Samenvatting van de toetsstof voor het tentamen sociale wetenschappen 2.4 op de PABO Hanzehogeschool.
Van leertheorie naar onderwijspraktijk: h4, h7, h8
Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs: h6
Artikel Omgaan met culturele diversiteit
Van leertheorie naar onderwijspraktijk h4
4.1 Ideologisch fundament
Rond 1920 tonen de psychologen van de Sovjet-unie belangstelling voor het leren als een
mentaal proces, waarbij talige interactie met de omgeving van belang was. Omdat de
psychologen handeling een centrale plaats gaven, wordt deze leerpsychologie ook wel de
handelingspsychologie genoemd. Hierbij geeft de handelingsstructuur de wijze aan hoe een
leerprestatie geleverd wordt of zou moeten worden.
Van Parreren maakte hierbij onderscheid tussen cognitieve en non-cognitieve
handelingsstructuren.
• Cognitieve handelingsstructuur: leerprestaties worden geleverd op basis van bewuste
activiteiten, zoals kennen, denken, oordelen etc (opzeggen van de tafels)
• Non-cognitieve handelingsstructuur: handelen verloopt automatisch via de ruggenmerg, zoals
een muziekinstrument bespelen.
Er zijn twee algemene principes in de Russische leerpsychologie zichtbaar:
1. Activiteits- of handelingsprincipe: de mens is een actief handelend wezen, dat door interactie
met anderen doelen tracht te bereiken. Hierbij wordt het handelen gekenmerkt door
- Gelaagdheid: handelen kan afspelen op verschillende niveaus, materieel, verbaal, mentaal
- Functiediversiteit: handelen kan een oriënterende, uitvoerende of controlerende functie
hebben
2. Ontwikkelingsprincipe: in de ontwikkeling van het individu speelt taal een centrale vormende
rol, omdat taal het middel is om cultuur over te dragen
4.2 Cultuurhistorische theorie van Vygotsky
Een grondlegger van de Russische leerpsychologie is Vygotsky. Hij wilde het leninisme, marxisme
en psychologie samenvoegen. Dit deed hij door te stellen dat het bewustzijn niet van nature een
gegeven functie is, maar dat dit in de loop van de ontwikkeling is gevormd. Dit was het standpunt
van zijn cultuurhistorische theorie.
Vygotsky maakt een onderscheid tussen de lagere en hogere functies.
Lagere functies:
• Biologisch van oorsprong
• Vormen een voorwaarde voor het ontwikkelen van de hogere functies
• Door de lagere functies ben je in staat direct op de omgeving te reageren
• Waarnemen van zintuigelijke prikkels en het onthouden van basale zaken
Hogere functies:
• Voorwaarde voor ontwikkelen van hogere functies is de sociale, talige interactie tussen kinderen
en volwassenen
• Denken, geheugen, wil
• Interiorisatieproces (verinnerlijking): niet meer hardop praten, maar in zichzelf spreken. Vygotsky
noemt dit een transformatieproces.
Ook was Vygotsky aanhanger van ontwikkelend onderwijs. Dit wil zeggen dat de leerling niet
wacht tot hij ergens rijp voor is. Vygotsky maakt daarom gebruik van de zone van naaste en
actuele ontwikkeling.
• Zone van actuele ontwikkeling: wat het kind al beheerst en zelfstandig kan uitvoeren. Wanneer
je hieraan vasthoudt is het onderwijs niet uitdagend en stimulerend.
• Zone van naaste ontwikkeling: (ook wel constructiezone) iets wat het kind zou kunnen leren met
behulp van een ander. Onderwijs dat zich hierop richt kijkt niet naar waar het kind rijp voor zou
moeten zijn, maar naar wat het kind al aankan aan de hand van hulp.
Volgens Vygotsky was het spontane spel van kinderen een ideale gelegenheid voor kinderen om
hun eigen zone van naaste ontwikkeling te creëren. Spelactiviteiten lokken namelijk van nature
nieuwe handelingen uit die kinderen nog niet beheersen.
De ondersteuning die een leraar in de zone van naaste ontwikkeling kan bieden wordt scaffolding
genoemd.
