Ben jij eerstejaars geneeskunde student, en heb je geen zin om alle stof helemaal door te moeten nemen? Zoek vooral niet verder! Deze samenvatting bevat het complete overzicht van alle colleges en boeken voor Thema 6 - Ischaemie.
,Epidemiologie en onderzoek
Prevalentie = het totaal aantal zieken op een bepaald moment (per 1000)
Incidentie = het aantal nieuwe gevallen van een ziekte (over een bepaalde
periode; meestal per jaar)
P = i x ziekteduur
Chronische ziektes hebben een hogere prevalentie
Likehood ratio = hoe sterk een positief resultaat de kans op de ziekte vergroot
Relatief risico (RR) = de kans dat je een ziekte krijgt op basis van risicofactoren
- R1/ R0 →(A/A+B)/ (C/C+D)
Odds ratio (OR) = een verhouding waarbij er vergeleken wordt met een ander persoon
- (A/B)/ (C/D)
Sensitiviteit = terecht positieve uitslagen onder zieke personen ziek niet ziek
- Hoe goed klopt de positieve uitslag test + A – echt positief B- fout positief
- A /(A + C) test - C – fout negatief D - echt negatief
- SNOUT: Sensitive test with Negative result rules the disease
OUT
Specificiteit = terecht negatieve uitslagen onder niet zeke personen
- Hoe goed klopt de negatieve uitslag
- D /(D + B)
- SPINN: SPecefic test with Positive result rules the disease IN
Positief voorspellende waarde = A /(A + B)
Negatief voorspellende waarde = D /(D + C)
Afkapwaarde = een bepaalde (arbitraire) drempelwaarde voor de uitslag van een test. Indien het
testresultaat gelijk is aan of hoger is dan de afkapwaarde, wordt de test als positief beschouwd.
PICO:
- Patient(groep) = over welke groep patienten gaat de vraag? (jong/oud, bepaalde voorgeschiedenis)
- Interventie = gaat je vraag over een bepaalde ingreep of diagnostiek?
- Comparison = waar vergelijk je de groep patienten mee?
- Outcome = wat is de uitkomstvariabele die je wilt weten?
CAT = critical appraisal of literature
Doel: Belangrijkste literatuur op een rij zetten + ieruit conclusies trekken
GRADE = de wetenschappelijke waarde van een recommendation,
assesment, devopment and evaluation
Onderzoeksmethoden:
▪ Systematic review = uitgebreide zoekstrategie, expliciete vraagstelling
▪ Randomized controlled trails = vooraf 2 groepen bepalen → vergelijken met elkaar
▪ Cohort studies = groep mensen onderzoeken → prospectief
▪ Case-controlled studies = je kiest een patiëntgroep → en kijkt terug in al bekende data
Retrospectief = de metingen of waarnemingen zijn al verricht en de onderzoeksobjecten zijn gegeven.
cross-sectioneel = een vorm van een observationeel onderzoek waarin de onderzoeker geen interventie
uitvoert (zoals toediening van een geneesmiddel) → Kies populatie en bepaal ziekte en blootstelling
Prospectief = eerst een steekproef van onderzoeksobjecten getrokken en worden daarop de metingen of
waarnemingen gedaan.
, Ademhaling
Inademen
- Externe costale spieren
- Actief, kost energie → energie opbouwen voor uitademen
- Diafragma omlaag/wordt platter
- Groter volume in de thorax = lucht van buiten wordt naar
binnen gezogen door het gevarieerde drukverschil
Uitademen
- Abdominale spieren, interne costale spieren
- Passief, gaat vanzelf (in een gezond persoon)
- Kleiner volume, verhoogde druk = uitblazen van de lucht
Ventilatie leidt tot drukveranderingen in de longen! → dit veroorzaakt de stroming van lucht!
Ademhalen is een rampsingnaal = controle over de ademhaling → snelheid vullen + snelheid ademhalen
Processen betrokken bij ademhaling:
Transport van gassen in en uit de longen → ventilatie
Diffusie tussen longblaasjes en bloed → gasuitwisseling
Afstemmen van ventilatie en longperfusie → ventilatie/ perfusieverhouding
Transport van gassen in het bloed → gastransport
Gasuitwisseling tussen bloed en cellen → gasuitwisseling (of diffusie)
Gebruik van O2 en productie van CO2 in cellen → cellulaire ademhaling
Dyspneu = het gevoel niet voldoende adem te krijgen/kortademigheid
Orthopneu = kortademingheid bij het liggen
Tachypneu/hyperneu = abnormaal snelle ademhaling
Spirometrie = onderzoek dat de functie van de longen meet. Je maakt gebruik van een spirometer dit is
een apparaat voor het meten van het luchtvolume dat door de longen wordt in- en uitgeademd. Je maakt
gebruik van een bak met water en een pennetje dat het adempatroon tekent.
Longvolumes
spirogram = en grafisch overzicht van
ademhalingsbewegingen
Capaciteit = twee of meer volumes
Volumes:
▪ Tidaal volume (Vt)
- 0,5L
- Volume lucht in/uitgeademd met
elke normale ademhaling
▪ Expiratoir reserve volume (ERV)
- 1,1L
- De maximale expiratie na normale
tidale inspiratie
▪ Inspiratoir reserve volume (IRV)
- 3,0L
- Extra volume dat max ingeademd kan worden na normale tidale expiratie
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannekokhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.87. You're not tied to anything after your purchase.