100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Medische kennis 1.4B (Medicijnleer) $5.95   Add to cart

Exam (elaborations)

Medische kennis 1.4B (Medicijnleer)

 57 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bestaat uit de informatie gegeven in de hoorcolleges. Het bevat informatie uit de powerpoints van alle bijeenkomsten over medicijnleer.

Preview 4 out of 32  pages

  • June 16, 2020
  • 32
  • 2019/2020
  • Exam (elaborations)
  • Other
avatar-seller
Medische
kennis
1.4B
Medicijnleer




Hogeschool van Amsterdam (HvA)

,Hoorcollege 1. Het geneesmiddel
Medicijnleer / Farmacologie = De wetenschap van de aard en eigenschappen van geneesmiddelen, in
het bijzonder de werking of de effecten ervan.

De doelen;
1. Wat is de rol van de verpleegkundige met betrekking tot geneesmiddelen?
2. Welke kennis moet je als verpleegkundige hebben en waarom?
3. Welke vaardigheden moet je beheersen en waarom?
4. Waarom is kennis van medicijnleer belangrijk bij klinisch redeneren en zorgverlenen?




Patiëntenfederatie slaat alarm; 49000 ziekenhuisopnames door medicatiefouten

 Patiëntenfederatie Nederland slaat groot alarm na de uitkomsten van een onderzoek naar
medicatieveiligheid. Daaruit blijkt dat het aantal mensen dat moet worden opgenomen in
het ziekenhuis na fouten met medicatie in vijf jaar met 25% is gestegen naar 49000 mensen
per jaar. De helft van deze ziekenhuisopnames blijkt vermijdbaar. Het gaat met name om
ouderen die schade oplopen door bijvoorbeeld verkeerde medicijnen, te hoge of te lage
doseringen en bijwerkingen door reactie met andere medicijnen.

Risicofactoren bij ouderen (medicatiegebruik)

 Meerdere aandoeningen
 Veranderde/verminderde nierfunctie
 Hoog en complex medicatiegebruik
 Meerdere specialisten die medicatie voorschrijven en niet afstemmen
 Praktische problemen; verpakking/breken van pillen/slikfunctie
 Cognitie en invloed op therapietrouw
 Ouderen duiden bepaalde klachten niet altijd aan het medicijngebruik, maar aan het ouder
worden
 Therapietrouw; 70% van alle geneesmiddelgebruikers neemt zijn medicatie niet juist in

,Meest risicovolle medicatiegroepen;

 Antidiabetica
 Antistolling
 NSAID’s; Non steroidal anti-inflammatory drugs
 Cardiovasculaire geneesmiddelen

De pijnstiller diclofenac veroorzaakt meer hartproblemen en maag-darmproblemen dan soortgelijke
pijnstillers als ibuprofen, naproxen en paracetamol. Diclofenac moet daarom niet zonder
doktersrecept verkrijgbaar zijn en wanneer een arts het voorschrijft moet voorop het doosje een
duidelijke waarschuwing voor de mogelijke gevaren staan.” Dat concluderen Deense onderzoekers
die het grootste onderzoek ooit, onder meer dan zes miljoen Denen, naar de bijwerkingen van
diclofenac uitvoerden. Het onderzoek is in 2018 gepubliceerd in The BMJ.

 Interacties met anti coagulantia: toename van bloedingsrisicoKan werking van
bloeddrukverlagers verminderenNegatieve werking op de nierfunctieOntregeling van
bloedsuikersKan spiegels van andere medicatie verhogen (lithium, digoxine etc)Veel gastro
instestinale bijwerkingen, vooral bij ouderen.

Interacties = Een interactie is een farmacologische of klinische respons bij een combinatie van twee
of meer geneesmiddelen die verschilt van de verwachte respons bij afzonderlijke toediening van de
geneesmiddelen.

Bijwerking = Een bijwerking is iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een in een gebruikelijke
dosering toegediend geneesmiddel.

Stofnamen en merknamen;

 Stofnaam = generieke naam
 Dit verwijst naar het werkzame bestanddeel in het middel (de WHO stelt dit vast)
 De merknaam wordt door de fabrikant toegekend aan het geneesmiddel
 Op een recept altijd stofnaam!
o Voorbeeld 
 Stofnaam = Contramoxazol & Merknaam = Bactrimel
 Stofnaam = Lorazepam & Merknaam = Temesta

,  Stofnaam = Furosemide & Merknaam = Lasix


Doel van de medicatie; Voorbeeld;

 Causaal Antibiotica
 Preventief / profylactisch Antritrombotica
 Symptomatisch NSAID
 Palliatief Opioiden
 Diagnostisch Contrastvloeistof
 Substitutie Insuline

Waar gaat het om in medicijnleer;

 Farmacotechniek
o Wat doet het lichaam met het geneesmiddel?
o Van binnekomst in het lichaam tot de uitscheiding?
o ADME
 A = Absorptie, opname in het lichaam.
 D = Distributie, verdeling in het lichaam.
 M = Metabolisme, Omzetting door het lichaam.
 E = Eliminatie, Excretie / uitscheiding
 Farmacodynamiek
o Wat doet het geneesmiddel met het lichaam?
o Geneesmiddel moet een interactie aangaan met bestanddelen in het lichaam om
werkzaam te kunnen zijn.

Lokale en systemische toediening;

 Lokale toediening  Huid, oog, oor, neus, long, rectaal (klysma).
 Systemische toediening  Oraal, parenteraal, rectaal, sublinguaal, nasaal, transdermaal.

Bijwerkingen en interacties;

 Farmacodynamiek = Het effect van geneesmiddelen op het lichaam.
o Het gewenste effect / therapeutisch effect.
o Het ongewenst effect / bijwerking / toxisch effect = iedere schadelijke, niet bedoelde
werking van een geneesmiddel, dat in de gebruikelijke dosering wordt toegediend,
bij het voorkomen, ontdekken of behandelen van ziekte.
o Kans op bijwerkingen is groter bij kinderen, ouderen en zwangeren.

Type A en Type B bijwerkingen;

A. Zijn farmacologisch gebonden bijwerkingen. (komen het meest voor)
 Voorbeelden type A…
• Hypotensie bij antihypertensive
• Maagdarmbloeding bij anticoagulantia
• Obstipatie bij morfine preparaten
• Diarree bij antibiotica
• Haaruitval bij cytostatica
B. Patiëntgebonden bijwerkingen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkevansoest13. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.95  2x  sold
  • (0)
  Add to cart