Uitgebreide hoorcollege aantekeningen (met extra voorbeeld jurisprudentie)
45 views 0 purchase
Course
Strafrecht 3
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Ons strafrecht 2 - Strafprocesrecht
In deze hoorcollege aantekeningen is duidelijk verwerkt wat professor Kai Lindenberg op de hoorcolleges verteld heeft. Daarbij is de voorbeeld jurisprudentie om bepaalde onderwerpen te verduidelijken ook uitgewerkt.
Hoorcolleges Strafrecht 3
Week 1A Inleiding tot strafvordering: het voorbereidend
vooronderzoek
Aard en doel strafonderzoek
Het formele recht staat in dienst van het materiële recht. De bedoeling is dat het recht op een
juiste manier wordt toegepast. Daarnaast is het doel van het formele recht bovendien
tweeledig:
1. Bestraffen van de schuldige;
2. Het voorkomen van bestraffing van een onschuldige. (Liever 10 onschuldige mensen
die vrijuit gaan dan 1 schuldige die bestraft wordt).
De laatstgenoemde doelstelling weegt dus erg zwaar. Vergelijk art. 338 Sv.
Voorbeeld: er is een inbraak geweest. U krijgt het strafdossier en hierin staan de resultaten
van het opsporingsonderzoek. Bij de inbraak is op het balkon een peuk gevonden met DNA
van de verdachte. Er is ook nog een getuige die zegt dat hij iemand in een groene jas van
het balkon zag afspringen. Bij de verdachte wordt thuis een groene jas gevonden. Is dat
voldoende? Is dit wel de goede weg? Of moet je zeggen dat dit niet voldoende is en dat je er
nog iemand bij wil hebben. Het is dus niet zo zwart-wit. Men moet kijken naar het concrete
geval.
We moeten proceseconomisch wel slim zijn. Je kan niet elke strafzaak helemaal optuigen.
Aan de andere kant mag je ook niet te marginalistisch zijn. Er komen betrekkelijk weinig
getuigen op zitting die komen verklaren, vaak staat alles op papier. Dus je hoort de getuigen
meestal niet en je ziet ze meestal ook niet. Verdachte komt ook vaak niet opdagen.
o Steeds vaker verdachte verplicht te verschijnen respect voor het slachtoffer. De
verdachte moet dan bij de einduitspraak zijn.
Er is voortdurend een spanningsveld waarin belangen tegen elkaar moeten worden
afgewogen. De waarborgen bij zware en lichte delicten verschillen dan ook.
Nevendoelen strafonderzoek
1. Eerbiediging rechten en vrijheden verdachte
o Bv. Zwijgrecht, cautie art. 29 Sv
o Bv. Limitering voorarrest
Mag de politie de vinger van verdachte op de telefoon worden gelegd om te
ontgrendelen? Mag de politie een decryptie-bevel uitvaardigen? En levert dit een
strafbaar feit op indien verdachte weigert?
2. Eerbiediging rechten en vrijheden anderen
o Bv beperking getuigplichten
o Bv slachtoffer als benadeelde partij
3. Procedurele rechtvaardigheid (denk hierbij ook aan de houding van de rechter)
o Bv recht op laatste woord
o Bv spreekrecht slachtoffer
4. Demonstratiefunctie
Is met name de externe werking.
,Vaststelling schuld
Bij de bestraffing van een schuldige staat de materiële waarheid centraal. De rechter moet
daadwerkelijk bewijs hebben. Wanneer er bekend wordt door de verdachte hoef je niet zelf
alles uit de kast te halen om het feit te bewijzen. Het heeft dan simpelweg geen zin om
bijvoorbeeld nog extreem veel getuigen te laten verklaren. Echter, wanneer een verdachte
ontkent moet er juist veel meer ingezet worden om erachter te komen of hij wel of niet de
waarheid spreekt.
o De omvang van het onderzoek is afhankelijk van de procesopstelling.
