Korte, maar duidelijke samenvatting voor het vak: 'Civiel recht in de praktijk' in het 1ste leerjaar van de opleiding HBO-Rechten aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Met deze samenvatting heb ik zelf een 7 gehaald voor mijn tentamen.
Civiel Recht in de Praktijk
Week 1 theorieles 1 /4 september
Boek 1 BW Personen- en familierecht
Privaatrecht = civiel recht = burgerlijk recht. Dit zijn synoniemen.
Privaatrecht gaat altijd over iets wat speelt tussen burgers. Kan ook tussen bedrijf en burger,
of bedrijf en bedrijf.
Dwingend recht is recht waar je niet van mag afwijken, regels die in de wet staan. Regelend
recht (grootste deel van het privaatrecht) mag je van afwijken en andere afspraken over
maken.
BW 1 personen- en familierecht
‘De mens van de wieg tot het graf’ wordt hierin bepaald.
Bloedverwanten
Moeder – jij: 1e graad bloedverwant in de rechte lijn
Oma – jij: 2e graad bloedverwant in de rechte lijn
Broer – jij: 2e graad bloedverwant in de zijlijn
Tante – jij: 3e graad bloedverwant in de zijlijn
Schoonzus – jij: 2e graad aanverwant in de zijlijn
Woonplaats
Natuurlijk persoon: plaats woning art. 1:10 lid 1 BW
Rechtspersoon: plaats in statuten art. 1:10 lid 2 BW
Ouderschap
De vrouw waaruit het kind is geboren is de juridische moeder (art. 1:198 lid 1 BW) (aantal
uitzonderingen). De vader is duidelijk wanneer hij gehuwd of geregistreerd partner is van de
vrouw uit wie het kind is geboren (art. 1:199 BW) (aantal uitzonderingen).
Het huwelijk
Rechten en plichten: opsomming in art. 1:81 e.v. BW
Wettelijk beperkte gemeenschap: art. 1:94 BW (boek gaat nog uit van gemeenschap van
goederen)
Tot de beperkte gemeenschap behoren:
Goederen die voor het huwelijk reeds aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden
Goederen die afzonderlijk of tezamen vanaf het huwelijk zijn verkregen met
uitzondering van:
o Erfenissen/giften
o Pensioenrechten
o Rechten op het vestigen van vruchtgebruik
Huwelijkse voorwaarden: afwijken van wettelijke gemeenschap (art. 1:93 BW)
Scheiden
Je gaat scheiden wanneer het huwelijk duurzaam ontwricht is, met andere woorden, als het
simpelweg gewoon niet meer werkt (art. 1:80a e.v. BW).
Week 2 theorieles 2 /11 september
, Boek 2 BW Rechtspersonen
Rechtspersonen
Een rechtspersoon is een eigen drager van rechten en plichten/leidt een eigen even in het
recht neemt als een volwaardig persoon deel aan het rechtsverkeer (art. 2:5 BW).
Publiekrechtelijke rechtspersonen art. 2:1 BW (door de wet ingesteld om een deel
van de overheidstaak uit te voeren)
Privaatrechtelijke rechtspersonen art. 2:3 BW (vereniging, coöperatie, onderlinge
waarborgmaatschappij, stichting, naamloze vennootschap, besloten vennootschap)
Twee niet naar winst strevende rechtspersonen:
Vereniging art. 2:26 BW
Rechtspersoon
Moet leden hebben
Mag geen winst doeleinden hebben
Twee of drie organen:
o Bestuur
o Algemene leden vergadering (gaat voor het bestuur)
o (Soms) Raad van Commissarissen
(Notariële akte)
Formele vereniging (vereniging met volledige rechtsbevoegdheid)
Notariële akte mét statuten
Inschrijven KvK
Volledig rechtsbevoegd (mag alle dingen doen)
Alleen rechtspersoon is aansprakelijk, tenzij niet is ingeschreven, dan ook
bestuurders.
Informele vereniging (vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid)
Zonder notariële akte
Inschrijven (KvK) niet verplicht
Beperkt rechtsbevoegd (mogen niet alles doen)
Bestuurders naast vereniging hoofdelijk aansprakelijk
Indien ingeschreven dan bestuurders slechts aan te spreken als het vermogen van de
vereniging uitgeput is
Bijzondere verenigingen
Coöperatie: materiële belangen van leden behartigen door een bedrijf voor de leden
uit te oefenen samenwerken
o Grootste verschil met gewone vereniging is dat een coöperatie wél winst mag
maken en verdelen
Onderlinge waarborgmaatschappij: vereniging die een verzekeringsbedrijf uitoefent
ten behoeve van haar leden
o Grootste verschil met gewone vereniging is dat een coöperatie wél winst mag
maken en verdelen
Stichting art. 2:285 BW
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cemdalyan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.