Antwoorden verbintenissenrecht
1. Wel
Geen
Geen
Wel
Wel
2. Rechtsrelatie enrique – krantenbedrijf: verplichting enrique kranten bezorgen.
Verplichting krantenbedrijf om enrique loon te betalen.
Rechtsrelatie enrique – DUO: verplichting enrique om voldoende studiepunten te
halen. Verplichting DUO om enrique elke maand zijn studiefinanciering te betalen.
Rechtsrelatie enrique – fred: verplichting voor enrique om elke maand 250eu te
betalen. Verplichting voor fred om een kamer aan enrique beschikbaar te stellen.
Rechtsrelatie enrique – autoverhuurbedrijf: verplichting enrique om bedrag aan
huur te betalen. Verplichting autoverhuurbedrijf om het busje beschikbaar te
stellen.
Rechtsrelatie enrique – eigenaar beschadigde auto: verplichting enrique om schade
te vergoeden
Rechtsrelatie enrique – ouders: verplichting voor ouders om enrique de laptop te
overhandigen
3. Rechtsfeit, gevolg is dat ze stemrecht krijgt.
Rechtsfeit, gevolg is dat ze inwoner van Rdam is geworden en bv. Recht heeft op
bijstand van de gemeente.
Rechtsfeit, eigenaar geworden.
Geen rechtsfeit
Geen rechtsfeit
4. Het belangrijkste verschil tussen rechtens relevante handelingen en blote
rechtsfeiten is dat er voor een rechtens relevante handeling een feitelijke
handeling nodig is en voor een bloot rechtsfeit niet.
5. De belangrijkste overeenkomst is dat ze allebei een rechtsgevolg hebben.
6. Rechtshandeling – er is sprake van een beoogd rechtsgevolg
Feitelijke handeling – het rechtsgevolg is niet beoogd
Feitelijke handeling – het rechtsgevolg is niet beoogd
Rechtshandeling – er is sprake van een beoogd rechtsgevolg
Rechtshandeling – er is sprake van een beoogd rechtsgevolg
,7. Voor een eenzijdige rechtshandeling is slechts een handeling en de wil van een
persoon vereist. Om een meerzijdige rechtshandeling tot stand te brengen zijn de
handelingen en de wil van meerdere partijen vereist.
8. Een persoonsgerichte rechtshandeling is recht op een bepaalde persoon; bij een
niet- persoonsgerichte rechtshandeling is het niet van belang tot wie de handeling
is gericht.
9. Wederkerige overeenkomst: enrique moet arbeid verrichten in ruil waarvoor JARZ
loon moet betalen.
Wederkerige overeenkomst: enrique moet studiegeld betalen, in ruil waarvoor de
hogeschool onderwijs moet aanbieden.
Wederkerige overeenkomst: enrique moet bepaalde studieresultaten behalen, in
ruil waarvoor DUO studiefinanciering dient uit te keren.
Wederkerige overeenkomst: enrique moet de huurprijs betalen, in ruil waarvoor
het autoverhuurbedrijf de bestelbus beschikbaar moet stellen.
Eenzijdige overeenkomst: enriques ouders moeten de laptop aan enrique
overhandigen.
10. Op grond van 3:32 lid 1 BW is iedere persoon bekwaam tot het verrichten van
rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt. Jeroen is een natuurlijk
persoon en het verkopen van de XBOX is een rechtshandeling. Op grond van 1:234
BW mag een minderjarige niet zelfstandig rechtshandelingen verrichten, tenzij
toestemming van de ouders. Jeroen is 12 en dus minderjarig, hij heeft geen
toestemming à Jeroen is handelingsonbekwaam
Een eigenaar van een zaak is bevoegd om over zijn zaak te beschikken en om deze
te vervreemden. Jeroen heeft de XBOX gekregen, hij is hierdoor eigenaar geworden
en mag hij deze dus ook verkopen à Jeroen is beschikkingsbevoegd.
11. .
12. Om beroep te kunnen doen op het vertrouwensbeginsel van art. 3:35 Bw dient aan
de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
- Er is een verklaring gedaan richting een persoon
- Deze persoon heeft een bepaalde betekenis gegeven aan die verklaring
- Gelet op de omstandigheden mocht deze persoon die betekenis daar
redelijkerwijs aan toekennen
13. .
14. .
15. .
, 16. Bij wettelijke vertegenwoordiging is er geen sprake van volmacht. Een ouder is de
wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarig kind. Een curator is een
wettelijke vertegenwoordiger van een onder curatele gestelde.
17. Op grond van art. 3:69 lid 1 BW kan een volmachtgever een rechtshandeling
bekrachtigen die valt buiten de bevoegdheden van de gevolmachtigde. Wanneer
dit niet gebeurt, dan komen de rechtsgevolgen voor rekening van de
gevolmachtigde.
18. .
19. Marjolein heeft een schriftelijk aanbod gedaan, igor heeft per email aanvaard.
Er is een wederkerige overeenkomst tot stand gekomen (art. 6:261). Tegenover de
verplichting van igor om bijlessen te geven, staat de verplichting van marjolijn om
hem hiervoor 20euro per uur te betalen. Marjolijn kan haar aanbod herroepen tot
het moment dat igor zijn email heeft verstuurd. Er is geen sprake van aanvaarding
als hij voor 25eu wil, hiermee verwerpt igor het aanbod en doet hij een nieuw
aanbod.
20. De bedoeling van partijen: de rechtsgevolgen die partijen hebben beoogd.
De wet: de overeenkomst mag niet strijdig zijn met de wet, dwingend en regelend.
Gewoonte: zo vanzelfsprekend dat het niet in de overeenkomst is opgenomen.
Redelijkheid en billijkheid: hetgeen als redelijk en rechtvaardig wordt beschouwd.
21. Een overeenkomst is nietig wanneer deze:
- In strijd is met de goede zeden (art. 3:40 lid 1 BW)
- In strijd is met de openbare orden (art. 3:40 lid 1 BW)
- In strijd is met de wet (art. 3:40 lid 2 BW)
22. Een nietige rechtshandeling heeft geen rechtsgevolg; de rechtshandeling bestaat
juridisch niet.
23. Een nietige rechtshandeling heeft nooit bestaan. Een vernietigbare rechtshandeling
komt in beginsel wel tot stand, maar is vernietigbaar.
24. Een handelingsonbekwame (bv minderjarige) kan een geldige
handelingsovereenkomst sluiten. Deze overeenkomst is echter wel vernietigbaar.
25. Wil en verklaring komen overeen, maar de wil is op gebrekkige wijze tot stand
gekomen.
26. De wilsgebreken die zijn opgenomen in art. 3:44 BW zijn:
- Bedreiging
- Bedrog
- Misbruik van omstandigheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller claire27. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.