Bij de actieve rol van de rechter is te zien dat het erg belangrijk is dat alleen de schuldige
wordt gestraft. De rechter heeft een actieve rol en is niet lijdelijk.
Het OM heeft een magistratelijke rol. De rol van crimefighter klopt theoretisch gezien
niet. Je moet als OvJ ook oog hebben voor ontlastend bewijsmateriaal.
Rechtsmiddelen herziening en een tweede kans
Actieve rol rechter
De actieve rol van de rechter is bijvoorbeeld goed te zien bij het horen van de verdachte(s)
en getuige(n). De rechter knoopt met hen het gesprek aan en stelt verschillende vragen om
uiteindelijk achter de materiële waarheid te komen.
Actieve rechter past in inquisitoir strafproces ( in de VK en VS veel meer een
accusatoir proces, daar is het materiële recht natuurlijk niet irrelevant).
Wij zijn wel meer contradictoir geworden onder invloed van het EHRM.
Magistratelijke rol OM
Het OM kent een inquisitoir stelsel. Zij zijn langzaamaan losgekomen van de rechtsprekende
macht. Oorspronkelijk was het OM namelijk een verlengstuk van de rechter. Nu zijn zij de
baas van het proces. Ze worden ook wel dominus litis genoemd.
Leider van de opsporing. Belast met de OM afdoening.
De rechter heeft zich bovendien te houden aan de tenlastelegging van het OM. De
rechter mag dus geen zelfstandige veroordeling doen in geval van een andere visie
op de tenlastelegging.
Het OM houdt altijd oog voor de gerechtvaardigde belangen van de verdachte.
Rechtsmiddelen
Hoger beroep is ingesteld zodat er een nieuwe behandeling van een zaak kan plaatsvinden.
dit is van groot belang in verband met de materiële waarheid. Indien een persoon onschuldig
is vinden we het goed en normaal om de zaak te herzien. De zaak wordt dan eigenlijk
opengebroken. Het nadeel hierbij is dat het voor de slachtoffers akelig kan zijn dat alles weer
behandeld wordt. Dit kan nare herinneringen ophalen.
Cassatie art. 79 RO, maar nu ook belang centraal (80a RO) en daarmee materiële
waarheid.
Herziening ten voordele art. 457 Sv (Denk aan Dronken Broer-arrest)
o Drie vrienden zitten in de auto. Een van de broers was te dronken om te rijden dus de
ander reed. Maar die had nog geen rijbewijs. Tijdens de rit raakte hij de macht over
het stuur kwijt en hij knalde tegen een reclamebord. Uiteindelijk kwam de politie erbij.
De dronken broer deed zich voor als bestuurder. De verklaringen van de vriend
kwamen hiermee overeen. Die dronken broer werd dus veroordeeld. Toen kwam de
waarheid boven tafel. Er werd herziening aangevraagd bij de AG bij de HR. De HR
concludeert dat het een ernstig vermoeden oplevert dat het een vrijspraak van de
, broer zou opleveren. De herziening had succes en de materiële waarheid kwam
boven tafel. Dat hij geen rijbewijs had was verjaart, dronkenschap aantonen natuurlijk
niet meer mogelijk twee kanten van dezelfde medaille. Iemand die onschuldig is
gestraft moet vrijuit maar kan er ook voor zorgen dat de handvatten om de schuldige
te veroordelen er niet meer zijn.
Herziening ten nadele art. 482 a Sv (denk aan een valse verklaring waardoor opeens
blijkt dat de personen het wel hebben gedaan. Meineed gepleegd etc.)
Lid 3: beperking.
