Samenvatting publiekrecht
Hoofdlijnen Nederlands Recht
H9
Kenmerken staat:
1. Aanwezigheid volksgemeenschap
2. Bevindt zich op een afgegrensd grondgebied
3. 1 orgaan met hoogste macht
Staatsapparaat = alle organen die namens de staat over een gemeenschap beslissingen
nemen à bezit soevereiniteit : zowel naar andere volksgemeenschappen als eigen, is het de
hoogste en machtigste organisatie.
3 machten trias politica volgens Montesquieu (horizontale spreiding):
1. Wetgevende macht (maakt regels voor uitvoerende)
2. Uitvoerende macht (bestuur, voert uit)
3. Rechtelijke macht (spreekt de wet na, controleert)
Publiekrecht = burger – overheid (bestaat uit staatsrecht en bestuursrecht)
Decentralisatie (verticale spreiding) = spreiding van de staatsmacht, over verschillende
niveaus verdeeld
1. Territoriale spreiding (gemeentes en provincies)
2. Functionele spreiding (behartigen belangen van bv. Zuivel- en tuinbouw)
3. Combinatie (waterschap)
Eenheidsstaat: staatsvorm waarbij naast de centrale overheid, lagere overheden met
staatsmacht zijn. (centrale overheid kan bevoegdheden wel altijd afnemen en er wordt
gecontroleerd)
Spontane vernietigingsbevoegdheid: ieder besluit van een gemeente of provincie kan door
de regering ongedaan worden gemaakt.
De centrale vraag= wie oefent op welk niveau van de (lagere) overheid de wetgevende,
bestuurlijke en rechtsprekende bevoegdheden uit?
,Staten-Generaal (parlement) bestaat uit de 1e en 2e kamer.
2e kamer: 150 leden, heten afgevaardigden/parlementariërs en zijn rechtstreeks gekozen
voor 4 jaar.
2 kiesstelsels:
- Districtenstelsel (GB en FR)
- Stelsel van evenredige vertegenwoordiging (NL)
1e kamer: 7 leden, heten senatoren, worden niet rechtstreeks gekozen voor 4 jaar. à
1e en 2e presidium: voorzitter en plaatsvervangende
Regering: koning & ministers
Kabinet: ministers en staatssecretarissen
Minister: geeft leiding aan departement, en er staat een staatssecretaris onder hem.
Departement/ministerie: een hiërarchisch geheel van ambtenaren die vanuit gebouwen
werkzaam zijn op een specifiek afgebakend overheidsterrein.
Grondwet: basisdocument van een samenleving waarin de fundamentele beginselen van de
inrichting van de staat zijn neergelegd.
- Attributie: rechtstreekse toekenning van wetgevende bevoegdheden aan
staatsorganen.
- Delegatie: afgeleide wetgevende bevoegdheid
• Een wetgevende bevoegdheid kan door het ene orgaan aan het andere
orgaan worden overgedragen
• De verkrijger zal die bevoegdheid op eigen verantwoordelijkheid en in eigen
naam uitoefenen
• De overdrager kan die bevoegdheid niet meer naar zich toetrekken (eens
gegeven blijft gegeven)
Wetgevende macht: regering, Staten-Generaal en de minister
Wetgevende macht centrale overheid
- Regering en staten generaal samen à wet in formele zin (81 GW)
- Regering alleen à algemene maatregel van besturen (89 GW)
- Minister à ministeriële regeling
Totstandkoming wet in formele zin door regering (recht van initiatief):
1. Interne voorbereiding
2. Behandeling in ministerraad
3. Adviesraad van state
4. Behandeling 2e kamer à recht van amendement (aanpassen)
5. Behandeling 1e kamer
6. Afwikkeling
,à Wet treedt pas in werking als het is gepubliceerd in het Staatsblad
Totstandkoming algemene maatregel van besturen (parlement gepasseerd):
1. Interne voorbereiding
2. Behandeling in ministerraad
3. Adviesraad van state
4. Afwikkeling
Ministeriële regeling à 1 vereiste = publicatie Staatscourant
Verschil Staatsblad en Staatscourant: de staatscourant is het officiële nieuwsblad van de
regering dat dagelijks op werkdagen verschijnt. Hier worden allerlei gegevens van dagelijkse
feiten opgenomen bv. Nieuwe fabrieks- en handelsmerken, faillisementen en door de
regering goedgekeurde statuten. Het staatsblad verschijnt alleen als er iets bijzonders moet
worden bekendgemaakt: een wet, AWvB. à Wet treedt pas in werking als het is
gepubliceerd in het Staatsblad
Subdelegatie: overdracht van een (wetgevende) bevoegdheid door een staatsorgaan dat
deze bevoegdheid al krachtens delegatie heeft verkregen. à delegatie en subdelegatie
alleen mogelijk indien een wet in formele zin dit toestaat.