, 4.3 Trapsgewijs leren van Galperin
Na de dood van Vygotsky pakt Galperin de draad weer op. Hij bouwt het principe van de
interiorisatie uit tot een onderwijsleertheorie die bekend staat als trapsgewijze vorming van
mentale handelingen. De basisgedachte achter deze theorie is dat de materiële menselijke
activiteit de grondslag vormt voor het ontstaan van het psychische, het bewustzijn.
Elke handeling bestaat uit drie fases: oriënteren, uitvoering en controle. Daarnaast laat elke
handeling zich kenmerken door vier dimensies:
1. Niveau: handelingen kunnen materieel, verbaal of mentaal zijn. Het niveau van de leertaak kan
afhangen van het leermateriaal en de instructie van de leerkracht
2. Uitvoerigheid: door veelvuldig oefenen kan verkorting optreden, niet alle deelstappen dienen
meer volledig uitgevoerd te worden
3. Beheersingsgraad: de efficiëntie van de handeling zal door oefening toenemen
4. Generalisatiegraad: handelingen krijgen een algemener karakter en de wendbaarheid neemt
toe (transfer)
De trapsgewijze vorming van mentale handeling gaat volgens Galperin in vijf stappen:
1. Oriëntatie
2. Handeling op materieel niveau
3. Handeling wordt verbaal uitgevoerd met hardop spreken
4. Handeling wordt verbaal uitgevoerd met inwendig spreken
5. De handeling is verinnelijkt (mentaal)
De oriëntatie in trap 1 kunnen we onderscheiden in een volledige en onvolledige oriëntatiebasis.
• Onvolledige oriënteringsbasis: leerling beschikt niet over alle noodzakelijke voorschriften die
nodig zijn om de eindopdracht foutloos uit te voeren. Dit leidt vaak tot trail-and-error.
• Volledige oriënteringsbasis: de leerling krijgt de handelingsvoorschriften min of meer compleet
aangereikt door de leerkracht.
Van leertheorie naar onderwijspraktijk h7
7.1 Ontstaan en organisatie van het geheugen
De oudste theorie over het geheugen is van de Griekse filosoof Plato. Hij stelde dat het geheugen
vergeleken kon worden met een stuk bijenwas, waar afdrukken in gemaakt konden worden.
James McConnel heeft een onderzoek gedaan naar het geheugen. Door fysiologen en neurologen
werd gesteld dat er in de hersenen bio-chemische sporen (RNS-moleculen) te vinden zijn als
gevolg van een waarneming (zogeheten geheugensporten). McConnel dacht dat je
geheugeninhouden kon overbrengen van het ene dier op het andere door die RNS-moleculen te
voeren. Hierdoor kon je geconditioneerd gedrag van het ene dier op het andere dier overbrengen.
Hier zijn twijfels over, aangezien er niet elke keer hetzelfde resultaat uit de meting kwam.
Het limbisch systeem is een overkoepelende naam voor een groep structuren tussen de hersenen
en het hersenschors. Het is een groep die samen werkt op het gebied van emotie, motivatie,
genot en emotioneel geheugen. Ze ontvangt signalen vanuit het lichaam (spieren) en vanuit het
brein (cognitie) en hier komt een reactie op.
Gehelen die we willen onthouden worden vaak in gedeelte opgeslagen (sporen) en kunnen in
verbinding komen te staan met andere gedeeltes van gehelen. Via associatie wordt een
verzameling sporen geactiveerd die met elkaar verbonden zijn. Het geheel van sporen blijkt te
bestaan uit diverse verzamelingen, deze verzamelingen wordt een sporensysteem genoemd en
deze kunnen betrekkelijk los van elkaar functioneren. Een andere eigenschap van zo’n systeem is
dat systemen die vaker gebruikt worden, gemakkelijker inhoud kunnen produceren dan systemen
die zelden worden gebruikt.
7.2 Relaties tussen geheugen en leren
De Amerikaanse psycholoog Gagné heeft een grondmodel ontwikkelt voor leren en onthouden.
Later is het langetermijngeheugen nog opgesplitst in declaratief geheugen en niet-declaratief
geheugen.
• Declaratief geheugen: maakt het mogelijk om opgeslagen kennis bewust te beleven of op te
roepen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annehooft12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.