Hoorcollege 1.
Leerdoel 1: De student heeft kennis van de ontstaansgeschiedenis van de pedagogiek.
Trends en ontwikkelingen.
Trends en ontwikkelingen kunnen gezien worden in het licht van wetenschappelijke kennis.
Kennis en visie helpen ons om hedendaagse vraagstukken te plaatsen en handvatten voor
te kunnen bieden.
Ontstaansgeschiedenis pedagogiek.
- Voordat pedagogiek een wetenschappelijke discipline werd.
- Pedagogiek avant la lettre: reflectie op opvoeding, met name door filosofen (Plato,
Rousseau).
- Ingewikkelder samenleving met steeds meer onderscheid tussen hand- en hoofdarbeid.
- 1779: Eerste hoogleraar pedagogiek in Duitsland. Trapp. Was voorstander van het
observeren en experimenteren van kinderen met speelgoed.
- 1918: Eerste hoogleraar pedagogiek in Nederland. Casimir. Voorstander van
ervaringen opdoen.
- Huidige trend: Evidence based handelen.
Anti-pedagogiek Miedema.
Anti-pedagogiek.
- Anti-pedagogiek is een theorie over een theorie.
- Anti: Niet.
- Anti-pedagogiek: We moeten niet te veel opvoeden, we moeten kinderen niet te veel
ruimte geven (komt uit 1978).
- Opvoeding is onderdrukking van wat kinderen willen.
- Ze vinden dat kinderen levenskracht en eigenheid verliezen. En krijgt daarmee een
gesplitste persoonlijkheid. Ze krijgen de persoonlijkheid wie ze echt zijn en de
persoonlijkheid van wie ze moeten zijn van hun opvoeder.
- Verzorgen en samenleven is prima, want dit is op een vriendschappelijke basis.
- Het is fout om je kind op te voeden en daarmee te verbeteren.
- Relatie is gebaseerd op wederkerigheid en symmetrisch, vriendschapsrelatie.
- Ondanks kindvriendelijke gevoelens, vertonen opvoeders kind vijandig gedrag.
- De vrijheid van kinderen wordt ontnomen om gewenst gedrag te bewerkstelligen.
- Het effect. Kinderen gaan zichzelf (deels) als slecht beschouwen.
- In de opvoeding is geen onvoorwaardelijke acceptatie.
- Weinig achting, waardering en status. Kinderen zijn incompetent, minderwaardig, mens-
in-wording.
- Het kind is ondergeschikt en verplicht tot gehoorzaamheid.
- Accepteer kinderen zoals ze zijn.
- Richt je op het welzijn en de vrije ontplooiing van het kind.
- Volwassene moet verzoeken in plaats van bevelen, wensen in plaats van eisen.
Typische punten voor de anti-pedagogiek:
- Opvoeding is onderdrukking, manipulatie van het kind, hetgeen z’n oorzaken kan vinden
in de ambities van de opvoeders of in hun eigen traumatische jeugd.
- Opvoedingswetenschappers zijn handlangers van de opvoeding als
onderdrukkingsmechanisme.
- Opvoeding en opvoedingswetenschap dienen afgeschaft te worden.
- Nog is slechts een volstrekt symmetrische relatie tussen kinderen en volwassenen,
waarbij ieder recht heeft op een eigen territorium, deze relatie dient het karakter van een
vriendschapsrelatie te hebben.
1
, Leerdoel 2: De student analyseert welke elementen van een wetenschappelijke stroming
zichtbaar zijn in een pedagogische situatie.
Pedagogiek als wetenschap. Malschaert & Traas. + Anti-pedagogiek Miedema
Opvoedingswetenschap als praktische wetenschap
Deugdzaamheid/ opvoeden als inwerkingsproces.
- Herbart: Wil er van opvoeding tot deugdzaamheid en tot deugdzaam handelen sprake
kunnen zijn, dan zullen er duidelijke doelen voor de opvoeding geformuleerd moeten
worden. De doelen betreffen vooral het ideaal van de deugdzame mens.
o Benodigdheden:
Ethiek en filosofie voor inzichten.
Empirisch gewonnen kennis voor gewoonten en opvattingen.
Psychologie om de middelen te verschaffen.
o Wil het opvoedend handelen werkelijk tot die kunst worden waar Herbart het voor
houdt, dan zal de opvoeder het niet zonder de wetenschap kunnen stellen.
o Herbart meende dan ook dat de wetenschappelijke, theoretische bezinning altijd vooraf
gaat aan het praktisch-concrete opvoedende handelen. Hij ging uit van het primaat van
de theorie boven de praktijk. Van theorie naar praktijk.
o Het kind wordt onderhorig gemaakt aan een van buitenaf opgelegd ideaal van
verzedelijking.
- Schleiermacher: Het gaat hem niet om een abstract ethisch of zedelijk doel, maar om de
concrete persoon. De praktijk van de opvoeding als inwerken van de oudere generatie op
de jongere generatie ( een grotere mate van verzedelijking). Dat proces vindt al plaats
voordat de wetenschap van de opvoeding zich er mee bemoeit.
o De theoretisch-pedagoog moet zich aansluiten bij en uitgaan van bestaande
opvoedingspraktijken. De theoretisch-pedagoog moet er zorg voor dragen dat de
theorie een theorie van praktijken wordt waarmee inzicht en verheldering geboden kan
worden, zodat het er in die praktijken beter en bewuster aan toe kan gaan. De praktijk
van opvoeding en onderwijs heeft hier de prioriteit. Van praktijk naar theorie.
o De kunst van het opvoeden is uitgangspunt, de theoretisch-pedagoog kan van die
theorie een kunstleer van de praktijk maken als hij haar in dienst van de praktijk stelt.
Vier stromingen:
- Personalistische/ geesteswetenschappelijke stroming: Legt de nadruk op de uniciteit
en individualiteit van het kind.
- Empirisch analytische stroming: Is verwant aan de empirische benaderingen in de
psychologie namelijk het behaviorisme en de cognitieve psychologie. In die benaderingen
ligt het accent op empirisch, kwantitatief onderzoek met statische onderbouwing.
- Kritisch emancipatorische stroming: Het gaat om het maatschappelijke karakter van
de opvoeding en waarin aandacht wordt besteed aan de rol van opvoeding in
maatschappelijke onderdrukking, dan wel emancipatie.
- Ecologische pedagogiek: Is beïnvloed door het postmodernisme en sociaal
constructivisme zoals filosofische stromingen, en is van groot belang voor het
pedagogisch denken in onze tijd.
Driestromenland: Geesteswetenschappelijke stroming, empirisch analytische stroming en
kritisch emancipatorische stroming.
Personalistische of geesteswetenschappelijke pedagogiek.
De geesteswetenschappelijke pedagogen leggen de nadruk op het handelen in de (opvoed-)
praktijk van opvoeding en onderwijs. Op deze opvoedingswerkelijkheid moet de pedagogiek
zich richten. De praktijk moet het vertrekpunt en het eindpunt zijn voor pedagogische
theorievorming en pedagogisch onderzoek.
- Dilthey maakte onderscheid tussen de natuurwetenschappen die de objectieve natuur
bestuderen met behulp van feitelijke, objectief waarneembare gegevens, en de
geesteswetenschappen die de mens zelf onderzoeken en op een heel andere manier te
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LottePedagogiek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.