeft tegen een vordering mede te delen in de dagvaarding.
In de dagvaarding moet het verweer van de wederpartij opnemen en waarom deze niet deugt
8. Ronny heeft in de regio Twente een bloeiende handel in luchtreinigers. Hij verkoopt deze
apparaten vanuit zijn bedrijfspand in Almelo. Hij wil zijn markt vergroten en ook in andere regio’s
verkooppunten hebben. Hij sluit daarvoor de in Amsterdam gevestigde Hannah een zogenoemde
agentuurovereenkomst (zie ook art. 7:428 BW) waarbij – kort gezegd – Hannah voor elke
koopovereenkomst die zij tussen Ronny en een klant tot stand brengt, een provisie van 10% over
de behaalde omzet ontvangt. Hannah doet goede zaken voor Ronny en op grond daarvan heeft zij
recht op provisies van totaal € 35.000,– van Ronny. Ronny betaalt echter niet uit aan Hannah. Zij
start een procedure tegen Ronny. Welke van de volgende stellingen is juist?
a. De sector civiel van de Rechtbank Almelo is bevoegd deze zaak te behandelen.
b. De sector kanton van de Rechtbank Almelo is bevoegd deze zaak te behandelen.
c. De sector civiel van de Rechtbank Amsterdam is bevoegd deze zaak te behandelen.
Bijzonder geregeld, agentuurovereenkomst bij de sector kanton.
9. Wat is een verschil tussen een procedure bij de sector kanton en de sector civiel?
, a. Bij de kantonrechter kun je ook mondeling verweer voeren en bij de sector civiel
niet.
b. Bij de kantonrechter bestaan alleen dagvaardingsprocedures en bij de sector civiel zowel
dagvaardings- als verzoekschriftprocedures.
c. Bij de kantonrechter bestaat wel verplichte procesvertegenwoordiging en bij de sector
civiel niet.
Bij de kantonrechter mag iedereen procederen
Bij de sector civiel gaat alles digitaal tot de zitten, alle verweren worden dus digitaal geleverd.
Hierdoor kan je je verweer niet mondeling verweren
10. Kelsey laat Ashley door dagvaarden wegens een zakelijk geschil dat zij hebben. De deurwaarder
reikt aan Ashley een dagvaarding uit waarin vermeld staat dat zij al over acht dagen en bijgestaan
door een advocaat in het geding dient te verschijnen. Ashley vindt dat maar vreemd: hoe kan zij
immers in zo’n korte tijd (met ook nog eens een weekend ertussen) een advocaat vinden en goed
verweer voeren. Haar vraag aan jou is of dit allemaal wel in de haak is. Wat is uw antwoord?
a. Ja, want de er moet wettelijk een week tussen de dagvaarding en de zitting zitten.
b. Neen, want er moet wettelijk één maand tussen de dagvaarding en de zitting zitten.
c. Neen, want er moeten wettelijk drie maanden tussen de dagvaarding en de zitting zitten.
Het moment waarop de dagvaarding wordt betekend, moet een week tussen zitten; art. 114
Rv.
11. Marieke huurt van Ahmed een kamer in een studentenhuis in de binnenstad van Zwolle op de
Melkmarkt 66. Het studentenleven is echter toch iets kostbaarder dan ze had verwacht waardoor
zij niet elke maand haar huur betaalt aan Ahmed. Haar huurachterstand loopt intussen aardig op
en huurbaas Ahmed wordt (terecht) aardig ongeduldig. Uiteindelijk dagvaardt Ahmed haar. De
deurwaarder komt op een zomerse middag bij Marieke aan de deur. Zij is echter niet thuis want zij
geniet onder het genot van een glas rosé van de zomerse dag op een terras in de binnenstad.
Haar huisgenoot Youssef neemt de dagvaarding in ontvangst. Hij stopt de dagvaarding in zijn zak
en vergeet hem vervolgens aan Marieke te overhandigen. Marieke verschijnt om die reden dan
ook niet op de eerste rolzitting. Wat is het gevolg van de vergeetachtigheid van Youssef?
a. De rechter zal de zaak niet behandelen, omdat de dagvaarding niet aan Marieke is
uitgereikt.
b. De rechter zal de zaak behandelen, omdat de deurwaarder de dagvaarding aan
Youssef mocht geven.
c. De betekening van de dagvaarding is onjuist verlopen; de dagvaarding zal opnieuw
moeten worden betekend.
Hij is rechtsgeldig uitgereikt, want hij is betekend. Hij mocht uitgereikt worden aan de
huisgenoot.
12. Het verloop van een eenvoudige verzoekschriftprocedure is als volgt:
a. het verzoekschrift, het verweerschrift, de mondelinge behandeling gevolgd door een
vonnis.
b. het verzoekschrift, de conclusie van antwoord, de mondelinge behandeling gevolgd door
de beschikking.
c. het verzoekschrift, het verweerschrift, de mondelinge behandeling gevolgd door de
beschikking.
Vonnis hoort bij dagvaardingsprocedure
De conclusie van antwoord hoort bij de dagvaardingsprocedure thuis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller R0sanne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.
