Dit is een uitgebreide samenvatting van de lessen verplichte literatuur van het vak Kennislijn: Sociologie en Recht wat behoort tot de opleiding Social Work aan de HAN Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Bruikbaar voor jaar 2, module C Empowerment
Missing pieces, typos and double concepts with different explanations
By: ilvdgiessen • 4 year ago
By: kimassink1 • 4 year ago
Seller
Follow
benthe_nuwenhuis
Reviews received
Content preview
Benthe Nuwenhuis
SOW-VC24
Sociologie en Recht
Empowerment
Les 1 – 13 februari 2020 – waarborgen van rechtvaardigheid
SOCIOLOGIE – INTERSECTIONELE CATEGORIEËN VAN UITSLUITING
Waarom we de dingen doen zoals we ze doen.
Je kunt abstracte ideeën concreet maken, door het in een groter beeld te zien. Het abstract denken
stelt je in staat om over de horizon van je eigen situatie na te denken. Iets zien wat buiten jezelf is.
Het is het resultaat van een groter idee, en dat groter idee moet je er zelf bij bedenken.
Empowerment streeft naar volwaardig burgerschap voor iedereen, maar er zijn
uitsluitingsmechanismen in de samenleving die het empowermentproces belemmeren. Zoals het feit
dat mannen nog steeds meer verdienen dan vrouwen.
Kruispuntdenken – het deel van je identiteit waar je jezelf mee bepaalt. Ik ben Benthe en ben 19 jaar
en ik kan heel anders zijn dan Fatima van 19 jaar uit India. Verder kijken dan iemand in een hokje te
plaatsen. Nieuwe manier om te kijken naar verschillen – tegenovergestelde van het klassieke denken.
Sojourner Truth gaf een toespraak in 1851 in Ohio. ‘Ain’t I a woman?’ is de toespraak die ze gaf
tijdens de vrouwenrechtenbijeenkomst. Ze werd geboren in de slavernij en werd na haar vrijlating
actief in de feministische en antislavernij bewegingen. Ze ervaarde als zwarte vrouw geen van de
burgerlijke rechten. Ze herkende zich niet in de eisen die de blanke vrouw stelde, maar ze is wel
degelijk een vrouw. Er werd een groot onderscheid gemaakt tussen blanke en zwarte vrouwen.
Klassieke denken over verschillen. Verschilcategorieën zijn dichotoom en sluiten elkaar uit (je bent of
het een of het ander en je kan niet beide zijn), zijn eendimensioneel bepaald, zijn machtsneutraal
(zijn wat ze zijn, niet beter of slechter), zijn onveranderlijk ofwel statisch (je bent wat je bent, je kan
niet veranderen), zijn onafhankelijk van elkaar (al de categorieën staan los van elkaar).
Kruispuntdenken/intersectionaliteit staat tegenover het klassieke denken over verschillen.
Verschillende delen van je identiteit beïnvloeden elkaar. In een analyse van ongelijkheden gaat het
nooit enkel over één van die stukjes identiteit. De manier waarop je in de maatschappij staat is
afhankelijk van alle stukjes identiteit. Kruispuntdenken is een manier van abstract denken.
Inclusie dankzij intersectionaliteit/kruispuntdenken. Intersectioneel denken biedt concrete
handvaten om meer inclusief te werken in de hulpverlening.
- De ‘andere vraag’ wordt gesteld. Hoe zou deze situatie eruit zien als deze persoon andere
kenmerken had?
- Problemen worden meer in context geplaatst.
- Nadruk ligt op kracht en integratie van ‘zelven´.
- Sociale positionering wordt in kaart gebracht.
- Positie hulpverlener staat ter discussie. Je kijkt nu ook naar je eigen ideëen en kijk op
bepaalde kenmerken.
Wat neem je mee uit deze les?
- Belang van abstract denken.
- Verschillende manieren van denken over diversiteit: klassiek en intersectioneel.
- Intersectionaliteit: verschillende delen van je identiteit beïnvloeden elkaar.
- Belang van intersectionaliteit voor de hulpverlener.
,Benthe Nuwenhuis
SOW-VC24
RECHT – STAATSRECHT
Leerdoelen - je kunt juridische concepten toepassen op concrete situaties. Dit zijn situaties die je
tegenkomt als je werkt aan empowerment; voorkomen van uitsluiting.
Boek: Mens en Recht – online catalogus HAN Studiecentra.
Kenmerken van empowerment zijn:
- Het kan bevrijdend, maar ook regulerend werken.
- Meedoen is een verantwoordelijkheid van allen.
- Empowerment is meervoudig (eigen kracht, krachtbronnen in de omgeving en macht in de
samenleving).
- Gebaseerd op principes als gelijkwaardigheid, diversiteit, pluralisme, kansengelijkheid,
democratie en burgerschap.
Je hebt een rechtstaat nodig voor empowerment. Want empowerment is macht en macht komt
vanuit de overheid.
Oorsprong is een natuurstaat – er was niet echt macht, er was niemand die jou beschermde, je
moest voor jezelf zorgen. Je kon je niet echt ontwikkelen want het ging alleen om de basale dingen.
Nu hebben we een rechtstaat – je draagt de macht over aan de overheid, die je bescherming biedt.
Sociaal contract denken gaat over de mensen die in de samenleving bij elkaar zijn een contract
afsluiten om zo de macht aan de overheid geven en die geven jou in ruil hiervoor bescherming.
Hobbes, Rousseau en Locke zijn filosofen die nagedacht hebben over de legitimiteit van de staat tot
zijn burger. De natuurtoestand is onhoudbaar, individuele vrijheidsrechten werden overgedragen
aan een soeverein. Burgers sluiten zich aan bij staatsgezag. Dit concept is de leidraad geweest voor
constitutie/wetgeving van Bataafse Republiek. Resultaat = rechtstaat en mensenrechten.