Nova alleen: 1. Geloofwaardige bekentenissen verdachte of ‘medeverdachte’; 2. Resultaten
technisch onderzoek.
o Afweging materiele waarheid/rechten verdachte
Inleiding EVRM
Grote Europa
o Raad v. Europa
o 47 lidstaten
o EVRM
o Themaverdragen
Kleine Europa
o EU
o 27 lidstaten
o VEU/VWEU
o Handvest
o Richtlijnen
Özturk tegen Duitsland
Hier iemand die een strafbaar feit beging. Zaaksbeschadiging. Uiteindelijk moest hij zelf
betalen en hij komt hiertegen in opstand. Het zou in strijd zijn met artikel 6 EVRM. Er moet
wel sprake zijn van een criminal charge. Dat was hier, strikt genomen, helemaal niet aan de
orde.
o Was namelijk sprake van een bestuursrechtelijk foutje. Maar kunnen landen dan
artikel 6 EVRM ontlopen op deze manier?
o Nee zegt het Hof, als landen zomaar met zoiets artikel 6 EVRM zouden kunnen
ontlopen, zou het het doel van het verdrag schenden.
Positieve verplichtingen
Is een nieuw leerstuk in ontwikkeling. Historisch gezien is het EVRM een bron van rechten
tegen de overheid. Het moet beschermen tegen staatsmacht. Verplichtingen die het Hof is
gaan inlezen om juist de staatsmacht te gebruiken om burgers te beschermen. Dat is het
leerstuk van de positieve verplichting. Zoals bijvoorbeeld de verplichting om iets als
verkrachting strafbaar te stellen. Moeilijke vraag is waar dat dan uit zou moeten bestaan.
, Week 1B: het voorbereidend onderzoek
Legaliteit
Bij het vooronderzoek hebben we het voornamelijk over overheidsoptreden met potentiële
gevolgen. Onderzoek naar strafbare feiten en dit kan bijvoorbeeld uitmonden in een lange
gevangenisstraf. Maar mag dit wel zomaar? Als we dan naar de uitkomst kijken terug in de
tijd naar de handelingen van de overheid, moet er worden gekeken of dit wel mocht. De
legaliteit is hierbij een fundamenteel thema (art. 1 Sv maar ook in de GW en EVRM). De
strafvordering moet zijn terug te voeren op de wet.
o Is het nou altijd zo dat wat de politie doet in de wet moet staan? Nee, niet letterlijk.
Moet terug zijn te voeren op een wet in formele zin. In Nederland wordt het voor
een politie ambtenaar gegrond geacht om iemand zomaar op het internet op te
zoeken zonder directe reden. Alles is context afhankelijk, casuïstisch.
Wat in ieder geval problematisch is, is het dbp het doelbindingsprincipe. Hierbij kan een
geval uit Zwolle worden genoemd. Dochter had een relatie met iemand met een strafblad.
Ouders ongerust en melden zich bij de buurman die rechter is, of hij niet achter het strafblad
kan komen. Hij heeft informatie doorgespeeld. Vanzelfsprekend door de autoriteiten
ingegrepen. Niet voor het doel zoals in deze casus mogelijk.
o Warmtebeeldkijker vaak bij nieuwe technieken van de politie komen er vragen op.
Mag je zomaar in iemand zijn vuilnis snuffelen? Is immers een res nullus, is van
niemand meer.
De proportionaliteit en subsidiariteit zijn enorm belangrijk en komen overal terug.
Taakstelling en bevoegdheid
Art. 141/142 Sv
o 141 = ‘gewone’ opsporingsambtenaren
o 142 = buitengewone o.a. (boa’s). de taak is beperkt tot een specifiek type/groep
strafbaar feit. Denk bijvoorbeeld aan een leerplichtambtenaar.
Art. 127 Sv: o.a. = alle personen met opsporing belast.
Art. 2 jo. art. 3 Politiewet 2012
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming
met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de
rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
o Geeft een taakstelling voor de politie.
o Twee grote categorieën
Art. 11 Politiewet 2012
1. Indien de politie in een gemeente optreedt ter handhaving van de openbare orde en
ter uitvoering van de hulpverleningstaak, staat zij onder gezag van de burgemeester.
Art. 12 Politiewet 2012
1. Indien de politie optreedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, dan wel
taken verricht ten dienste van de justitie, staat zij, tenzij in enige wet anders is
bepaald, onder gezag van de officier van justitie.
Ook: art. 148 Sv
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasminselenauddin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.