Voordelen (sub)delegatie:
- Slagvaardiger beleid
- Deskundigheidselement
- ‘Dichter bij de buren’
Nadeel: afnemende invloed van de eerste en tweede kamer
Bestuurlijke macht bij centrale overheid: regering en ministers zijn behalve wetgever ook
bestuurder
Rechten Staten-Generaal:
1. Vragenrecht
2. Recht van interpellatie (68 GW, debat minister)
3. Enquêterecht (70 GW, commissie instellen voor vragen onderzoek)
4. Budgetrecht (ze moeten akkoord gaan met de begroting)
à Tweede kamer heeft het recht van initiatief en amendement erbij
Ministeriele verantwoordelijkheid: minister is politiek verantwoordelijk voor alle
beleidsdaden die tot zijn portefeuille behoren (ook die van de koning).
3 manieren voor eindigen kabinet:
1. Na verstrijking 4 jaar bij nieuwe verkiezingen
2. Tussentijds bij kabinetscrisis (vertrouwen opgezegd)
3. Tussentijds uiteenvallen door interne verdeeldheid
, Provincie
Organen provincie:
1. Provinciale staten (aan hoofd van provincie) 125 lid 1 GW
- Om de 4 jaar gekozen door burgers provincie
- Leden Provinciale Staten kiezen eerste kamer
2. Gedeputeerde Staten
- Commissaris van de koning + gedeputeerden (34 lid 1 PW)
- Dagelijks bestuur van de provincie
- Gekozen en genoemd door provinciale staten
- 3-7 leden
3. Commissaris van de koning
- Lid van de Gedeputeerde Staten (stemrecht) en Provinciale staten (raad)
- Benoemd door de regering voor 6 jaar
Wetgevende macht provincie: Provinciale staten vaardigt wetten (verorderingen) uit
Bestuurlijke macht provincie: dagelijks bestuur in handen van Gedeputeerde Staten
Gemeente
1. Gemeenteraad
- Staat aan het hoofd van de gemeente (125 GW)
- Om de 4 jaar gekozen door burgers gemeente
- 9-45 leden, afhankelijk van grootte gemeente
2. Collegeburgemeester en wethouders
- Vormen dagelijks bestuur van de gemeente
- Wethouders zijn gekozen door de gemeenteraad
3. Burgermeester
- Lid van college B&W (stemrecht), is voorzitter
- Voorzitter van gemeenteraad (geen stemrecht)
- Wordt door de regering benoemd voor 6 jaar
Wetgevende macht gemeente: gemeenteraad vaardigt wetten uit
Bestuurlijke macht gemeente: dagelijks bestuur in handen van college B&W
Klassieke grondrechten (345) à inbreuk op de rechten alleen als de grondwet het toestaat
bv. 8 GW. Voorbeelden: verbod op discriminatie, kiesrecht, vrijheid van godsdienst,
meningsuiting, vereniging en huisrecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller claire27. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.