Rechtstaat heeft 4 basisprincipes om de vrijheid van de burger te begrenzen. Doel is het creëeren van
vrijheid voor de burger, maar staatsmacht moet wel begrensd worden. Begrenzing door:
1. Legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder wet. Zowel de overheid (het hoogst bevoegde
gezag in een land) als de burgers (de inwoners van een land) van een staat zijn gebonden aan
de wet. Als de overheid dwang wilt toepassen (= ingrijpen in de rechten en vrijheden van de
burgers) dan moet de bevoegdheid daartoe in de wet staan. Verdrag - voorbeeld: Rechten
van de mens. Het zijn internationale verdragen. Wet - voorbeeld: grondrecht,
participatierecht. Jurisprudentie - het is rechtspraak. Het is soms zo dat er in de wet dingen
staan die niet per se duidelijk zijn, dan kan een rechtspraak meer duidelijkheid geven.
Voorbeeld: iedereen moet fatsoenlijk rijden. Iemand slingert. Niemand kan precies zeggen
van wat is nou fatsoenlijk rijden. Dus de rechter geeft dan een rechtspraak die zegt wat
fatsoenlijk rijden is.
Gewoonterecht - burgers onder elkaar. Het staat nergens geschreven.
Voorbeeld: buren gaan jarenlang bij elkaar langs en opeens mag dat niet meer van de ene.
2. Scheiding van de machten. Trias Politica – wetgevende (1e en 2e kamer), uitvoerende
(ambtenaren en regering) en rechterlijke macht. Dit is bedacht door Charles Montesquieu.
Doel hiervan is: het controleren van elkaar.
3. Waarborging van de grondrechten. Bedoeld om de vrijheden van de burgers te waarborgen.
Thorbecke herzag de grondwet in 1848. Je hebt klassieke (beschermen de burger tegen de
overheid en hebben een horizontale werking) en sociale (de overheid moet zorgen voor de
burger, maar burger kan zich daar niet op beroepen) grondrechten.
4. Rechtspraak door onafhankelijke en onpartijdige rechters . De rechters worden voor het
leven benoemd (onafhankelijk). De rechters doen uitspraken zonder invloed van de andere
machten (onpartijdig).
, Benthe Nuwenhuis
SOW-VC24
Beperking van de mensenrechten (Hannah Arendt): mensenrechten zijn voor iedereen, grondrechten
zijn voor de burgers. Geen burger van de samenleving, dan geen rechten. We hebben geen
samenleving, maar samenlevingen. Vluchtelingen die buiten de samenleving vallen, hebben niets.
Democratische rechtsstaat (parlementaire democratie) heeft de kenmerken:
- Een volksvertegenwoordiging/parlement/Staten-Generaal (1e en 2e kamer).
- Worden gekozen door vrije, eerlijke en geheime verkiezingen.
- Streven naar politieke gelijkheid voor iedereen.
- Non-gouvernementele organisaties.
- Vrije media.
Burgers kiezen het parlement – eerste kamer wordt indirect gekozen, tweede kamer wordt
rechtstreeks gekozen – die controleren de regering en het kabinet.
Er zijn 3 grote politieke stromingen
1. Christendemocratie – christelijk mensbeeld bepaald hoe de partijen denken en de wetten
zouden naar deze stroming moeten worden gemaakt.
2. Sociaal democratie – belangen van arbeid, spreiden van inkomen, gedachte van de sterkste
schouders dragen de zwaarste last, PvdA.
3. Liberalisme – zoveel mogelijk vrijheid voor de burgers, PVV.
Directe invloed op het landsbestuur. Er zijn drie manieren waarop je direct invloed kunt uitoefenen
op het landsbestuur:
1. Demonstratie – lerarenstaking, staking van het openbaar vervoer.
2. Petitierecht – petitie voor het kinderpardon. Iedereen mag zijn verzoek/klacht voorleggen
aan een overheidsinstantie.
3. Referendum
Les 2 – 20 februari – Macht
SOCIOLOGIE – MACHT EN ONGELIJKHEID
Deze week gaat het over macht.
De hoofdbronnen van macht zijn:
1. Physical force (=fysieke kracht en geweld).
2. Wealth (=geld).
3. State action (=overheid – recht, bureaucratie) gouvernment, de regels en wetten van een
land. Wat mag de overheid wel/niet doen.
4. Social norms (=sociale normen) de sociale normen, de manier waarop we met elkaar
omgaan. Dat is de sociologie achter de macht. Voorbeeld: we komen de klas binnen, gaan
zitten, luisteren naar de docent. Dat staat niet in de wet, maar hebben we zo ‘afgesproken’.
5. Ideas (=ideëen) een nieuw idee kan dingen veranderen.
6. Numbers (=aantallen) veel mensen kunnen voor een verandering zorgen.
Voorbeelden bij macht:
#METOO – aanleiding was dat iemand een hogere machtspositie/status heeft kan iemand je dingen
laten doen die je helemaal niet wilt. Daarnaast is het positieve punt dat het aantaal van de vele
vrouwen dingen kunnen veranderen.
Armstrong – hij had een hoge positie en kon zo heel lang doping gebruiken.
Diederik Stapel – er is uitgekomen dat hij onderzoeken heeft vervalst. Heel veel mensen onder hem,
wisten het wel, maar niemand durfde er iets van te zeggen. Uiteindelijk heeft iemand wel aan de bel
getrokken, maar omdat hij in zo’n hoge machtspositie lukt het heel lang om het vol te houden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller benthe_nuwenhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.